Hier Leyt Be[graven] Reyer Gerrit[sz secre]aris tot Ber[gen]/ En Lantmete[r sterf] den 8 Marty [16..]/ Ende syn Huys[vrouw]/ Aecht Maeyers [is] in den Heere [gerust] den 2. Iulii [16..]. een huijs, erve ende bomgaert staen[de] ende leggen[de] tot Bergen benoorden de kerck belent met den gemene wech ten suijen, de voors. Aecht Meijers aen ct west ende noort, de erffgenaemen van Cornelis Aeriens Gooien aen 't oost. (Men heeft gemerkt dat de naam Meiers op vele manieren geschreven is. De namen zijn letterlijk overgenomen zoals ze in de diverse aktes te vinden waren. In de Gouden Eeuw bestond er nog geen officiële schrijfwijze, men schreef het fonetisch op of zoals men dacht dat het geschreven kon of moest worden.) Aen mijne eersaeme heeren den schout, scheepenen ende achtsluijden representeerende den gemeente van B[ergen] in K[ennemerlant] Geeft reverentelijck met eerbiedicheijt te kennen Reijer Gerrits, geswooren landtmeter bij den hove van Hollant geadmitteert, buijrgesel tot Schoorel in de heerlijckheijt van Brederoode, hoe dat hij van goeder hant verstaen heeft dat het secretarisschap van B jegenwoordich is vaceerende, ende datter verscheijden parsoonen om ct selve te becoomen daer nae solicijteeren, ende alsoo den voorn. suppliant hem bij sijnen vader den secretaris van Schoorel ende Camp, in de pracktijcke heeft geoeffent ende sulcxs dat hij (sonder beroeminge gesproocken hem bevint bequaem om ct voorts. offijtie te bedienen), hebbende meede geoeffent de conste van de lantmeterij daer toe hij van ct hof alreede is geadmitteert. v. i ij Afs-i h-1 V H - iTfi (Z]fhy-.Ay ib attesteeren wij dat Reijer Gerrits sijnde den soone van den voorn. secretaris, is een eerlijck stil, seedich ende bequaem jongesel, geensins beruchticht met eenige quade feijten ofte daeden, geen dronckaert, maer een nuchteren beleeft jongman, die seer neerstich is in ct gehoor des godelijcken woorts, versoeckende derhalven seer dienstelijke aen den geenen daer deesen onsen attestatie vertoont soude moogen worden, dat die selve voorgemelte persoonen voor soodanige verkent ende aengenoomen moogen werden ende dat haer deesen onse letteren van getuijchgenisse moogen strecken, nae behooren gedaen tot Schoorel op ten 15 october 1640. 8 BERGENSE KRONIEK, APRIL 2016 Reijer Gerritsz. stierf op 8 maart 1659 en is begraven in Schoorl. Zijn beschadigde grafsteen vermeldt: Op 10 februari 1660 verkocht de weduwe Aecht Meijers voor f 502-10-0 (502 gulden, 10 stuivers en 0 penningen) een deel van het huis dat ze bewoonde aan de schout Jan Cornelis Goolen. De beschrijving van het verkochte luidde: Reijer was 'gezworen' (beëdigd) landmeter. In zijn memorieboek zijn dan ook voorbeelden en tabellen van landmaten te vinden, die hij ooit overschreef uit het 'Tractaet van de roeden en landtmaten'. Van zijn kundigheid als landmeter heeft zijn latere werkgever de heer Studler van Surck gebruik kunnen maken bij de verwezenlijking van Het Hof. Secretaris van Bergen In 1640 solliciteerde Reijer bij het dorp Bergen naar de betrekking van secretaris die op dat moment vacant was. De sollicitatiebrieven en aanbevelingsbrieven - of kopieën of kladjes daarvan - zijn bewaard gebleven in het memorieboek en in de archieven, evenals het besluit om hem daadwerkelijk aan te stellen als secretaris. De sollicitatiebrief luidde: cnn.rmA\hum -f, Handtekeningen van Reijer Gerritsz. als klerk en die van zijn vader, de notaris (1637) e a Ondertekening op 16 november 1640 door Reijer Gerritsz. van een van zijn eerste aktes als secretaris van Bergen waarin iemand voor de hoge vierschaar werd gedaagd. De baljuw was Quyring van der Maes, tevens houtvester van Bergen. Reijer Gerritsz. was dus al in dienst van Bergen voor hij door de vrouwe van Bergen officieel werd aangesteld. Transcriptie: Ter ordonnantie van de balju bij mij secretaris Reijer Grs van Schoorl, secretaris Arv iG 'ht-'ZEh Transcriptie: Reijer Gerritsz. secretaris tot Bergen als rentmeester van den heere van Bergen, eijser (in een rechtszaak) Uit een aanbevelingsbrief van de kerkenraad te Schoorl: Op 7 november 1640 geven de schout, schepenen en de achtslieden van Bergen hun instemming om Reijer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2016 | | pagina 10