Bergen heeft de Tijd
Sinds zijn bestaan heeft de mens de tijd willen begrijpen, vastleggen en meten.
De vaste orde en voortgang van de tijd is een essentieel onderdeel van ons bestaan.
In dit artikel wordt ingegaan op de tijdmeting door de eeuwen heen, met bijzondere
aandacht voor de tijdmeting in Bergen.
15
JAAP SCHOEN EN SIEME NIKS
Tijd speelt in ons leven een grote rol. Iets moet op tijd
of raakt uit de tijd, en onze leef-tijd schrijdt voort. Geen
wonder dat tijd veelvuldig genoemd wordt in het dagelijks
taalgebruik, in de filosofie, de literatuur en de beeldende
kunst. Denk aan de uitspraak van de Griekse denker Hera-
clitus Alles verandert in de tijd. We kennen allemaal wel de
afbeeldingen van Vadertje Tijd - met zeis en zandloper -
op zoek naar stervelingen wier tijd op is. Zonder tijd geen
heden, verleden of toekomst. De tijd vliegt of staat niet
stil en oude gebouwen doorstaan de tand des tijds. Soms
wordt er tijd verloren. En alles heeft zijn tijd, zo leert ons
het Bijbelboek Prediker.
Hemellichamen
Al van oudsher bestaat er een tijdsbesef dat gerelateerd
is aan de geconstateerde bewegingen van hemellicha
men. Tijd wordt dan ook gemeten aan de hand van deze
bewegingen. Eén rotatie van de aarde om haar eigen as
is één etmaal, één omloop van de aarde om de zon is
één jaar. Op basis van deze bewegingen hebben vrijwel
alle beschavingen klokken en kalenders gemaakt, al was
aanvankelijk nog niet duidelijk dat de aarde om de zon
draait en niet andersom.
Kalenders
De meeste kalenders zijn gebaseerd op de stand van de
zon. Sommige culturen, zoals bijvoorbeeld die van de
Maya's, betrokken naast de stand van de zon ook de stand
van de maan en andere planeten (Venus) bij hun kalenders.
2117. ?01Ï
De religieuze christelijke, joodse en islamitische kalen
ders zijn typische maankalenders, omdat de beweging
van de maan werd gebruikt om de data van de religieuze
feestdagen (Pasen, ramadan enz.) te bepalen. Daarom
vallen Pasen, Pinksteren, ramadan en Joodse feestdagen
elk jaar op een andere datum. Dit in tegenstelling tot het
Kerstfeest, dat aan de wereldlijke kalender gekoppeld is.
De wereldlijke juliaanse kalender werd ingevoerd door
Julius Caesar in het jaar 45 v.Chr. als uiteindelijke cor
rectie op de Romeinse versie van de Egyptische kalen
der. Totdat in de 16de eeuw bleek dat de tot dan toe
gebruikte juliaanse kalender te onnauwkeurig was: men
kwam in de loop der eeuwen een paar dagen tekort.
Dit komt doordat de aarde niet in 365 dagen om de zon
draait maar in 365 dagen en 6 uur. Daarom verordon
neerde paus Gregorius XIII op 24 februari 1582 dat in
dat jaar 4 oktober zou worden gevolgd door 15 okto
ber. Hij voerde dus ineens tien schrikkeldagen in, zodat
de lente weer op 21 maart begon. Sindsdien is er één
schrikkeldag per vier jaar (29 februari). De invoering van
deze gregoriaanse - dus rooms-katholieke - kalender was
vanwege de Tachtigjarige Oorlog problematisch voor
sommige (protestantse) noordelijke gewesten. Pas vanaf
1700 werd de gregoriaanse kalender in alle zeven ge
westen aanvaard.
Tijdens de Franse revolutie maakte men een decimale
kalender met weken van 10 dagen (zie kader).
Zon en zandloper
Eeuwenlang voldeed de ordening van de seizoenen en
de tijd, gebaseerd op de stand van de zon, in een kleine
agrarische gemeenschap als Bergen uitstekend. Men
wist wanneer het tijd was om te ploegen, te zaaien en
te oogsten. Het neerleggen van spade, zeis en ploeg
werd aangegeven door de zonnestand en de dagen
van de week zorgden voor ordening in de werkzaamhe
den, met de zondag als rustdag met de oproep voor de
eredienst vanuit de kerktoren. Nood, dood en vreugde
werden ook via klokgelui gemeld. Men reisde weinig en