Betsie voert haar big in de box familiefoto gemaakt. Toen de compagnie van Aad met de boot naar Indonesië was vertrokken, vertelde vader dat ze helemaal niet gingen emigreren. 'Een slimme actie? Ik weet het niet, er werd niet over gepraat', zegt Betsie nu. Het boerenleven Natuurlijk heeft Betsie ook heel wat te vertellen over het leven op de boerderij. Zo was er in 't Veld een boer die een varken had met elf biggetjes. Toen Betsie hoorde dat er eentje weg moest omdat de moeder maar tien tepels had, ging ze het biggetje met een boterdoos achterop de fiets ophalen. Ze voerde het met havermoutpap; een vinger van een gummihandschoen diende als speen. Groter geworden stond de big in een omgekeerde box en later liep ze los over het erf, en altijd Betsie achterna. Op een dag dat er een koe werd opgehaald voor de markt, was de big inmid dels een barg en f 60,-- waard. Die moest ook maar gelijk mee. Maar later kreeg boer Vlaar een boete van f 60,-- om dat de barg niet in de boekhouding vermeld stond. Moeder legde regelmatig zeven eieren onder de krielkip. De uitgekomen kuikens gingen in de ren. De kippen gaven eitjes en de haantjes belandden in de soep. Betsie vertelt dat zij soms de kop moest vasthouden, terwijl moeder de keel doorsneed. 'Als de borst was opengesneden, kon je heel mooi de longen en het hart zien. De gal moest je er voorzichtig uithalen, anders werd het vlees te bitter.' Betsie heeft ook heel wat duiven gevild die haar broers met een luchtbuks neerschoten. Ze vertelt ook hoe een agressieve haan zijn eind vond: 'Vader pakte hem op en smeet hem zo tegen de muur.' Spelen De katrol voor de hooibalen was prachtig speelgoed, al mochten ze er niet aan komen. Een keer toen Rie in de touwen hing, hoorde Betsie vader aankomen, en ze liet haar eind van het touw los. Rie brandde haar handen aan het touw; als zij er nu aan denkt, voelt ze het nog! 's Zomers bij warm weer gingen de kinderen na school wel eens pootje baden bij de Roosloot. Op een warme dag was het water zo verleidelijk dat de meisjes de kleren uit trokken en lekker het water inliepen. Maar kleren uittrek ken, dat was uit den boze! Op een keer kwam boer Jonker aanlopen, en de meiden hadden geen tijd om hun kleren te pakken. Betsie: 'We stonden met onze blote gat in het water en woelden het water om. We riepen: Prutje maken, prutje maken! Door de modder zag de boer niets.' Op de leeftijd van 14-15 jaar stopten de kinderen met school en werd er meegeholpen op de boerderij en in het gezin. Rie en Betsie verzorgden toen de jongere broertjes. Rie kookte en ze deed de was én de jongens in het zinken bad. Volwassen, maar niet gezond In 1955, nog maar 21 jaar, kreeg Betsie erg veel last van vermoeidheid. Ze had bloedarmoede. Ze bleek de bloed ziekte van Werlhof te hebben. Alle familieleden stonden bloed af voor transfusies. 'Haar milt eet het bloed op', zo werd gezegd, daarom werd die verwijderd. In 1958 belandde ze na hevige hoofdpijnen en te veel medicijnen met een hersenvliesontsteking in de Ursulakliniek in Was senaar. Speciale medicijnen uit Amerika redden haar leven, maar haar oogzenuwen waren al aangetast. Vol goede moed leerde Betsie braille, typen, steno en Engels en na een stage als telefoniste solliciteerde ze op haar 25ste naar een baan bij de PTT in Haarlem. Ze was heel blij dat ze de baan kreeg. Maar weer sloeg het noodlot toe. Plot seling kon ze bijna niets meer bewegen en na veel onder zoek bleek ze de zeldzame spierziekte myasthenia gravis te hebben. Vanaf die tijd kreeg - en krijgt - ze daar om de drie uur medicijnen voor. Betsie laat een foto uit een medisch tijdschrift zien. Een foto van haar gezicht met een vreemd beschadigde huid. Een extreme allergie, die met een versterkende zalf be handeld werd. Vanaf 1985 woonde Betsie in de Merelhof, naast het huisje waar haar moeder heeft gewoond. Op zolder was een deur gemaakt tussen de huisjes, zodat er makkelijk over en weer gelopen kon worden. Zo was er altijd iemand in de buurt om een beetje op te letten. In 1991 overleed haar moeder. Betsie wandelde elke dag naar het Postkantoor om haar braillepost op te halen. Ze genoot aan de Merelhof van de sfeer en van het zingen van de vogels. In 2011 is ze verhuisd naar de Haemstede. Daar woont ze in een grote kamer. 'Wie had gedacht dat ik nog eens een eigen dou che in de kamer zou hebben, dat had ik vroeger toch niet kunnen denken!' 28 BERGENSE KRONIEK, APRIL 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2015 | | pagina 30