i-f-L J* N&Z- .XlL-fX tfcu1 Tci - Hi/?UC x O T KAIVAAJj Chris Ij li ft B e i 'ii a r tl 122 ft 2)cc cm e er 2 4 S0 7ia dl i<'a/c 1 r C A-' T li O F I t vjl n ii i: Z.M.Fr eg at Bell cm a /o Decern 4?er Z 4 4 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2015 L-5'mTinr.^n-rr-r-^--r V SCXf> itÉ» 4t—.c.-. ir *~.r ir-rn'.^ü. So Deel van een kopergravure van Cornelis van Baarsel ter gelegenheid van de opening van het Groot Noordhollandsch Kanaal. Bezit Theo de Graaff. en dat de tollen te Schoorl en Koedijk door de Stad Alk maar werden verpacht. De tarieven van de tolgelden, te vorderen aan de passanten, werden bepaald volgens Zijne Majesteits (Willem II) Besluit van 6 augustus 1841 No. 323. Opmerkelijk is dat in dit Besluit ook de tol bij de eerdergenoemde Schulpweg van Bergen tot Alkmaar (de huidige Bergerweg) was opgenomen. In vijftien artikelen werd verordonneerd waaraan de tolgaarder zich had te houden. Zo noemt artikel 4 de plichten van de tolgaarder: 'bij aankomst van den reiziger de tol ontvangen, zonder enig oponthoud en alle in het Rijk gangbare munten aannemen De inkomsten uit de verpachtingen dienden te worden gebruikt voor het onderhoud van de betreffende wegen. Als brugwachter te Koedijk wordt Klaas Kleijenburg be- edigd. Hij krijgt een traktement van 7,-- per week en pacht de tol en het tolhuis voor 210,-- per jaar. Dit is een van de veertien tollen op de Rijks route van Heemstede tot Den Helder, een afstand van ruim 100 km. Bij elk van de tollen op dit traject was een ruiter te paard 0,05 aan tol verschuldigd; in totaal dus 0,70. Voetgangers konden tolvrij passeren, evenals de hondenkar, die veelal werd gebruikt als invalidenvoertuig of als transportmiddel voor neringdoenden als bakkers en dergelijke. Tol aan de Schulpweg De verpachting van de tol aan de Schulpweg werd uitge voerd door de gemeente Bergen. Hiervoor diende wel elke drie jaar toestemming te worden gevraagd aan Zijne Majesteit. Op 1 januari 1842 ging Bergen een erfpacht overeenkomst voor 99 jaar aan met het polderbestuur van de Bergermeer voor een stuk grond direct ten noorden van de Dikke Molen a 7,-- per jaar voor de bouw en onderhoud van een 'behoorlijk' tolhuis. Een van de voor waarden was dat er rond de woning geen bomen mochten worden aangeplant vanwege het windrecht van de molen. Als eerste pachter meldde de gemeentebode Joost Ivangh zich reeds aan in 1840, echter met het verzoek of hij zijn functie als bode mag voortzetten en of hij gedurende zijn afwezigheid door de veldwachter mag worden waargeno men voor de helft van zijn traktement als bode. Bij de verpachting van de tol vanaf 1899 werd het recht toegevoegd de pacht op te zeggen binnen drie maanden na opening van de tramlijn Alkmaar - Bergen. In 1900 eindigde de bemoeienis van het Rijk met het tol heken. Dit betekende niet dat de gemeente Bergen deze bron van inkomsten liet varen. De gemeente verpachtte nu de tol aan de Schulpweg/Bergerweg onder dezelfde con dities, echter in termijnen van vijf jaren. In de gemeenteraadsverslagen worden als pachters van de tol aan de Schulpweg/Bergerweg onder meer genoemd H. Hilbrand, P van den Berg, D. Laan Jzn, M.C. Bruin, en A.J. Peeck uit Schoorl. Deze laatste stond borg voor J. Huisman als zetbaas. Deze Huisman bleek, na herhaalde aanmaningen, onwillig om aan zijn financiële verplichtin gen te voldoen, waarop Peeck door de gemeente aanspra kelijk werd gesteld. Om verdere problemen te voorkomen, maakte deze gebruik van het recht de pacht binnen drie maanden na de opening van de tramlijn op de zeggen, wat nog net het geval was. Pieter Schoen was de volgende tolgaarder. Zijn kleinzoon Peter geeft op pagina 6 een indruk van het reilen en zei len van het tolheffen. In 1915 trok Pieter Schoen zich als tolgaarder terug en werd de tol door Reindert Tolsma gepacht, voor 2305,-- per jaar. Hoewel ons land tijdens

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2015 | | pagina 6