recensie in het Noordhollands Dagblad vermeldt: Hij laat
weer eens zien dat hij vooral als grafisch kunstenaar tot de
hoogbegaafden behoort. Hij heeft de laatste jaren veel por
trettekeningen gemaakt op donker papier, waarbij hij door
een vleugje wit hier en daar de tekening weet te verleven
digen. Naast het bekende zelfportret zijn er tekeningen van
enkele typen uit Bergen. Van zijn vlotte naakttekeningen
zijn die, welke het meest schetsmatig op het blad gezet zijn,
het knapst. In zijn pastels worden de contouren door houts-
koollijnen fraai verstevigd, zoals in de pastel van een Huizer
vrouwtje. In zijn olieverfschilderijen bereikt Jan Ponstijn niet
dat hoge peil waarop zijn grafisch werk staat. Zijn doeken
zijn minder spontaan en, zo lijkt het, moeizamer ontstaan.
Zij boeien meer door de coloriet dan door de vormgeving.
Maar desondanks blijft Jan Ponstijn, in weerwil van zijn
hoge leeftijd, nog steeds een boeiend figuur in de Bergense
schilderswereld.
In 1963 wordt er vanuit het KCB in Huize Kranenburgh
een jubileumtentoonstelling gehouden van het werk van
de dan tachtigjarige Jan Ponstijn. Het betreft een over
zicht van zijn werk van 1907 tot 1963, die echter geen
volledig beeld van zijn werk gaf. Daarvoor zou het nodig
geweest zijn werken uit particulier bezit in bruikleen te
vragen en dat had de exposant niet willen doen. Een
grote schare vrienden en collega's, onder wie Matthieu
Wiegman, Kasper Niehaus en Peter Alma, is bij de ope
ning aanwezig om van hun belangstelling en sympathie
voor de vitale en strijdvaardige kunstenaar te getuigen.
KCB-voorzitter Pluis en burgemeester De Ruiter doen het
woord. De gemeente heeft dan na eerdere aankoop van
het schilderij Portret Roggeveen in 1956 - wederom twee
werken van Ponstijn aangekocht: de tekening Zonnebloe
men uit 1923 en het schilderij Polder aan de duinrand uit
1940. Tijdens de opening houdt Ponstijn zelf een uiterst
boeiende verhandeling over het 'kunstenaar worden'
en het veranderende tekenonderwijs. "Ik heb nooit uit
plezier geprotesteerd, maar omdat het moest. En ik schilder
wat ik zelf mooi vind, niet wat anderen graag willen."
Ponstijn exposeert op dat moment ook samen met
Lucebert en beeldhouwster Jeanne Bijlo op de tentoon
stelling '150 jaar Nederlandse Kunst' van het Waarheid
festival te Amsterdam, met onder andere een zelfportret
tegen een achtergrond van rode vlaggen en speciaal
voor deze tentoonstelling opnieuw een tekening Budel,
omdat de andere tekening op zijn jubileumtentoonstel
ling in het kunstenaarscentrum in Bergen hing.
In 1983 was er ter gelegenheid van de honderdste ge
boortedag van Ponstijn een tentoonstelling van zijn
werken in het gemeentehuis van Bergen (Ponstijn was in
1970 overleden).
In 1984 waren in het kader van de kunstenaars en hun
ateliers werken van Jan Ponstijn opgesteld op een ex
positie in Het Sterkenhuis getiteld Bouwen in Bergen;
tachtig jaar bouwkundige ontwikkelingen in een dorp. In de
notulen van de Museumcommissie van Het Sterkenhuis
van 21 mei 1984 is te lezen: Mevr. Baruch-Ponstijn is niet
tevreden met de opstelling van de werken van haar vader op
een tentoonstelling 'Bergense bouwkunst van de 20ste eeuw'.
Toch schonk zij datzelfde jaar nog een paar etsen van
haar vader aan het museum.
23
JAN PONSTIJN, KUNSTENAAR, SOCIALIST EN MENS
83. Boerderij (teekening)
84. Cactus (aquarel)
85. Kruik (aquarel)
Uit de catalogus bij de herdenkingstentoonstelling Bergen aan Zee 1931
Zelfportret, gemaakt voor de tentoonstelling Kunst in Vrijheid in het
Rijksmuseum, 1945. Collectie Jet Baruch*