Van Rust Wat tot Taqa
Steden en dorpen vormden honderd jaar
geleden nog hechte en vaak geïsoleerde
gemeenschappen. Men werkte zes dagen in
de week en zondag was een (christelijke)
rustdag. Aan het begin van de 20ste eeuw
kreeg een steeds grotere groep uit de
samenleving tijd en geld om te recreëren en er
op uit te trekken. De eerste gelegenheden
buiten de bebouwde kom boden reizigers en
recreanten een moment van rust. In dit artikel
willen we zo'n plek - halverwege Bergen-
Alkmaar - nader duiden binnen de tijdspanne
van ruim honderd jaar. In de maalstroom van
de tijd en na schokkende gebeurtenissen
veranderden de behoeften van mensen.
Essentieel is het keerpunt van de Tweede
Wereldoorlog. Voor die tijd bood de
genoemde plek rust en ontspanning in een
landelijke omgeving. Daarna werd de plek
opgenomen in de maalstroom van
vrijheidsdrang, recreatie en expansie van de
naoorlogse samenleving. En de ondernemer
paste zijn bedrijf aan...
13
KEES VAN DER HOEK
EN ROEL KUIPERS
Halverwege tussen Bergen en Alkmaar stond begin 20ste
eeuw aan de Bergerweg een café met de naam Rust Wat.
Een naam die aangaf dat de reiziger/recreant in dit landelijke
gebied nodig aan een rustpauze toe was - en daartoe ge
legenheid bood. Wat een verschil met nu: anno 2015 gaan
mensen vanuit Alkmaar 'even' naar Bergen; met enkele pe
daalslagen over een vlak fietspad komen ze er moeiteloos.
Een boodschap vanuit Bergen in Alkmaar? Tweemaal het
gaspedaal indrukken en je bent uit en thuis! Dat was in het
verleden wel anders: te voet, met paard (en wagen) om het
Bergermeer heen, of varend over het water, was de tocht
van Bergen naar Alkmaar of andersom een vermoeiende en
tijdrovende onderneming. Ook na de drooglegging van het
Bergermeer in 1565 bleef het eeuwenlang een logistieke
opgave om personen en goederen van 'A' naar 'B' te ver
voeren. Laat staan dat het een recreatief tochtje was. Tenzij
er halverwege een plek zou komen om uit te rusten... Dat
heeft ook Gerbrand van den Berg, geboren in 1878, door
het hoofd gespeeld. Met zijn vader, moeder en oudere broer
Piet groeide hij op in het kleine witte woninkje, dat nu nog
naast het pretpark De Batavier (het vroegere Pesiebad) zicht
baar aan de weg staat. Toentertijd lag het huisje halverwege
.iUVH.i.iU'
Café Rust Wat rond 1926 op een oude ansicht. Collectie Regionaal
Archief Alkmaar
de toenmalige Schulpweg, midden in de Bergermeerpolder.
Zijn vader was melkboer en had een melkwijk in Alkmaar.
Omdat zijn broer Piet de voorbestemde opvolger was voor
de melkventerij van zijn vader, ontwikkelde Gerbrand zijn
talenten als veekoopman. Na het overlijden van zijn vader in
1912 en het vertrek van zijn broer Piet bleef hij met zijn moe
der achter in het kleine witte huisje.
Rust Wat
De 'zakenman' Gerbrand van den Berg zag meteen de mo
gelijkheden toen een stuk weiland, gelegen in de Berger
meerpolder, te koop kwam. Het stuk grond (in het Kadaster
ingeschreven als 'gemeente Bergen, sectie E nummer 175',
zie kader) lag in de hoek tussen de Molensloot en de huidige
Bergerweg, op de plaats waar nu het fietspad van de Berger-
weg afbuigt (rond het parkeerterrein), halverwege Alkmaar
en Bergen. Hij kocht de grond op 12 april 1911 voor f 1000,
bouwde er een schuur voor zijn vee en liet er ook een café
annex woning neerzetten met de naam Rust Wat.
Hij kreeg echter nog geen vergunning ingevolge de Drank
wet, omdat in Bergen het maximum van twaalf vergunningen
al uitgegeven was. Pas in 1915 kwam die vergunning
er. Nu was hij veekoopman én cafébaas. Aanvankelijk ont
ving zijn moeder overdag de langskomende reizigers en
recreanten, 's avonds was Rust Wat 'buurtcafé' en was het
Gerbrands beurt.
In 1915 trouwde Gerbrand met zijn huishoudster Gertruida
Koopmans, 27 jaar oud. Ze kregen drie zoons en twee doch-