Een 'edel' initatief
De heren van de droogmaking van het Berger- en Egmondermeer
Bij de droogmaking van het Berger- en
Egmondermeer hebben de heer van Bergen
Hendrik van Brederode en de graaf van
Egmond Lamoraal van Egmont als initiatiefne
mers een centrale rol gespeeld. Hoe is dat
initiatief tot stand gekomen? Deze vraag
intrigeert me. Het initiatief tot de droogma
king speelt zich af in een turbulente tijd: in de
aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog. Beide
heren hadden een machtspositie; Egmont
als lid van de hogere adel, Brederode als lid
van de lagere adel. Dat blijkt van wezenlijk
belang. Wat was de relatie tussen deze twee
heren, tegen welke achtergrond speelde dit
proces zich af en wie hadden er nog meer
aanspraken op het Berger- en Egmonder-
meer?
4
BEN IDE MIN
Het initiatief
Om de droogmakerij te realiseren, heeft vooraf afstemming
plaatsgevonden tussen Lamoraal van Egmont en Hendrik van
Brederode. Ze zijn goed met elkaar bevriend en hebben een
gemeenschappelijk financieel belang bij de droogmakerij, waar
de stad Alkmaar ook in wil delen. Beide families hebben een
lange traditie op het gebied van waterbeheer, droogmaking en
windbemaling. Met de ervaring die Lamoraal van Egmont heeft
opgedaan bij de droogmaking van verscheidene meertjes in
het Geestmerambacht, is het waarschijnlijk dat hij het initiatief
heeft genomen om samen met Hendrik van Brederode de
droogmaking van het Berger- en Egmondermeer uit te voeren.
Gezien Egmonts ervaring met droogmaking, zijn bestuurlijke
staat van dienst en zijn leeftijd ten opzichte van Brederode (hij
was negen jaar ouder) is dit hoogst aannemelijk. Het feit dat
Egmont de opdrachtgever is van de oudst bekende kaart van
het Berger- en Egmondermeer van Sijmon Meeuwsz (Simon
Meeuws) uit circa 1540 ondersteunt deze veronderstelling. Zo'n
overzichtelijke kaart is de basis voor de plannen voor droog
making. Op basis daarvan kon het project worden ontvouwd,
toegelicht en besproken met andere partijen.
Zowel Hendrik van Brederode als Lamoraal van Egmont zijn
bij aanvang van de droogmaking op het toppunt van hun
macht. Hierna zal nog blijken dat beide heren voor elkaar
opkomen, zelfs als ze politiek tegenover elkaar komen te
staan.
Twee heren
Hendrik van Brederode (1531-1568) wordt na het overlijden
van zijn vader Reinoud III in 1556 heer van Brederode. Hij
verkrijgt daarbij ook de heerlijkheid Bergen.
De andere hoofdrolspeler bij de droogmaking van het Ber
ger- en Egmondermeer is Lamoraal van Egmont (1522-1568).
Hij wordt de vierde graaf van Egmond als zijn oudere broer
Karel van Egmont in 1541 overlijdt bij de slag om Algiers,
waar ze beiden strijden aan de zijde van keizer Karel V. Eg
mont bewijst Karel V een grote dienst met de inlijving van
Gelderland als laatste wingebied binnen de Nederlanden.
Egmont leidt vervolgens verschillende veldslagen in het leger
van Karel V tegen de Fransen, die grensgebieden van het
keizerrijk willen veroveren.
Bedijking en droogmaking
Het is niet helemaal duidelijk hoe en wanneer de uitvoering
van de droogmaking is aangevangen. Voor de bedijking
worden verschillende jaartallen genoemd. In de Kronijcke
van Alcmaer met sijn Dorpen (1645) noemt Cornelis van der
Woude 1555 als jaar voor de bedijking van het Berger- en
Egmondermeer. Dit jaar komt ook voor op de kaart van de
Egmondermeer van J.D. Soutman (Jan Dirksz. Zoutman) uit
1642, vervaardigd als kopie van de kaart van Gerrit Dirksz.
Langedijk (1574). Maar de kaart van Louris Pietersz. van om
streeks 1560, die in het stadhuis van Alkmaar heeft gehangen,
laat het Berger- en Egmondermeer nog onbedijkt zien.
Henk Schoorl heeft over deze periode diepgaand archief
onderzoek gedaan, en concludeert dat de bedijking van
zowel het Berger- als het Egmondermeer aanvangt in 1562
en in 1564 wordt afgerond. Hij heeft geen nadere gegevens
gevonden waarom 1555 genoemd wordt door Van der
Woude. In de staat van bijdrage aan de zeewering van de
Hondsbossche Zeewering van 23 april 1563 lezen we inderdaad
dat het 'Egmonder- en Bergermeer' nog niet is drooggemaakt.
Wel toont een afschrift van een stuk in het archief van de
Bergermeerpolder - met beschrijving van de wisseling van
eigendommen van bedijkte landjes - aan, dat Hendrik van
Brederode de opdrachtgever is voor de bedijking: 'Verclaring
van al die nieuwe bedyckte Landen in de Bergermeer, so die by
S.G. Here Hendrick van Brederode anno XVcLXIII bedyckt
zyn en daernae aan verscheyden personen soo by mynen
heere selfs als zynen gecommitteerden vercoght, gepermuteert
[gewisseld] ende veralieneerd [vervreemd] syn'.
Op de kaart van Holland van Gerard de Jode uit 1665 staat
als tekst 'De Egmonder Meer bedijck Anno 1564'. De tekst
staat over zowel het Egmondse als Bergense deel. Henk