werden over de kisten verdeeld. Vanaf die dag waakten
er Duitse soldaten over het erf, omdat er geen nieuws
gierigen bij het vliegtuig mochten komen. Soms gingen
de kinderen er toch stiekem heen; ze wisten de wacht te
ontlopen. Bij zo'n bezoekje vond zus Annie een parachute
die zij onder haar schort meesmokkelde. Maar toen ze te
ruggingen, hoorde de soldaat hun geritsel en hield hij zijn
geweer in de aanslag. Betsie was doodsbang: 'Niet skie
ten, niet skieten!' had ze geroepen. 'Moeder heeft van dat
parachutedoek nog een blouse gemaakt en strikken voor
in ons haar', vertelt Betsie.
Op een kwade dag werd hun mooie witte paard gevor
derd. Moest vader nu met een stier ploegen, net als boer
Paarlberg? Aan het einde van de oorlog werden achter
in het bos alle bomen gekapt. Voor een lanceerinstallatie
voor Vl-raketten, werd gezegd. Gelukkig is het bij kappen
gebleven.
De voedseldroppings na de bevrijding kan Betsie zich ook
nog goed herinneren. 'Ik zag de vliegtuigen overhellen
om pakketten te droppen. Ze vielen ook in de vaart. En op
een kalf, dat was op slag dood.' In zo'n pakket zat onder
andere chocolade en sigaretten.
Na de bevrijding zag je rijen Duitse soldaten langs de
Herenweg sjokken. Soms rustten ze een tijdje in het bos.
Trekkarren lieten ze zomaar langs de weg staan. Op een
dag, begin mei 1945, bleken de barakken aan de Sluislaan
leeg te zijn toen de kinderen terugkwamen van school. En
bij Westdorp was het sluisje opgeblazen! Hoe moesten ze
nu verder? Boer Koning kwam met een ladder en zo klau
terden ze over de kapotte brug.
Na de oorlog
Na de oorlog ging het leven verder, maar het gezin verloor
de 19-jarige Annie op een warme zomerdag. Ze overleed
aan een niervergiftiging. In haar blauwe nachtpon werd ze,
na 'koppiestijd', weggedragen op de ladder. Hoe moest
Betsie later in slaap vallen met die blauwe nachtpon aan?
Eenmaal echt versleten maakte moeder van de knappe
delen nog zakdoeken. Maar Betsie heeft ze nooit willen
gebruiken om haar neus in te snuiten.
's Winters kon er op de Voert zoveel stuifsneeuw liggen
dat de kinderen via de Eeuwigelaan naar school moesten
lopen. Betsie had alleen een dun donkerblauw regenjasje
en op een dag huilde zij van de kou. Een mevrouw van de
Eeuwigelaan vroeg haar wat er aan de hand was. 'Kom
maar mee', zei ze tegen Betsie. In Betsies klompen werden
warme kolen heen en weer geschud en ze kreeg een bo
terham met appelstroop. Daarna bracht de mevrouw haar
achterop de fiets naar school. Daar zag zij hoe de kinderen
van de eigenaar van het Oranjehotel met de kar werden
gebracht, met warme bontmutsen op.
In 1947 werden jongemannen opgeroepen om mee te vech
ten in Indonesië. Zo ook Betsies broer Aad. Tenzij het gezin
zou emigreren... Zo ontstond het plan om naar Canada te
verhuizen. Van meester Van der Klundert leerden ze Engels,
met behulp van de grammofoon. 'Die moest telkens opge
draaid worden om het Engels goed te kunnen verstaan.' In
1949 moest de hele familie naar Den Haag en er werd een
De boerderij van Vlaar
aan de Herenweg
27
INTERVIEW MET BETSIE VLAAR