Bergen en de (sterke) drank
Bacchus in Bergen
KEES VAN DER HOEK
EN ROEL KUIPERS
In Bergen worden jaarlijks honderden liters
sterke drank uitgeschonken. Ook in de 19de
eeuw was dit het geval, hebben wij kunnen
berekenen, maar in die tijd waren er geen
toeristen die meehielpen met de consumptie.
Dit gegeven en een houtsnijwerk met de
afbeelding van Bacchus - de Romeinse god
van de wijn - inspireerden ons tot een
onderzoek naar de vele facetten van het
drankgebruik in Bergen.
6
Bier in en rond Bergen
Alcoholische dranken worden al sinds mensenheugenis
geproduceerd. In de antieke Oudheid werd wijn een go
dendrank genoemd en de oude Grieken en de Romeinen
hadden hun god van de wijn, respectievelijk Dionysos en
Bacchus. Het bierbrouwproces was al bij de Germanen
bekend. Met de komst van het christendom waren het de
kloosterbroeders die zich bezighielden met het brouwen
van bier; ze waren zelf grootverbruikers. Het zwak alcoho
lische bier (alcoholgehalte ca. 2-3%) werd een volksdrank
door de vele religieuze festiviteiten, de gewoonte om
gezouten voedsel (o.a. pekelvlees) te consumeren, maar
vooral door de groei van de steden, waar voortdurend
gebrek was aan schoon drinkwater.
Ook in Alkmaar was het water sterk vervuild en een bron
van ziekten. Dat stimuleerde de komst van diverse brou
werijen, die het nodige bronwater per schip aanvoerden
uit Schoorl. De naam Brouwerskom naast de Oorsprong-
weg, in de buurt van het buitencentrum van Staatsbosbe
heer te Schoorl, herinnert nog aan die tijd. Men gebruikte
dus geen water uit Bergen, terwijl er een wekelijkse veer
dienst naar Alkmaar was. Ook zijn in Bergen geen brou
werijactiviteiten bekend. Waarschijnlijk heeft dit te maken
met de kwaliteit van het duinwater. Het kalkrijke water uit
de jonge duinen bij Bergen was prima geschikt als drink
water, maar minder geschikt voor het brouwen van bier.
De heer, de overheid
Tot in de 20ste eeuw had de bezittende klasse rechten, het
volk voornamelijk plichten. Tot de Franse tijd moest men
vergunningen hebben voor allerlei activiteiten. In Bergen
werden die vergunningen verleend uit naam van de heer
van Bergen en moest daarvoor ook betaald worden. Zo zijn
vergunningen bekend voor het vestigen van een smederij,
van een herberg en voor de verkoop van koffie, thee, zeep
en gedistilleerde waren. Na de Franse Revolutie gingen
veel inkomsten naar de overheid - lees Napoleon - die veel
geld nodig had voor de uitrusting van expeditielegers.
Zo lezen we in de notulen van het gemeentebestuur van
Bergen rond 1800: Coenraad Puffius krijgt vergunning voor
verkoop van koffie, thee en gedistilleerd; Gerrit Teleman
krijgt op zijn verzoek een acte als flessiaan (slijtvergunning);
Cornelis Latenstein wil in het huis bij de meelmolen een
herberg beginnen, hij krijgt een acte als herbergier; Dick
Molenaar krijgt een acte als flessiaan.
In het kader tot regeling van de kleinhandel in sterke
drank en ter beteugeling van openbare dronkenschap
krijgt de gemeente Bergen in 1865 per brief van Provin
ciale Staten toestemming om plaatselijke belasting te
heffen op gedistilleerd ('opcenten'). Daarmee werd het
afgeven van drankvergunningen voor de overheid een
'melkkoe', nog vergroot doordat openbare zittingen van
Afbeelding hierboven: De triomftocht van Bacchus door Rome.
Fantasie uit ca. 1880 door de Haarlemse beeldsnijder Adrianus
Johannus Waalewijn (geb. 1851, overl. 1883), naar een olieverf-
schets van Peter Paul Rubens (1636). De kunstenaar was familie
van Ru Waalewijn. Collectie Ru Waalewijn