21
Het Van der Wyckplein in de jaren
vijftig. Bron: Regionaal Archief
Alkmaar
Natuur en structuur
Wat wel veranderd is, zijn de natuur, de natuurlijke be
groeiing en de structuur van het dorp. In de vroege jaren
vijftig waren duinen, zand en wind alom in Bergen aan
Zee aanwezig. Dat geldt nu veel minder. De verstening
heeft toegeslagen.
De noordzijde van de Zeeweg tussen de Paulineweg
en het Van der Wyckplein was nog niet bebouwd, maar
bestond uit lage duintjes. Pas in 1956 werd Eyssenstein
gebouwd en de oostelijker gelegen huizen zelfs later.
Ook aan de noordzijde van de Paulineweg verrezen de
(premiekoop)woningen pas in het midden van de jaren
vijftig. De belangrijkste ingreep in die 'ruige' natuur was
echter de totstandkoming van Neptunus en de Alexan-
derflat. Hadden eerder wind en zand nog vrij spel in de
dorpskom, nu ontstond een windscherm, dat zorgde
voor een luw gebied achter de flat tussen hotel Prins
Maurits en het Vredeskerkje. De nieuwe trap tussen de
Alexanderflat en bakker Van den Born werd daardoor
een 'windtunnel' waar kleine kinderen boven windkracht
6 'onaangelijnd' beter geen gebruik van kunnen maken.
Ook door een andere oorzaak verdween de natuurlijke
begroeiing. Door de dennenscheerder, een agressief
beestje dat de dennenbomen aantast, werden het Elzen-
bos en het Parnassiapark van hun oorspronkelijke karak
ter ontdaan.
In de structuur van het dorp is in de afgelopen vijftig jaar
veel veranderd. Transvaal kwam erbij, evenals het Dal van
Haasbroek, de uitbreidingen rond de Witteweg en de
huizen op en ten oosten van de parkeerterreinen. Des
tijds was de Parkweg een doodlopende straat met aan
het einde - voor het 'groene huisje van Verkade' - een
minieme ruimte om de auto te keren. Deze plek werd
destijds overigens ook wel gebruikt als ontmoetingsplek
van een bepaalde bewoner van de Eeuwigelaan en zijn
minnares. Wij keken als kleine jongens gebiologeerd toe
vanuit de bosjes in het Parnassiapark!
Waar nu Transvaal ligt, lag toen een steil duin. Bij sneeuw
een soort Il Primo, waar de jeugd van het dorp zich ver
zamelde om te sleeën. Een gladde en levensgevaarlijke
afdaling die menigmaal eindigde in de hekken van het
park.
De toenmalige middenstand
Als ergens het verschil tussen toen en nu zichtbaar is,
dan is dat wel in de winkelstand. Toen, in de jaren vijftig,
waren er verscheidene winkels. Al waren de openingstij
den in de winter beperkt, in principe kon je er voor de
dagelijkse boodschappen goed terecht. Dat is nu wel an
ders. In november 2014 sloot de laatste winkel in levens
middelen (de supermarkt van Herman) zijn deuren. Nu is
er alleen nog het kledingwinkeltje van Fred Feijen.
Destijds was er een scala aan winkels. Bovendien werd
er aan huis bezorgd, waarbij gebruik werd gemaakt van
het fenomeen 'boekje'. Een meestal zwart cahier waarin
de wekelijkse boodschappen werden genoteerd en dat
tevens diende als basis voor de maandelijkse afrekening
of - in armere tijden - als opsomming van uitstaande
schulden.
Winkels die ik mij herinner, zijn de volgende:
- Folgers - verkocht tabakswaren, snoep, dagelijkse be
nodigdheden en strandartikelen (gevestigd in het pand
Wilhelmina aan het einde van de Zeeweg tegenover de
Alexanderflat). Buiten hingen automaten voor drop, siga
retten, e.d. Maar op zaterdagavond werden deze van de
muur geschroefd. Want gegeven de gereformeerde ach
tergrond van de familie Folgers werd er op zondag niet
verkocht. Naast de winkel exploiteerde de familie ook