De dames, die het zagen gebeuren, riepen snel moe
der De Graaf erbij. Gelukkig droeg Liesbeth een wollen
pakje, waardoor zij bleef drijven. Maar moeder De Graaf
was ontsteld dat de dames niet zelf naar de gracht wa
ren gesneld, maar tijd verloren hadden laten gaan door
eerst naar haar te lopen. Jaren later raakte Liesbeth,
toen zes jaar, nog een keer te water. Achter bij de keu
ken van het hoofdgebouw van de VHS was een stoepje
naar beneden naar de gracht. Dat werd heel vroeger,
toen het personeel nog een eigen ingang achter had,
gebruikt voor de bevoorrading per boot. Bij het eendjes
voeren viel Liesbeth van dat stoepje in het water. Geluk
kig kon ze er lopen. Maar bij elke stap richting wallekant
zag ze allemaal bruine wolken boven komen. 'Van alle
theebladeren die er ooit in waren gegooid', zegt ze. 'De
theewaterketels van de VHS-cursisten werden er namelijk
in leeggekieperd!' Iets wat ook al gebeurde in de tijd dat
'freule Lou' (Louise van Reenen) er woonde, van 1861 tot
1943, zo weten we van dienstmeisje Annie Klinger.
Beestenboel
Ook al stond het vee ergens anders, bij de boerderij en
in het bos waren natuurlijk altijd wel allerlei dieren rond
het huis. 'Onze witte keeshond was onze trouwe vier
voeter, en altijd te vinden in het donker. In en rond de
bomen waren vaak talrijke kauwen en vleermuizen. Bij de
boenplaats kregen de katten altijd een schoteltje melk
en als je 's avonds als het donker was het licht aandeed,
dan zag je groepjes egels bij de kattenmelkschotel. Op
een dag vonden we ook een egelnest onder een kippen-
broedhokje.'
Op een dag zag Liesbeth een kip achter bij de Zwarte
Schuur uit de braamstruiken komen. Daar had dat beest
kennelijk in alle rust haar eieren uitgebroed, want over
het grasveld hobbelden de kleine gele kuikens achter
haar aan in de richting van de boerderij. 'Een hond die
achter de kippen aanrende kon de klomp van onze moe
der achter zich aan krijgen!'
Op een zomerdag toen de mesthoop werd leeggehaald,
bleek er een wespennest in te zitten. Wild vlogen de wes
pen rond. Ze hadden het op vaders paard voorzien, dat
van schrik op hol sloeg.
De Zwarte Schuur en de Krocht
'Vader had gebrek aan stallingsruimte voor zijn machines
en mocht voor eigen rekening een half open aanbouw
aan de noordkant van de Zwarte Schuur maken. In de
Zwarte Schuur stond de grote cirkelzaag in een gat in de
grond met allemaal zaagsel eromheen. De boomstam
men, die tot planken gezaagd moesten worden, werden
van achter de Zwarte Schuur naar binnen getranspor-
Hooiberg achter de boerderij in het Oude Hof. Foto: Piet Mooy
teerd. Vandaar liep een pad naar de Krocht, waar onze
andere, goed bemeste groentetuin lag, beschermd met
prikkeldraad. Links van de Krocht-toegang bevond zich
het kuilgras, als wintervoer voor de koeien. Vaak liepen
we op zaterdag naar de Krocht om te kijken naar de pad
vinderij en de paardrijlessen.'
Toen de Zwarte Schuur in 1954 werd opgenomen in de
huurovereenkomst van de Volkshogeschool, werden
de landbouwwerktuigen gestald in het gebouw op de
Krocht. De Zwarte Schuur werd gerestaureerd en was in
1956 klaar voor cursisten.
Verhuisd
In mei 1964 verhuisde het gezin De Graaf naar de Ber-
gerweg bij de Veerbrug. Daar lag het weiland voor de
koeien pal achter de boerderij. Dichter bij huis en er was
beter zicht op het vee. Door de grotere stal kon de vee
stapel uitgebreid worden.
Liesbeth en Rineke realiseren zich achteraf hoe rijk zij wa
ren in 't Oude Hof te mogen opgroeien. Een bos heeft
voor hen nog altijd aantrekkingskracht.
36
HISTORISCHE VERENIGING BERGEN NH, THEMANUMMER 12, SEPTEMBER 2015