t
8
BERGENSE KRONIEK, APRIL 2015
Riet: waarschijnlijk karakteristieke
vegetatie van het moerassige
Bergermeergebied. Illustratie door
J. de Veen.
Uit: J.J. Schilstra, Dit land boven
het IJ. 4e druk, U.M. West- Kaart van de pas drooggelegde Bergermeer, gemaakt door Adriaan Anthonisz. in 1568. Duidelijk zichtbaar
Friesland, Hoorn, 1972 zijn de ringsloot, de afzonderlijke percelen en bovenaan het dorp Bergen. Bron: Topografisch-Historische
Atlas, Regionaal Archief Alkmaar
is in lichtere kleur het plassengebied van het nog onbedijk-
te Bergermeer zichtbaar met daarin een aantal eilandjes,
grotere en kleinere, waarvan enkele reeds bedijkt waren ter
bescherming tegen het water. Ten zuiden van die eilandjes,
westelijk van Heiloo, bevonden zich meerdere ondiepten.
Deze ondiepten werden afzonderlijk drooggelegd. Namen
zoals de Baafjespolder, polder Het Maalwater en de Ven-
newaterspolder herinneren nu aan de drooglegging van
deze ondiepten. De laatste naam geeft tevens de moeras
sige hoedanigheid van het gehele gebied aan. Het natte
gedeelte van het Bergermeer was niet diep - de bodem lag
op hooguit ongeveer 1 meter tot circa 1 meter 10 onder
NAP. Ter vergelijking: de bodem van de Schermer ligt op
circa 3,5 meter onder NAP, terwijl het diepste punt van ons
land 6,75 meter onder NAP ligt (de Zuidplaspolder nabij
Gouda).
Afhankelijk van de weersgesteldheid en windrichting zal
de waterstand in het gebied gefluctueerd hebben. Hoewel
ondiep, was het plassengebied wel bevaarbaar voor veer
diensten. Zo was er ander andere een veerdienst tussen
Bergen en Alkmaar. De namen van de Oostdorperveersloot
in het noordoosten en van de Westdorperveersloot in het
noordwesten wijzen hier nog op.
Zompig
Het is logisch dat de flora en fauna in dit zompige gebied
pasten bij de toen waterige omgeving van de noordwest-
kop van onze provincie. Watervogels, vissen en moerasve
getatie beheersten deze gebieden, en ook de leefomstan
digheden van haar gebruikers, die veelal vissers en jagers
waren. Na de inpolderingen werd dit verwoord met het
gezegde Paling dood, boeren brood.
Van het meer naar de polder
In 1565 werd begonnen met de inpoldering van het Eg-
monder- en Bergermeer. Door de Allerheiligenvloed in
1570 brak de rond het meer aangelegde ringdijk echter op
verschillende plaatsen door, met als gevolg dat de al droog
gemalen polder opnieuw onder water kwam te staan. Na
perikelen rond het beleg van Alkmaar in 1573 werd de pol
der pas in 1578 definitief drooggelegd.
Bij de herdenking van het historisch gegeven van 450 jaar
ontwikkeling van de Egmonder- en Bergermeerpolders mag
zeker met veel waardering worden stilgestaan bij de inzet
van de werkers uit die dagen. Wat in die jaren met beschei
den middelen - zoals een baggerschuitje, schep, kruiwagen,
paard en sleeptrog - in de blubber strijdend tegen de ele
menten is verricht, is nu moeilijk voor te stellen.
ÖER(j£Ar,
NOOROT