Gods slaande hand over Nederland door de pest-siekte onder het rundvee. Gravure van Jan Smit, 1745. Collectie Regionaal Archief Alkmaar
Gods slaande hand over Nederland
Ook in vroeger tijd werd het platteland bij tijd en wijle
geteisterd door besmettelijke veeziekten. Bijvoorbeeld
door de veepest, een virusziekte met ontsteking van
de slijmvliezen en spijsverteringsorganen en gepaard
gaande met koorts. In de 18de eeuw waren er drie van
dergelijke epidemieën, waar duizenden runderen het
slachtoffer van werden. Er waren uitbraken van veepest in
1713-1719, 1744-1764 en 1769-1786.
In de tweede periode lieten de meeste runderen het
leven; alleen al tussen herfst 1744 en voorjaar 1745 stier
ven er ruim 77.000 in de Nederlanden. In Noord-Holland
werd toen 70% van al het rundvee getroffen. Geen won
der dat veel gelovigen hierin de straf van God zagen voor
een verkeerde levenswandel. Begrijpelijkerwijs daalde
tijdens de epidemie de productie van kaas. In Alkmaar,
Schagen, Edam en andere kaassteden werd ruim 30%
minder kaas naar de markt gebracht.
Mond-en-klauwzeer (MKZ) verspreidde zich in 1838
voor het eerst vanuit Duitsland over Nederland en werd
daarna regelmatig in Nederland geconstateerd. In 1894
werden 15.500 bedrijven getroffen en in 1897 45.000
bedrijven.
Toch zijn veeziekten ook nog iets van deze tijd. Aan het
begin van deze eeuw hebben we nog een uitbraak van
MKZ meegemaakt en het was in maart 1997 dat BSE in
het nieuws was. Deze besmettelijke veeziekte werd ook
wel aangeduid als 'gekkekoeienziekte', en de beelden van
zo'n ziek rund blijven lang op het netvlies staan. De ziekte
is waarschijnlijk verspreid door veevoer waarin slachtafval
was verwerkt. Bovendien is het vrijwel zeker dat er een
verband bestaat tussen BSE en een variant van de voor
mensen dodelijke hersenziekte van Creutzfeldt-Jakob.
Beschermd door de Runxputte
De Runxputte was oorspronkelijk een put bij Heiloo die
volgens overlevering geneeskrachtig water bevatte. In
1409 werd bij de put een kapel gebouwd, gewijd aan
Maria, die van heinde en ver pelgrims aantrok. Tijdens
het beleg van Alkmaar in 1573 werd deze kapel vernield,
en in 1607 werden op last van de Staten van Holland de
resten van de kapel volledig afgebroken en werd de put
gedempt. Desondanks bleven er pelgrims komen.
In 1713 werd de Mariaverering nieuw leven ingeblazen
toen de put op wonderbaarlijke wijze opnieuw was ont
sprongen. Boeren in de omgeving vertelden dat ze hun
vee van dit water lieten drinken, en dat de veepest daar
door geen vat kreeg op hun rundvee. Een mirakel!
7
OVER KOETJES EN KALFJES
GODS SLAANDEHAEID OVER NEDERLAND DOOR DE PEST-S1EKTE ONDER HET RL_\D VEE
n.icL- het fecven. r/cte/'oit. ^ri rrcp fuseert daoi-ja'xSini-t.
'tertAeo i -ja n Stnrt,