ondergaan, sprak men van 'zoete melk'; de fabriek was daar
mee een 'zoetfabriek'. Nieuw was ook dat deze fabriek
boter maakte uit volle melk. Tot dan toe maakte men in de
fabriek alleen weiboter, die daardoor van mindere kwaliteit
was. Een andere vernieuwing was dat de aangesloten boe
ren niet langer werden betaald naar het aantal kilo's of liters
geleverde melk, maar naar het vetgehalte in de melk. Dat
betekende dat boeren er geen belang bij hadden om de
melk aan te lengen met water om meer opbrengst te simu
leren. Door de vetmeting bleef de melk zuiver en dat leidde
tot hogere en stabielere melkprijzen.
Door het succes van deze 'zoetfabriek' kwamen overal in
Noord-Holland boeren samen om te praten over de oprich
ting van dergelijke coöperatieve boter- en kaasfabrieken.
Doordat nu grotere groepen veehouders belangstelling
toonden, was er meer kapitaal beschikbaar voor een fabriek
met inventaris. En zo kwam in bijna ieder dorp een zuivelfa
briek tot stand, soms wel twee.
Bergense fabrieken
Bergen heeft twee zuivelfabrieken gekend: stoomzuivelfa-
briek Juliana aan de Kleine Dorpsstraat en stoomzuivelfa-
briek Wilhelmina aan de Bergerweg. In 1910 richtte Huib
Schouten stoomzuivelfabriek Juliana op aan de Kleine
Dorpsstraat. De fabriek werd in 1913 overgenomen door
Cor Houtman en de productie werd stopgezet in 1942.
Daarbij hebben de oorlogsomstandigheden ongetwijfeld
een rol gespeeld. Stoomzuivelfabriek Wilhelmina is in bedrijf
geweest van 1906 tot in 1950. De Wilhelmina werd in 1948
overgenomen door melkfabriek Neerlandia in Stompetoren,
waarna in 1950 definitief het einde kwam. In de Bergense
Kroniek van april 2012 kunt u hier meer over lezen.
Met melk meer mans
Zuivelproducten waren gaandeweg erkend als gezonde
voedingsmiddelen. En doordat de bevolking groeide, nam
ook de vraag naar zuivelproducten toe. Ook de veestapel
groeide; door een verbeterde kennis konden veehouders op
dezelfde hoeveelheid grond steeds meer koeien houden. Zo
steeg de productie van kaas in Noord-Holland tussen 1920 en
1940 van 12 naar 20 miljoen kilo. Deze schaalvergroting had
ook zijn uitwerking op de kaas- en boterfabrieken: de pro
ductietoename noodzaakte tot fusies van de kleinere zuivel-
producenten. Deze concentratie werd ook gestimuleerd door
een steeds zich verbeterend wegennet en niet in de laatste
plaats door verdergaande mechanisatie en automatisering
van de verschillende arbeidsprocessen. Ook de crisis van de
jaren dertig speelde hierbij een rol. Waren er in 1920 nog 109
zuivelfabriekjes in Noord-Holland, in 1940 was dat aantal te
ruggebracht tot 64. Twee grote spelers op deze zuivelmarkt
werden Coöperatieve Zuivelfabriek (C.Z.) Aurora in Opmeer
en C.Z. West-Friesland in Lutjewinkel. De tijdelijke teruggang
als gevolg van de Tweede Wereldoorlog laat zich makkelijk
raden en wordt hier verder buiten beschouwing gelaten.
Deel van een rijkelijk versierde kaaspers. Dit exemplaar is niet in
Bergen in gebruik geweest. Collectie Het Sterkenhuis
Groot, groter, grootst
Na de oorlog ontstond in 1948 bij de Bond van Coöpera
tieve Zuivelfabrieken in Noord-Holland (BCZNH) het plan
voor verdergaande concentratie. Immers, door de steeds
maar toenemende vraag, het groter wordende aanbod en
voortschrijdende technische ontwikkelingen moest voort
durend worden geïnvesteerd. Het gevolg daarvan was dat
steeds meer kleinere zuivelfabrieken aansluiting zochten bij
de grotere. Dat ging allemaal niet zonder slag of stoot en er
werd heel wat 'afvergaderd'. Uiteindelijk waren er in 1969
voor Noord-Holland Noord nog drie zuivelondernemingen
overgebleven: de grootste in Opmeer, een tweede in Beem-
ster en een kleine onderneming in Limmen.
In datzelfde jaar werd op voorstel van de BCZNH besloten
tot verregaande samenwerking door oprichting van de C.V.
(Coöperatieve Vereniging) Noord-Holland, gevestigd te Op
meer. Volgens de pers was daarmee een 'zuivelreus' gebo
ren, maar de geschiedenis leerde dat daarmee de laatste zet
op het fusieschaakbord nog lang niet was gezet. Uiteindelijk
ontstond per 31 december 2008 de Koninklijke Friesland-
Campina, door het samengaan van Friesland Foods en Cam-
pina. Een van de grootste zuivelondernemingen ter wereld.
Wie nu in de supermarkt het immense aanbod aan zuivel
producten ziet uitgestald, ziet het grote verschil met hoe het
eens begon. Maar onveranderd is het gegeven dat het nog
steeds allemaal begint met de melk van de koe.
Bron
Peter van Druenen. Een begeerlijk produkt. De geschiedenis van Melk
unie Holland en haar voorgangers 1872-1989. Melkunie Holland, Woerden,
z.j. [1991].
10
HISTORISCHE VERENIGING BERGEN NH, THEMANUMMER 12, SEPTEMBER 2015