VI oviA—> C^;rA. V^'J a^O^-, haere genade mevrouwe Elisabet Graefinne van Holsteijn Schouwenburch Sterneburch, vrouwe van Geemen ende Bergen, geboore graefinne ende Ed[ele] vrouwe van der Lippe weduwe uijt crachte van sijne schriftelijcke commissie ende autorisatie tot die bedieninge van 't selve ampt gecommitteert ende gelast ende geautoriseert, committeert ende [ge]last ende autoriseert bij deesen Reijer Gerrits van Schoorel met volcoomen macht omme 't selve offijtie van secretarisschap in aller getrouwicheijt te bedienen ende hem in alles te draegen als een vroom ende goet secretaris betaempt ende dat op soodanige sallarissen, baeten ende proffijten als de voorgaende secretaris[sen] van Bergen hebben gehadt ende genooten Alsoo dagelijx veele ende diverse clachten coomen dat verscheijden persoonen van tijt tot tijt ende hoe langer hoe meer haer metter woon coomen te begeren in de banne ende heerlijckheijt van Bergen sonder alvooren te exhibeeren [geldige documenten ter hand te stellen] ende over te leveren wettelijcke verclaringe van de magestraeten haeren laeste woonsteede over haere deugdelijcke comportementen, ende daer op te versoecken ende te bekoomen behoorlijcke admissie, streckende tot merckelijck naedeel ende beswaernissen van de goede ingesetenen der voors. heerlijckheijt en wijl soodanige persoonen sonder schot ofte lot [schot en lot belastingen] te betaelen ofte andere lasten te draegen, nevens andere ingesetenen trachten te genieten alle benefiten ende voordeelen van de plaatse, gemerckt oock d'selve voor meerendeel onvermoogende ende behoeftich sijnde, ende subsidie tot onderhout van noode hebben waer door den rechten armen merkelijck vercort werden, alle 't welck in een wel gepoliceerde [beschaafde] heerlijckheijt niet behoort geleeden te werden ende alhoewel voor deesen tot voorkoominge van soodanige onbehoorlijckheijden bij speciale keure, het onbehoorlijcken incoomen van buijtenluijden sulxs verbooden is geweest sich dat echter de selve keure met punitieeren [straffen] nae behooren onderhouden sijnde daeromme alsnoch naeder daer inne dient voorsien te werden... Reijer Gerrits, secretaris is een eerlijck jongman staande ter goeder naem ende faem ende heeft het secretarisschap den tijt van vier jaeren in aller getrouweheijt bedient tot genoegen van de regeerders, hebben hem in handel ende wandel gedraegen ende gecomporteert als een eerlijck secretaris behoort, niet berucht noch achterhaelt over eenige quade feijten off daeden daer wij van weeten Acte van legaliteijt Wij n, schout nn, scheepenen der heerlijcheijt B certificeeren mitsdeesen dat Reijer Gerrits, secretaris tot Bergen woonende in de heerlijckheijt B geadmitteert is openbaer notaris, staen- de ter goeder naem ende faeme ende dat sijne schriften ende documenten volcoomen geloove meriteeren [waard zijn]. Alles oprecht in oorconde der waerheijt soo hebben ick schout voornt. nae dat mijne voorn. scheepenen deesen geteijkent hebben, mijne seegel hier beneeden opgedruckt op ten 7 junij 1646. 9 AANTEKENINGEN VAN EEN SECRETARIS VAN BERGEN Reijers beschrijving van de eerstesteenlegging van Het Hof te Bergen door Studler van Surck (1647). Voor de transcriptie: zie pagina 10 Gerritsz. tot secretaris te benoemen. Zo'n maand later, op 12 december 1640, wordt hij benoemd tot secretaris bij monde van Johan Leenman als gedeputeerde van De vele functies van de secretaris We zien Reijer voor het dorp Bergen in allerlei ambtelijke functies optreden. In diverse akten wordt hij onder andere genoemd als rentmeester van Studler van Surck, hij bekleedde een functie in het polderbestuur van de Oudburgerpolder, was inner van belastingen en functioneerde als cappeteijne' eiser bij de vierschaar, zoals de plaatselijke rechtbank in die tijd werd genoemd. In het dorpsarchief vinden we een keur, een soort A.P.V. (Algemene Plaatselijke Verordening), die Reijer Gerritz. als secretaris voor de schout en de schepenen opstelde en ondertekende. Eén artikel in deze keur is het antwoord van het dorpsbestuur op de klachten van de bevolking dat zich steeds meer ongewenste vreemdelingen in het dorp willen vestigen, zonder overlegging van een zogenaamde akte van indemniteit, waarin het bestuur van de vorige woonplaats zich garant stelde voor de nieuwkomer als die binnen een bepaald aantal jaren tot armoe mocht geraken. Vandaar ook de passage: door den rechten armen merckelijck vercort werden' enz. Oftewel: eerst zorg voor de eigen inwoners. Notaris In 1644 vraagt Reijer Gerritsz. het bestuur van Bergen om benoemd te worden tot notaris, om daarmee, zo schreef hij, de bevolking beter van dienst te kunnen zijn. De schout en de schepenen waren kennelijk zeer tevreden over hem en verklaarden in 1644 naar aanleiding van zijn verzoek: In zijn memorieboek vinden we de kopie van zijn benoeming tot openbaar notaris in Bergen:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2016 | | pagina 11