20
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2015
Boerderij De Franschman in de huidige staat
schilder Jan van Herwijnen in 1965 naar zijn laatste rust
plaats gebracht.
Thijs Veldt was ook actief in de gemeentepolitiek, vanaf
1966 als gemeenteraadslid voor de KVP en later, tot 1980,
als wethouder, waarbij hij bepaald geen blad voor de
mond nam.
Gré vertelt: "Wij hadden een gezin met vijf kinderen. Maar
ondanks alle drukte werd er nooit geklaagd. Ook niet als
hij midden in de nacht moest opstaan voor de beesten.
Zijn motto was altijd: 'Niet zeuren, doorgaan'."
Gré Veldt-Blankendaal in 2014
Andere activiteiten bij De Franschman
In het begin van de 20ste eeuw werd er vanaf De
Franschman door de familie Van Reenen duinzand aan
particulieren verkocht. Dit zand kwam uit een zandgat
dat vlak bij de boerderij lag. Voordat een koper zand
kon scheppen, moest hij eerst een bonnetje halen in
de boerderij, aan een loket met bel. Dat betekende
dat er altijd iemand van het boerengezin thuis moest
zijn. Later had men van het loket naar de stal een
koordje gespannen met een belletje eraan. Een boe
renwagen volgeladen met zand koste 25 cent. Het
eigendom ging rond 1930 over naar de BEM.
De koeien van De Franschman werden geweid in het
weiland bij het Wiertdijkje en moesten soms naar een
ander weiland of naar de stal. Dan liepen ze over een
dam op de plaats waar nu een picknicktafel staat. Ook
liepen ze wel via de Eeuwigelaan (de Donkere Hoek).
De schapen en ossen werden geweid in het binnen-
duin; het grazige weiland werd gereserveerd voor de
koeien, die immers meer (melk) opbrachten.
De boer moest ook de duinvalsloten (duinwatersloten)
onderhouden. Door deze sloten stroomde veel mi
neraalrijk water, waardoor planten welig tierden. Dat
maakte het onderhoud behoorlijk arbeidsintensief.
In de jaren dertig was er ook sprake van konijnenover-
last. Soms zaten er 's avonds wel 300 konijnen zich
tegoed te doen aan het malse jonge gras. Het in toom
houden van de konijnenstand was het werk van de
jachtopziener van Van Reenen, Piet Roozing. Dat ge
beurde door het zetten van klemmen.
In 1986 startte Cathrien Veldt-Eisma - schoondochter
van Thijs en Gré - met de verkoop van boerenkaas.
Zij had zich daarvoor in het maken van kaas verdiept
en cursussen gevolgd. Door in de praktijk telkens iets
uit te proberen lukte het steeds beter om een eigen
recept voor een smakelijke Goudse boerenkaas te ont
wikkelen. Het verschil tussen boerenkaas en fabrieks-
kaas is dat de boerenkaas niet wordt gemaakt van
gepasteuriseerde melk (verhit tot 72 graden), maar van
zogenaamde rauwe melk (verhit tot 32 graden). Dat is
de ideale temperatuur om kaas te maken, dan blijft de
smaak beter behouden.
Het 'kazen' is zwaar werk; vooral het uit de pekelbak
halen en het keren van de pas gemaakte kazen. Het
(te) zware werk werd Cathrien uit handen genomen.
Anno 2015 levert de kaasboerderij 'De Franschman'
haar kazen aan particulieren en restaurants in de regio.
Bronnen
Jan Zwakman, Gré Veldt-Blankendaal, krantenartikelen
Fotografie: Yvon Bos Eyssen en Bert Veer