Jan Ponstijn Kunstenaar, socialist en mens Jan Ponstijn - vooral bekend als schilder van stillevens in impressionistische stijl - wordt wel tot de Bergense School gerekend. Maar zelf vond hij: "Er is helemaal geen Bergense School. Nooit geweest." Wie was deze kunste naar, die voor Bergen zo veel heeft betekend? Veelzijdig 20 PIM VAN DER WERF Jan Ponstijn, Amsterdam 1908. Collectie Jet Baruch Jan Petrus Ponstijn werd op 3 oktober 1883 in Amsterdam geboren en bracht een groot gedeelte van zijn jeugd door in De Pijp. Van zijn vader, timmerman, meubelmaker, ar chitect en een groot vereerder van Domela Nieuwenhuis, erfde hij de liefde voor het ambacht en zijn sterk sociaal gevoel. Als kind tekende hij al graag aan de hand van te kenvoorbeelden van Van Gogh. Samen met Leo Gestel bezocht hij rond 1900 de Rijksnor maalschool voor Teekenonderwijzers, toen gevestigd in de twee torens van het Rijksmuseum te Amsterdam. Na twee jaar op die school kreeg hij werk bij het kantoor van de architect C. van Arkel; daarna werkte hij voor verschil lende meubelfabrieken als meubelontwerper. In 1908 werd hij ook tekenleraar en leraar handenarbeid aan verschil lende Amsterdamse scholen. Daarmee was hij echter niet tevreden. "Ik wilde schilder worden en geen leraar in het tekenen", schrijft hij in een van zijn herinneringsverhalen. Om zich als schilder te bekwamen, ging Ponstijn in de leer bij Theodorus Molkenboer, Jan Derk Huibers, Hendrik Pie- ter Koekkoek (voor wie vader Ponstijn lijsten maakte) en Jan Visser. Verder legde hij zich toe op boekbinden, stem- pelsnijden en het drijven van koper en zilver. Af en toe maakte hij sieraden en hij leerde zichzelf tegels beschilde ren. In de Tweede Wereldoorlog beoefende hij ook nog de etskunst, hetgeen hij leerde van etser, vriend en buurman Ko Koeman, die hem een vlotte leerling noemde. Naar Bergen In 1907 treedt Ponstijn in het huwelijk met Henriëtte van Hilten. Twee jaar later wordt hun enig kind en dochter geboren: Harmina Catharina (Mimi). In 1926 liet Ponstijn in Bergen aan het Wiertdijkje nummer 16 zijn 'atelier met slaapgelegenheid' bouwen. Daar waar het bos opeens overgaat in een polderlandschap met koeien en een wa zige duinenrand in de verte. "De grond was niet al te duur, net buiten het dorp met bos aan de ene kant en weiland aan de andere kant van de weg." Hij had zichzelf bouw kundig tekenen geleerd en dit 'landhuisje' zelf ontworpen met hulp van architect Roggeveen. Het huis kreeg de naam Vincent. Op verzoek van Ponstijn kreeg de weg tussen het Wiert dijkje en de Buerweg - eerder ook Boschweg werd ge noemd - in 1927 de naam Vincent van Goghweg. Volgens Ponstijn had de gemeente Bergen "veelaantrekkelijks voor de moderne schilders en zou een naam als bedoelde, bij velen zeker een groote sympathie ondervinden". Zijn verzoek werd gesteund door de schilders Gerrit van Blaaderen, Leo Gestel en Matthieu Wiegman, kunstenaars naar wie enkele jaren eerder nieuwe wegen in de buurt Tuindorp waren vernoemd. Weliswaar adviseerden Burgemeester en Wet houders de gemeenteraad het voorstel af te wijzen (met het argument dat wanneer er aan nieuwe wegen schilders namen zouden worden gegeven, deze in een bepaalde wijk zouden worden gegroepeerd), maar na enige discus sie in de raadvergadering werd uiteindelijk toch gunstig beschikt over het verzoek van Ponstijn om de weg te noe men naar de schilder Vincent van Gogh. In 1935 vestigt Ponstijn zich definitief in zijn atelierwoning in Bergen, mede vanwege zijn vriendschap met Leo Gestel. De woning wordt dan uitgebreid met een huiska mer. Het pand ligt met de lange vleugel evenwijdig aan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2016 | | pagina 20