het Murmellius gymnasium te Alkmaar: "Deze witte tove naar van de Vincent van Goghweg is zeer antimilitaristisch. Maar de hal van zijn huis is toch rijk versierd met wapens, verzameling oude pistolen, lansen en speren." Hij was er ver zot op, de pacifist. 25 JAN PONSTIJN, KUNSTENAAR, SOCIALIST EN MENS Gerrit van der Veen-penning de Duitsers ingestelde Kultuurkamer en spoedig na de bevrijding speelde hij een rol in de Nederlandse vredes beweging. Al in 1945 neemt Ponstijn deel aan de tentoon stelling Kunst in vrijheid in het Rijksmuseum, ingericht door kunstenaars die geweigerd hadden lid te worden van de Kultuurkamer. Bij die gelegenheid ontvangt Ponstijn de Gerrit van der Veen-penning. Deze penning is genoemd naar de beeldhouwer die in de oorlog eveneens weigerde lid te worden van de Kultuurkamer, een actiegroep tegen deze kamer leidde, en actief deel uitmaakte van de ver zetsgroep die verantwoordelijk was voor de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister en de overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, en begin juni 1944 werd gefusilleerd. Voor de zogenoemde Oproep van Stockholm tegen het vervaardigen van kernwapens verzamelde Ponstijn in Bergen vele handtekeningen. Zijn pacifistische gedachte goed was ook te zien aan de spreuken die hij in de jaren vijftig aanbracht op zijn huis aan de Vincent van Goghweg: Smeed de zwaarden om tot ploegijzers (Jesaja 2:4), Redt uw kinderen - protesteert tegen atoombomproeven en Geen ra ketbases in ons land. In datzelfde jaar, tijdens de opening van een tentoonstel ling in De Rustende Jager te Bergen van zijn werk, vertelt de buurman van Ponstijn, de historicus A. Visser, leraar aan Herinneringen ophalend bij de opening van de jubileum tentoonstelling ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag in Huize Kranenburgh vertelt Ponstijn in 1963 dat het anti-oorlogswerk van Albert Hahn, Jan Sluyters en hem zelf in 1914 door de garnizoenscommandant van Breda in beslag was genomen. Een vijftal tekeningen is toch op de tentoonstelling aanwezig, alsook een actuele tekening uit protest tegen de legering van de Wehrmacht in Budel in 1963. Actief in Bergen Ook voor Bergen zette Ponstijn zich in. Telkens weer leverde hij felle strijd voor het behoud van het Bergense natuurschoon, dat zo vele kunstenaars inspireerde. Dat bracht hij bijvoorbeeld tot uiting in twee tekeningen van een hoekje aan de rand van Bergen voor en na de bouw van een moderne bungalow (door hem 'bunker' genoemd) naast zijn eigen huis aan het Wiertdijkje. "Deze bungalow moge van binnen een gerieflijke woning zijn, hij detoneert beslist in het mooie landschap, met de duinen op de achtergrond." In latere jaren ijverde Ponstijn voor het behoud van het Berger bos als natuurreservaat en voor het behoud van de molen van de Sluispolder bij Koedijk. Het ergerde hem dat de gemeente Bergen zijn prachtige hart met het station verpatste aan de toeristische commercie. Hij protesteerde tegen het opnieuw in gebruik nemen van het vliegveld voor militaire doeleinden na de oorlog en plaatste demonstratief een bord in zijn tuin, waarop hij zijn huis te koop aanbood. In de jaren zestig fulmineerde hij tegen Het Plein "dat geen plein is". Als Gestel in 1925, na een grote brand in zijn atelier, naar Blaricum verhuist neemt Ponstijn tot op zekere hoogte de sociale functie over als spil van De Bergense schildersbent. Wiegman krijgt in 1928 hulp van Jan Ponstijn bij de bouw van zijn atelier op de hoek Meerweg-Doorntjes. In 1937 wordt Jan Ponstijn artistiek adviseur van het Dok ter Dekkerhuis, dat een jaar later werd omgedoopt in Het Dorpshuis (naast het Raadhuis). Toen daar een tentoon stelling werd gehouden van schilderijen en teekeningen van Ponstijn en beelden van beeldhouwer G. Marree, was er voor de opening veel belangstelling. Zo waren burge meester Van Reenen, kunstenares Charley Toorop en de kunstenaars Matthieu Wiegman, Jo Voskuil, Bernard Es- sers en vele anderen aanwezig. Dr. J. Hemelrijk stelde in zijn openingswoord "dat er nog al eenig verschil is tusschen een tentoonstelling van werk van waarachtige kunstenaars en uitstallingen van z.g. verkoop-schilderijtjes. Wie zich cul tureel wil ontwikkelen bezoeke deze tentoonstelling." Door zijn werk voor Het Dorpshuis en de Volkshogeschool ver wierf Ponstijn veler achting. en in 1941 werd hij ook voor zitter van de stichting Dorpshuis. Met andere kunstenaars jureert hij in 1938 het bloemen corso in Bergen. Dit zouden zij nog vele jaren blijven doen. De tekst op een praalwagen (Smeed de zwaarden om tot ploegijzers) bevestigt Ponstijn later op zijn eigen huis en is daar ook nu nog aanwezig.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2016 | | pagina 25