bouwen kerken en de vechtlustige bisschoppen zetten regel
matig hun mijters even af om het slagveld te betreden.
De familie Van Haarlem, schatrijke grootgrondbezitters
De Van Haarlems hebben zeer oude papieren, zoals te zien
is in tabel 1. Het zijn vrije edelen die behoren tot de oudste
adel van ons land. In grafelijke oorkonden staan hun stam
vader Allard van Haarlem, zijn broers en zijn nakomelingen
vaak bovenaan in het rijtje ondertekenaars. Dat geeft aan
dat zij behoren tot de 'inner circle' van de graaf van Holland,
die zij ook begeleiden op zijn reizen door het graafschap en
in het buitenland. Naar grafelijk voorbeeld onderhouden ze
nauwe banden met de abdij van Egmond; in de loop van de
tijd treden daar zelfs vijf Van Haarlems in als monnik. Galo's
broer Allardus (tweede generatie) wordt er in 1105 abt,
waarna hij in 1120 op het abdijterrein wordt begraven in de
door hem gestichte kleine Buurkerk. Galo zelf geeft de abdij
royale geschenken in de vorm van geldbedragen en landerij
en te Velsen, Spaarnwoude en Heemskerk. De Van Haarlems
zijn schatrijke grootgrondbezitters en vechten vanzelfspre
kend mee in alle grafelijke oorlogen, die ze niet altijd overle
ven. Zo komen twee broers van IJsbrand I (derde generatie)
om in het bloedbad dat in 1168-1169 door de West-Friezen
wordt aangericht tijdens een overmoedige uitval van een
groep Hollandse ridders.
De adel ontleent zijn gezag vooral aan zijn militaire strijdlust
en inzet. IJsbrand I combineert die strijdlust met religieuze
bevlogenheid door gravin Sofia in 1176 te vergezellen op
haar pelgrimstocht naar het Heilige Land. Deze onderneming
maakt indruk op de tijdgenoten en is behalve in de annalen
van Egmond ook beschreven in de Rijmkroniek van Melis
Stoke. In het kader hiernaast staan de originele tekst en een
hertaling.
Gravin Sofia is de echtgenote van graaf Dirk VI. Ze moet een
erg vrome dame zijn geweest, want zij had dezelfde tocht in
1173 ook al eens gemaakt. Haar tweede pelgrimage over
leeft ze niet, zij sterft in 1176 in Jeruzalem. Dat IJsbrand I
haar bij die tocht vergezelt, geeft aan hoe dicht hij bij het
gravenhuis staat en ook hoe hij brandt van geloofsijver, hele
maal in de geest van zijn tijd.
De familie blijft ook trouw aan de abdij van Egmond. Zo
wordt IJsbrands zoon Allinus opgeleid in het scriptorium,
de schrijfkamer van de abdij. Later fungeert hij daar als ge
schiedschrijver en als eerste grafelijke klerk. Daarnaast is hij
kapelaan van graaf Floris III.
Met IJsbrands andere zoon en opvolger Simon I (vierde ge
neratie) bereikt de invloed van de Van Haarlems een hoogte
punt, maar daaraan komt in de 'Loonse oorlog' een voorlo
pig einde. Deze Loonse oorlog is de machtsstrijd na de dood
van graaf Dirk VII in 1203. Diens broer Willem en schoonzoon
(de graaf van Loon) betwisten elkaar het opvolgingsrecht.
Simon I kiest partij voor 'troonpretendent' Willem. Als deze
het onderspit dreigt te delven, loopt opportunist Simon over
naar Van Loon. Uiteindelijk komt toch Willem als overwinnaar
Het bestuur door graven en ambachtsheren
Aanvankelijk wordt Bergen net als andere ambachten*
namens de graaf van Holland bestuurd door een schout,
die ook de lagere rechtspraak voor zijn rekening neemt.
In 1254 krijgt Simon II van Haarlem Bergen als eerste am
bachtsheer in leen van de graaf, waarmee het ambacht
een 'lage heerlijkheid' wordt. Voortaan oefent de am
bachtsheer daar het gezag uit over de schout en int hij de
plaatselijke belastingen. In 1428 krijgt hij ook het recht een
eigen baljuw aan te stellen, zodat de inwoners vanaf dan
ook voor zware vergrijpen niet langer zijn aangewezen op
de baljuw als rechter van de grafelijke rechtbank. Bergen
staat als 'hoge heerlijkheid' bestuurlijk en juridisch nu op
eigen benen, met de ambachtsheer als baas.
Uit geldgebrek verkopen de graven van Holland steeds
meer heerlijke rechten aan de adel, waardoor het graaf
schap eind 13de eeuw al voor de helft uit hoge en lage
heerlijkheden bestaat. Tegelijkertijd krijgen steeds meer
steden stadsrechten. Zodoende verschuift het bestuur in
het graafschap steeds meer van de graven naar de adel en
de burgerij.
Passage uit de Rijmkroniek van Melis Stoke, met
hertaling, over de pelgrimstocht van gravin Sofia
naar het Heilige land in 1176
Soffie liet an haar scinen
Sofie liet zien
Dat soe wel daden was ghewone.
dat zij gewoon was goede werken
te doen.
Want soe mit Otten haere sone
Want met haar zoon Otto
Die Benthem behuwede tlant
die zich Bentheim had verworven
door zijn huwelijk
Ende met van Haerlem Ysebrant
en met IJsbrand van Haarlem
Int lant voer van over see.
voer zij naar het Heilige Land.
uit de bus. Simon heeft dus op het verkeerde paard gewed,
en dat kost hem veel macht en invloed.
Simon II, heer van Bergen
In de tijd van Simons zoon IJsbrand II (vijfde generatie) gaat
het weer wat beter en het komt helemaal goed onder zijn
kleinzoon, de illustere Simon II (zesde generatie), grootva
der van Jan van Bergen. Hij bezit veel grond, onder meer in
9
HET GESLACHT VAN HAARLEM
Ambachten zijn de voorlopers van gemeenten en konden meerdere
dorpen omvatten.