19 HET GESLACHT PERSIJN gezet zonder dat er een schot is gelost en de edelen wor den de stad uit gebonjourd. Maar Gijsbrecht en zijn bendes kunnen er maar niet genoeg van krijgen en slaan het beleg voor Haarlem, waar veel edelen heen zijn gevlucht en waar Jan Persijn de verdediging op zich neemt. Hij verzint een list om de belegeraars van zich af te schudden: hij laat een aantal dorpen rondom Haarlem in brand steken, waarna de belegeraars in paniek naar hun huizen rennen om daar te redden wat er te redden valt. De edelen en Haarlemmers jagen hen na, slaan er velen dood, hangen anderen op aan de bomen en slepen een rijke buit binnen. Jans optreden brengt Vondel er bijna vier eeuwen later toe om hem in zijn Gijsbrecht van Aemstel de rol van bad guy te geven. Hij noemt hem Persijn, den grooten roover die op ons vlamt en loert uit Zwaenenburgh, daer hy des graeven vlagge voert. Vondel speelt hier echter een spel met de historische wer kelijkheid. Zijn drama 'de Gijsbrecht' speelt zich af in 1304, terwijl de strijd om Haarlem precies dertig jaar eerder had plaatsgevonden. Wat niet wegneemt dat de gerechtvaar digde opstand van het gewone volk tegen het gezag door Jan Persijn op een wrede manier in bloed is gesmoord, al was dat ook dertig jaar eerder. Behalve aan Jan Persijn heeft Vondel ook Jan van Bergens vader Dirk van Haarlem een rol gegund in zijn Gijsbrecht. Hij beschrijft hem als Diedrick, stijf van kop, die nimmer luistren wil naar reden, noch bescheid. Beide grootvaders van jonkvrouw Goede van Bergen komen dus voor in het drama en beiden worden daarin afgeschil derd als grote schurken. Maar Vondel had er met evenveel recht voor kunnen kiezen om Gijsbrecht als vileine agressor te karakteriseren en Persijn als dappere verdediger. Na verloop van tijd hergroeperen de opstandelingen zich om wraak te nemen op Jan Persijn. Hoewel details van hun nieuwe strooptocht door Waterland ontbreken, is het wel duidelijk dat zij de Swaensborch hebben verwoest en dat Jan Interieur van de Amsterdamse schouwburg in 1658. De schouwburg is in 1637 ingewijd met de eerste opvoering van de 'Gijsbrecht', waarin Goede van Bergens beide grootvaders een rol spelen. Gravure van Salomon Savery naar J. Lescaille. Bron: Theaterencyclopedie deze keer de grote verliezer is. Bij de verzoening in 1275 wordt precies vastgelegd hoeveel belasting zijn onderdanen hem elk jaar (maximaal) zullen betalen. Blijkbaar is dat een van de oorzaken van de opstand geweest. Ook belooft Jan bij die gelegenheid dat hij de Swaensborch nooit meer zal herbouwen, noch in hout noch in steen. Voorlopig blijft hij nog wel heer van Waterland en Zeevang, maar hij heeft zijn gezag daar voorgoed verspeeld. Er is echter ook een lichtpuntje: in hetzelfde jaar 1275 wordt Jan heer van 'Amsterland'. De bisschop van Utrecht heeft namelijk zekere heerlijkheidsrechten van Amstelland uit het bezit van Gijsbrecht van Amstel aan Jan overgedragen. Volgens de Amsterdamse geschiedschrijver Jan Wagenaar drukt hij daarmee zijn erkentelijkheid uit voor de rol die Jan een jaar eerder in Haarlem heeft gespeeld bij het neerslaan van de Kennemer opstand, wat de terugkeer van de bis schop naar Utrecht mogelijk had gemaakt. Heel eervol, maar niet voldoende om Jans vrije val te stuiten. In 1282 voelt Jan zich gedwongen de zeggenschap over Wa terland voor de helft over te dragen aan graaf Floris V. Zijn zoon mag de andere helft houden, zij het als leenman. Jan is de helft van zijn belastingopbrengsten kwijt, maar blijft zo doende verzekerd van de andere helft. Tegelijkertijd draagt hij ook zijn pas verworven rechten in Amstelland over aan de graaf. Inclusief al zijn 'bezittingen en sterkten' in Amster dam, dat op dat moment nog maar een klein veendorpje is. De 28-jarige graaf Floris V heeft het slim gespeeld. Via zijn vertrouweling Jan Persijn heeft hij Amstelland afgetroggeld van de bisschop van Utrecht en de zeggenschap over Wa terland van de familie Persijn. Jan heeft kennelijk ingezien dat hij het toch nooit zou kunnen winnen van de graaf, die een paar jaar later in een bloedige oorlog West-Friesland onderwerpt. Maar de banden van de Persijns met de grafe lijke familie zijn hechter dan ooit en dat blijft ook zo na Jans overlijden in 1283. Juttes broer Claes II Persijn treedt bij buitenlandse reizen van Floris V op als een van zijn plaats vervangers en is na diens overlijden getuige bij het huwelijk van de dertienjarige nieuwe graaf Jan I met een ongeveer even oude Engelse prinses. In die lijn past ook de grafelijke gift van het jaargeld van 25 pond uit de Nieuwkoopse koren tienden aan jonkvrouw Goede van Bergen na het overlijden van haar vader, zoals beschreven in het eerste van deze drie artikelen over de Van Bergens en hun voorgeslacht. Het wapen van de Persijns Het wapen van de familie Persijn bestond uit een aantal andreaskruisjes. Waar die kruisjes vandaan komen, verhaalt een oude legende. Als Arnoud Spikers zoon Wouter uit dankbaarheid voor het winnen van een toernooi intreedt in een klooster en in gebed verzonken is, verschijnt er opeens een gouden kruis in zijn gevouwen handen. De kruisjes uit het wapen van de Persijns komen dus rechtstreeks uit de hemel! Zo'n mirakel is in die tijd geen zeldzaamheid, de kloosterannalen staan er vol mee.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2017 | | pagina 19