zo actief, levenslustig en onvermoeibaar mens van zo hoge
leeftijd ontmoeten.
Ongeveer in het begin van de oorlog stond in Het Handels
blad het bericht dat Majoor Molders in een luchtgevecht ge
sneuveld was. Zijn portret stond erbij. Deze vliegenier had o.a.
aan de moordaanval op Guernica in de Spaanse Burgeroorlog
deelgenomen. Het portret gaf aanleiding tot het volgende ge
dichtje:
Jij grijnzend aangezicht met loerend valse oogen,
Jij bent een drager der "Kultur".
Een godvergeten creatuur,
Een wezen zonder mededogen.
Ik spuw je mijn verachting na
Jij moordenaar van Guernica.
24
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2016
In de samenleving
Ponstijn was sterk maatschappelijk betrokken en stelde
zijn kunstenaarschap in dienst van de samenleving. In 1915
exposeerde hij samen met Gestel en de gevluchte Bel
gische kunstschilder Arthur Verbeek in gebouw Heystee
te Amsterdam op een tentoonstelling ten bate van de
vluchtelingen uit België. Tijdens de watersnoodramp van
1916 in Waterland maakte hij tekeningen om steungelden
te verzamelen voor de slachtoffers.
Vanaf 1915 was Ponstijn art-director van Frou - een
mondain halfmaandelijks periodiek over kunst, muziek,
mode en sport. Hij ontwerpt ook affiches en tijdschriftom
slagen, onder andere voor Frou Frou, voor het blad Voor
God, Koning en Vaderland en voor de programmaboekjes
voor concerten.
Ter gelegenheid van de herdenking van de Nederlandse
bevrijding heeft de gemeente Bergen in 1947 aan de
weduwe van president Roosevelt, Winston Churchill,
maarschalk Stalin en generaal Eisenhower schilderijen
aangeboden, vervaardigd door de Bergense schilders Jan
van Herwijnen, Jaap Min, Jan Roggeveen en Jan Ponstijn.
De opdracht werd door de kunstenaars pro deo aanvaard.
Ponstijn schildert een stolpboerderij, met rond het wapen
van Bergen in het Russisch de dank aan het Sowjet-volk
voor hun aandeel in onze bevrijding.
In 1947 geeft Ponstijn ook lezingen (met lichtbeelden)
voor het instituut voor arbeidersontwikkeling over mo
derne kunst en over 'Vincent van Gogh als kunstenaar en
als mens' in het A.B.B.-gebouw aan de Koningsweg te
Alkmaar.
Verder schrijft Ponstijn regelmatig in de Bergensche Bad-,
Duin-, en Boschbode en brengt hij het boek S.O.S. uit over
de vooruitgang en de overbevolking van Nederland.
Veel activiteiten dus. Ter gelegenheid van zijn 75ste ver
jaardag in 1958 schrijft De Waarheid - waarin veel over
hem gepubliceerd wordt - dan ook: Zelden zal men een
De pacifist Ponstijn
Ponstijn sympathiseerde met het anarchisme en was een
overtuigd pacifist. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vervaar
digde hij, samen met Jan Sluyters, vele tekeningen waarin
hij het Duitse militarisme aanklaagde. Zijn sterk sociaal
gevoel brengt hem steeds weer in actie. Op het Amster
damse Rokin gingen de tekeningen grif van de hand.
Samen met Leo Gestel nam hij met zeven tekeningen deel
aan een internationale tentoonstelling van anti-Duitse en
anti-oorlogs-prentkunst.
De jaren twintig van de vorige eeuw vormden een bloei
periode van het anarchisme in Nederland. De Russische
Revolutie en andere opstanden aan het einde van de Eer
ste Wereldoorlog hadden ook hier 'revolutionaire verwach-
Ponstijn in zijn atelier, 1958. Collectie Jet Baruch*
tingen' gewekt. Er was sprake van een groeiend aantal
stakingen en als gevolg van de afkeer van de oorlog nam
het aantal dienstweigeraars toe en bloeiden antimilitaristi
sche organisaties op. Kunstenaars van eigen bodem, zoals
Jan Ponstijn en Jo Voskuil, leverden daaraan hun bijdrage.
Tijdens de hongersnood in Rusland (1921) had Ponstijn
een groot aandeel in de hulpactie die in ons land gevoerd
werd. (De kinderen in de Sovjet-Unie stierven in die dagen
van de honger, terwijl in Amerika de locomotieven werden
gestookt met graan, schreef hij in een van zijn herinnerings-
verhalen.) Later, tijdens het opkomend fascisme, stond hij
in de voorste rijen der kunstenaars die de strijd tegen het
nazi-gevaar aanbonden. Hij maakte oorlogsprenten en
haalde fel uit in het gedicht Guernica. Uit het archief van
Ponstijn zelf:
Ponstijn protesteerde hevig tegen de boekverbranding
door de nazi's. Het kwaad in de wereld van Eerste en
Tweede Wereldoorlog, van dood en vernietiging, van
fascisme en haat, was hem bekend en deed hem feilloos
kiezen. Hij weigerde dan ook lid te worden van de door