Boerderij De Franschman
en haar bewoners
Een van de bekende panden in Bergen is
de boerderij De Franschman, gelegen bij de
splitsing Eeuwigelaan - Herenweg - Zeeweg.
Yvon Bos Eyssen ging op zoek naar de
geschiedenis van de boerderij en haar
bewoners.
18
YVON BOS EYSSEN
De Franschman op een ansichtkaart
uit het begin van de vorige eeuw.
'De Franschman' is een van de namen in Bergen die herinne
ren aan de Slag van Bergen van 19 september 1799, net als
de Russenweg, de Fransche steeg en het Slagduin. De naam
De Franschman is ontleend aan menselijke resten van een
Franse soldaat die op het terrein zijn gevonden. Dat het een
Franse soldaat betrof, heeft men kunnen vaststellen aan de
hand van een uniformknoop.
Het terrein De Franschman was sinds 1851 eigendom van
de familie Van Reenen, die dit verkreeg als onderdeel van
de aankoop van de gewezen heerlijkheid. Vóór die tijd be
hoorde het bij het huis Rampenbosch. Ten westen van de
Herenweg werd in 1854 de boerderij gebouwd; voor 1854
stond er op die plek nog geen bebouwing. Het deel dat in
1854 werd gebouwd, is nu het voorhuis. Het werd 'het witte
huis' genoemd. Het huidige achterste deel van de boerderij,
de 'afgesneden' stolp, is in 1904 herbouwd, nadat de eerder
gebouwde stal was afgebrand. Ook bij die uitbreiding wer
den menselijke resten gevonden, waarschijnlijk eveneens van
een Franse soldaat. Naar verluidt is dit skelet later als les
materiaal gebruikt op de ULO-school aan de Beemsterlaan.
De grond bij de boerderij lag aan de overkant van de
Eeuwigelaan/Herenweg, waar de Van Reenens vrijgeko
men land van het huis Rampenbosch tot weiland hebben
laten omwerken. Daar stond ook een schuur met een rieten
dak, waar de schapen en ossen van de Van Reenens waren
gestald. Deze dieren werden in het duin geweid. In deze
schuur werden na 1906 kalkzandstenen gefabriceerd voor
de ontwikkeling van Bergen aan Zee.
Bewoners van De Franschman
De eerste huurder van De Franschman was Nardus Burge
ring, die de boerderij tot 1904 huurde. In dat jaar brak brand
uit door blikseminslag. Gelukkig bleef het witte woonhuis
gespaard. Mogelijk is dit te danken aan het feit dat het
woongedeelte van het bedrijfsgedeelte was gescheiden
door een brandmuur.
Na de brand begon Nardus Burgering een melksalon in
Castricum. In 1909 kwam hij terug in Bergen wonen, aan
Lijtweg 24, waar hij een koetsiersbedrijf startte. Als aapjes
koetsier (een koetsier met een opzichtig uniform) bracht hij
toeristen van het station in Bergen naar hun bestemming.
Vervolgens betrok de familie Witse de boerderij, die er
boerde tot 1919. Daarna volgde de familie Bakker, die er