Over de tentoonstelling Het Portret in Amsterdam in 1945 schrijft De Waarheid: Jan Ponstijn is bekend om zijn bloe- menpastels. Maar het geschilderd vrouwenportret en de twee geteekende mannenkoppen bewijzen dat ook het portret hem goed ligt. Later zal Wim Klinkenberg in een boekje ter ge legenheid van de tentoonstelling in 1983 (ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Ponstijn) schrijven: Zijn zelfportretten behoren tot het beste dat hij heeft gemaakt en vertellen ons veel over hem. een collectie knappe etsen en tekeningen kan bewonderen, die in het bereik van ieders beurs liggen. In datzelfde jaar zijn er tentoonstellingen in Het Huis met de Pilaren en in kunst zaal Boendermaker. Ponstijn was - als veel kunstenaars - een vriend van de Boendermakers. Slechts zes van zijn werken werden in de collectie van Boendermaker opge nomen. In 1958 is er een tentoonstelling van Jan Ponstijn in het KCB te Bergen. De Alkmaarsche Courant meldt in een recensie: Wat zijn doeken betreft, enkele olieverven, veelal met zonnepitten als onderwerp, doen ons denken aan soortgelijke werken van Gestel, van wie Ponstijn een groot bewonderaar is. Ook exposeert hij in De Rustende Jager, waarover later meer. 22 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2016 Secretaris Ponstijn, getekend door Gestel. Collectie Stadsarchief Amsterdam. Uit: M. van Noort. Gestel in Bergen delijk Museum Amsterdam en in 1912 neemt hij deel aan zijn eerste groepstentoonstelling. In 1921 exposeert hij op de Nederlandse groepstentoonstelling in Madrid - de enige keer dat Ponstijn in het buitenland verblijft. Eenmaal in Bergen, exposeert Ponstijn met andere kun stenaars in villa Russenduin tijdens de herdenkingstentoon stelling van het 25-jarig bestaan Bergen aan Zee in 1931. Twee jaar later is er een tentoonstelling van zijn tekenin gen (vooral landschappen) en aquarellen in de Bergensche kunsthandel van Piet Hopman in de Raadhuisstraat. In De Takel, de kunsthandel van Martien Hopman in de Dorps straat, exposeert Ponstijn in 1941. In 1947 exposeert hij opnieuw in de kunsthandel De Takel, waar men - aldus de Alkmaarsche Courant - van Ponstijn Wiertdijkje 16 in 1926. Collectie Jet Baruch* Bergense kunstenaars nemen in 1951, in navolging van Amsterdamse kunstenaars, het initiatief om hun werk be schikbaar te stellen om hun grootse voorganger, Vincent van Gogh, te eren. Zo ook Jan Ponstijn, die Van Gogh be wondert en vaak lezingen over hem houdt. Allereerst werd een tentoonstelling van de werken gehouden in de Volks hogeschool 't Oude Hof, die daarna 'op z'n Amerikaans' werden geveild in het befaamde vermaakscentrum De Rustende Jager. De opbrengst van deze Van Gogh-actie, georganiseerd door dagblad De Telegraaf, zou - zo is in De Telegraaf te lezen - worden aangewend om de pastorie te Nuenen aan te kopen en te herstellen, waar Van Gogh - zij het heel kort - heeft gewoond en gewerkt. De pas torie is uiteindelijk nooit een museum geworden. Wel is in het oude gemeentehuis van Nuenen nu het Vincentre gevestigd. In 1961 exposeert de inmiddels bejaarde Jan Ponstijn in Huize Kranenburgh met oud en nieuw werk, waaronder veel tekeningen, enkele pastels en een enkel doek. De

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2016 | | pagina 22