m
L J
23
HERINNERINGEN VAN TRIEN DEKKER-ZWAKMAN
Trien als jonge vrouw. Foto uit
de collectie van Trien Dekker-
Zwakman
houten omlijsting. Op de vloer bevond zich de vuurplaat
waarboven één of twee ijzeren haken hingen. De doofpot,
een tang, een blaasbalgje en een houtbak hoorden ook bij
de haardstee. Een paar stenen komfoortjes dienden voor
de bereiding van de maaltijden; een gietijzeren vuurpotje
hield de koffiekan warm. Er stonden twee kleine makkelijk
verschuifbare tafels en de stoelen waren tegen de wand
geplaatst.
Het 'staltje' was 'appelbloesemroze' geschilderd, de bin
nenkamer (pronkkamer) met de mooie lichtval op zonnige
avonden was 'groene erwten-groen' geschilderd en het
opkamertje, grenzend aan de dars, lichtbruinachtig oranje.
Hier was iets van de luxe van rijke boerenhofsteden; op de
kap van een kleine haardstee was een prachtig boeket bloe
men geschilderd.
Het schoorsteentje was in mijn kinderjaren al lang verdwe
nen, evenals de vuurplaat. Een afvoer voor een petroleum
kacheltje was alles wat nog over was, samen met een ver
dekt opgestelde ingebouwde houtkast.
De twee nog aanwezige houten deursluitingen (klink- of
schotelsluitingen) dateren waarschijnlijk uit de beginjaren.
Ik vermoed dat er meer van deze sluitingen zijn geweest,
bijvoorbeeld in de deur tussen de dars en de kamer, en in
de beide kelderdeuren.
Op stal
Met de herfstregens met de steeds kouder wordende wind
werden de koeien onrustig en waren de melkrondes buiten
geen pretje. Dan ging vader de stallen klaarmaken voor
de winter. Alles werd weer tevoorschijn gehaald: schutten
(schotten), zandemmers, bezems en olielampen. Omstreeks
1935 hebben we elektriciteit gekregen aan het Wiertdijkje,
maar tijdens het melken gingen gezellig de olielampen aan.
Ik vond het altijd heerlijk wanneer de koeien weer veilig en
warm in hun stronestjes op stal stonden. De overbekende
geluiden binnenshuis, de warmte en tijdens het melken het
geluid van de eerste stralen melk in de emmers. Het was zo
'eigen en vertrouwd' allemaal.
De winter
De winter kende allerlei pleziertjes, maar ook ongemakken.
Ongemakken bij vorst en sneeuw: sneeuw ruimen om een
pad te creëren voor de melkwagen, de post, de bakker en
andere bezoekers, en een begaanbaar pad voor mij naar
school. Zelf was ik altijd geweldig blij met sneeuw. Prach
tig, die tochten te voet naar het dorp, vaak door de duinen
of het 'benedenbos' vanaf De Franschman of de Donkere
hoek. Het was vrij eenzaam, maar zo heb ik het eigenlijk
nooit gevoeld. Na de oorlogsjaren zeker niet. Als er iets te
doen was, ging ik op pad. Toen ik een jaar of veertien was,
ging ik ook 's avonds naar catechisatie, dansles of een ver
jaardagsvisite.
De wintermaanden gevuld met lezen, spelletjes en radio
programma's, waarvan ik Paul Vlaanderen welhaast de mooi
ste vond. Leuk om Ina eens te imiteren: 'Paul!!' Altijd effect.
Al deze bezigheden werden afgewisseld door burenvisites
of kaartavondjes. Vaak al ver van te voren gepland aan de
hand van kalender en maanstand. Volle maan was de beste
tijd voor een kaartavondje samen met de buren. Soms ging
ik mee. Leuk, zo'n tocht door het weiland langs dijkjes en
sloten. In een vorstperiode liep vader, als het ijs sterk ge
noeg was, tegen de avond al met een emmer zand naar de
'oversteekplaatsen'. Sneeuw, maar vooral ijs vormden vaak
onverwachte mogelijkheden voor de bewoners van het plat
teland. Schaatstochtjes naar familie, schaatstochtjes in de
polder, soms schaatsen bij het Oude Hof. Daar werd nog
lang over gesproken.
Gastdagen
De familiebanden werden intact gehouden door de gast
dagen. Veel van de broers en zusters kwamen weer samen
op hun geboorteplek. Deze vrolijke feestdagen vonden
plaats van omstreeks Pinkster tot aan de hooitijd. De gas
ten arriveerden dan met hun 'gerij' aan het Wiertdijkje. Het
woonhuis was dan 'schoon en op stel', evenals de zomer-
stal, de straat van gele steentjes met wit zand ingedweild
en de buitenmuurtjes, evenals de regenbak, weer opnieuw
in Noord-Hollandse kleuren overgeschilderd.
Na de herfstschoonmaak in september volgde weer een
aantal gastdagen, nu voor de niet-agrarische familie. Tij
dens deze dagen werd gewandeld in de bossen rond Ber
gen en werd er een bezoek gebracht aan de winkels in het
dorp.
De gasten waren, evenals de gastvrouw, gekleed in West-
Friese klederdracht. Het was een schitterend schouwspel.
Met veel belangstelling bekeken (en taxeerden!) de mannen
het weiland, de koeien en de stallen met jongvee. De vrou
wen stelden natuurlijk meer belangstelling in de bloemen
en de moestuin en in alle nieuwigheden op het gebied van
kleding en huisraad. Op zulke dagen kwamen de kinderen