waardoor hij hier in de zomer vaak logeerde. Vroeger heette
de woning 'Het Zwaluwnest'. Over zwaluwen gesproken:
zwaluwen ruimen hun nest na het broeden keurig op door
alle oude eierschalen eruit te gooien, voor en achter het huis.
Wij hadden er wel een enorme rotzooi door. Ik herinner mij
ook nog dat als in het voorjaar de koeien door boer Sjef de
Koning verweid werden, ze over het bruggetje renden en
soms meteen rechtsaf langs ons tuinpad denderden en vast
liepen in onze boomgaard aan het einde van de tuin. Sinds
de koeien uit de wei zijn, zie je ook geen zwaluwen meer.
Weet je dat mijn kinderen met een metaaldetector aan de
waterkant in de boomgaard nog Duitse munten hebben
gevonden? Het huis was namelijk in oorlogstijd gevorderd
als bordeel voor Duitse officieren.
En wat had ik een prachtige tuin! Het was echt een tuin-
reservaat waar ik de zorg voor droeg. Ik heb nooit gemest,
nooit gesproeid met gif, gebruikte altijd brandnetelgier.
Voor de kinderen was het een ideaal oord om te kamperen
en feestjes te geven.
U heeft nu over uw zomerervaringen verteld maar wat
waren uw winterervaringen
Er was gas noch riolering toen we het huis betrokken en
koud dat het was! We hadden een oliekachel in de voorka
mer, in de keuken en in de studeerkamer. Eenmaal was de
waterleiding bevroren; toen bleek dat er een mol naast de
leiding onder de grond een gang had gegraven waar precies
de wind doorheen blies. Bij gladde wegen kon je erop wach
ten dat de auto's het bruggetje bij het Sluisje niet haalden.
Wij hebben een keer een auto vanaf de Sluislaan dwars door
onze voortuin gehad. Hij belandde daarna rechtop in het
lagergelegen slootje waar wel veertig eenden in een wak
rondzwommen. Alle eenden vlogen in één keer de lucht in.
Als het water van het Oude Hof bevroren was, kluunden
mijn kinderen over de Sluislaan om zich aan te sluiten bij de
schaatsenrijders rond het Oude Hof. De fakkeltocht op het
ijs was een prachtig gezicht. Vaders schaatsten dan met in de
ene hand een fakkel en trokken met de andere een sleetje.
Wat een sfeer!
Wat vindt u veranderd in de vier en vijftig jaar waarin u in
Bergen woont?
Het valt mij op dat nieuw gebouwde huizen steeds groter en
hoger worden. Wat mij stoort is dat veel vrijstaande huizen
door elektronisch beveiligde hekken omheind zijn. Wij had
den een hond als bewaking, want ik wilde nooit een hek om
ons huis, waardoor er in geval van calamiteiten er wel altijd
bij ons werd aangebeld. Veel gemoedelijkheid vind ik ver
dwenen, de mensen zijn minder toeschietelijk naar elkaar.'
Aan het eind van het interview leest Nicoline een gedicht
voor uit de bundel 'Bergen een Dorp in twintig Gedichten'.
Tot slot merkt zij op: 'Jammer dat ik niet zoveel foto's van
vroeger heb maar ik leef nu met de herinneringen - die toch
ook héél beeldend zijn.
30
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2014
IJspret op het 'Oude Hof', gedeelte van een behangrol, beschilderd door Jaap Min, ca. 1930, privé bezit Kees Feld. Foto Trees Bruinsma