Bergen aan Zee revisited HERINNERINGEN AAN DE BADPLAATS IN DE JAREN 50 Na 49 jaar woonde ik opnieuw in Bergen aan Zee: een ingrijpende gebeurtenis. In 1966 verliet ik de ouderlijke woning Parkweg 27. Mijn ouders hebben daar vanaf 1947 gewoond en er hun negen kinderen grootgebracht. In september 2014 keerde ik terug. Het verblijf van vier maanden in een zomerwoning van Eyssenstein aan de Zeeweg bleek een 'sentimental journey'. Wij liepen in de zon naar zee de duinen door, het wel en wee der wilde wereld nauw ontheven toen, als een huiv'rend-grijs gordijn een kille mist de warme schijn van zon en zomer heeft verdreven.* 20 HAYE VAN DER WERF De aanleiding voor dit verblijf was minder plezierig: een foutje van een monteur, met als gevolg een uitgebrande badkamer en - vanwege roet- en rookschade - twee on bewoonbare verdiepingen van ons huis in Bergen. Maar zo'n tijdelijk verblijf is wel zo aangenaam: vanwege de mooie nazomer, maar bovenal vanwege alle gedachten die opkwamen over die vervlogen tijden in mijn vroege jeugd: de jaren vijftig. Nu, 49 jaar later, beleef ik een nostalgische trip, maar word ik mij ook bewust van de enorme veranderingen die hebben plaats gevonden. Het maakt duidelijk hoe niet alleen Bergen aan Zee, maar ook ons dagelijks leven in bijna een halve eeuw onvoor stelbaar is veranderd. Dat besef werd nog versterkt door lezing van het boek Gouden jaren van Annegreet van Bergen (toepasselijke naam trouwens). Het vertelt het verhaal van de ongekende naoorlogse groei die ons le ven op alle fronten heeft veranderd, aldus de achterflap. Een waarschuwing vooraf: dit verhaal is een soort as sociatieve 'history telling'. Er worden geen werkelijk fei ten beschreven, maar veeleer herinneringen en daaruit voortvloeiende associaties. Daarmee moet je in een pu blicatie van een historische vereniging een beetje oppas sen. Want zoals Adriaan van Dis mij schreef in een korte briefwisseling over Indische Duinen: 'Het geheugen is de Grootste Leugenfabriek'. De lucht - het licht Wat onveranderd is gebleven en nog altijd veel indruk maakt, is de specifieke ervaring van de lucht als je vanuit De Franschman het hoogste punt op de Zeeweg bereikt. Het is altijd een genoegen die weg te rijden. Dat was zo in de jaren vijftig in de hemelsblauwe Opel Kapitan van mijn vader en dat is nu onveranderlijk het geval in de moderne Renault Mégane. Leonard Springer heeft bij de aanleg van die weg in 1905 een meesterproef afgelegd. Een circuit, natuurlijk opgenomen in het landschap, dat overigens de ondergrond is geweest voor menig over moedige rit met dodelijke afloop. Het licht op dat hoogste punt is vaak van een betoveren de schoonheid. Vooral bij stralende zon in de ochtend of bij halfbewolkt weer in de middag lijkt het of de hemel daar opengaat en of de lucht de zee weerspiegelt. Een enkele keer - als het verschijnsel 'zeevlam' zich voordoet - zie je de dreigende mist in flarden op je afkomen en veelal weer verdampen boven de 'Verbrande Pan'. Overigens ben ik niet de enige die dit verschijnsel op merkt. Een dichter schreef Jany Roland Holst op zijn 63ste verjaardag op 23 mei 1951 het volgende gedicht: Nadat deze route is afgelegd, bereik je Bergen aan Zee. In de jaren vijftig uiteraard zonder rotonde bij de Elzen laan en met een fractie van het aantal huizen dat er nu staat.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2015 | | pagina 22