Schoolopziener Van Eyck antwoordde op 18-1-'83:
Ik ben niet bevoegd tot dispensatie; eerder overleg met mij
zou wenselijk geweest zijn; maak s.v.p. haast met de verbe
tering en zoek een andere lokaliteit voor de 25 verwijderde
leerlingen.'
In de jaren '83, '84 en '85 werd er over een verbouwing c.q.
nieuwbouw regelmatig gecorrespondeerd tussen Burge
meester en Wethouders, de schoolopziener en het Ministerie
van Binnenlandse Zaken. Het betrof verbouw en vergroting
met drie lokalen, uit te voeren door aannemer Fontijn uit
Amsterdam voor f 13.889, -. In oktober 1912 maande de
schoolopziener voor het district Alkmaar Burgemeester en
Wethouders alweer niet te lang te wachten met aanpassing
van het gebouw aan nieuwe wettelijke eisen.
De Schoolbond
Aan het eind van de negentiende eeuw kwam er een 'com
missie tot wering schoolverzuim', die in 1905 leidde tot de
oprichting van de Schoolbond. Deze commissie 'bereidde
jaarlijks den kinderen een feest' als aanmoediging voor
trouw schoolbezoek. Het motto was: doen we iets en wat!
De bestuursleden waren de heren Natzijl, Francken, Van
Pelt, Veenhuizen en Van Hoorn. Later kwamen we in het
bestuur de bekende Bergense notabelen tegen: L. Groet,
P. Brouwer, L. Reiniersce, H. Roos, en C. Bogtman Az.
Leden der vereniging betaalden een jaarcontributie van
minstens f 0, 50.
Op 24 augustus 1905 organiseerde de Schoolbond de eerste
reis per stoomtram via Alkmaar naar Egmond aan Zee.
Het volgende jaar gingen de hoogste klassen naar Artis en
daarop naar Zandvoort. Het reisdoel van de jongsten bleef
Egmond aan Zee.
In de jaren daarna ging het o.a. naar het Rijksmuseum, een
stadswandeling door Amsterdam met boottochtje naar de
uitspanning 't Kalfje (met tuin en doolhof), Zandvoort,
IJmuiden. Er bleek een kastekort van f 3,11. Daarop werd de
contributie verhoogd. Dokter Van Pelt deed, 'tot verstijving
der kas', f 5,- cadeau.
Voor een boottocht naar Purmerend werden dames gevraagd
om te assisteren. De muziek tijdens de reis kostte f 15,-. Op
deze manier sloot de Bergense openbare school aan bij het
aanschouwelijk onderwijs en kon de leerling zijn omrin
gende wereld verkennen.
Salariëring
Omdat er geen dwingende voorschriften van overheidswege
golden, was er in de negentiende eeuw voortdurend gedoe
over de beloningen binnen de gemeente. De heren Snijders,
Francken en Van Hoorn richtten zich regelmatig tot het ge
meentebestuur of de raad met verzoeken om verhoging van
het salaris of het toekennen van een vergoeding voor niet-
verplichte diensten. Zij wezen daarbij ook op de stijging van
het aantal leerlingen.
Zo schreef P. Snijders in 1859 o.a.: 'Waarlijk, uw Hoofd
school geeft zijn onderwijzer een schrale belooning, zoodat
wanneer hij het geluk niet had gehad eenige jaren kostkin-
deren gehouden te hebben, dan zou de Hoofdonderwijzer
van Bergen, al mogt hij nog zo ingetogen leven, met zijn
tractement niet zijn toegekomen. De adressant vertrouwt
dat een bijna 32-jarig verblijf in Uw gemeente, waarin hij de
beste krachten zijns levens aan het heil Uwer kinderen heeft
besteed, UEd.Achtb. zullen bewegen om te herstellen wat is
verzuimd en al zoo den overigen tijd, die God hem gunnen
zal aan de jeugd van Bergen nog werkzaam te zijn, die met
blijdschap te mogen doorbrengen.'
Hoewel de salarissen in de afgelopen eeuw (1814-1914)
gestegen zijn van ca. f 600,- tot ca. f 2000,- voor een hoofd
onderwijzer en van ca. f 400,- tot ca. f 1400,- voor een hulp
onderwijzer, schreef het onderwijsteam o.l.v. P. Baretta nog
in 1918 een 'klaagbrief'. Daarin benadrukten zij dat Bergen
salarisregelingen hanteerde die tot f. 200,- onder de regelin
gen van de kleinste en armste gemeenten lagen. En passant
vermeldden zij: 'De levensstandaard in Bergen is door het
steeds toenemend aantal vreemdelingen in den zomer zeer
hoog'.
Nawoord
Met het begin van de twintigste eeuw sluiten we ons re
laas over de school in Bergen af. Inhoudelijk is de grootste
verandering wel geweest de overgang van individueel naar
klassikaal onderwijs, ondersteund door allerlei wettelijke
voorschriften. Daarnaast is bijvoorbeeld de leerplicht een
feit geworden en is de financiële kant geregeld.
In de toekomst zal de school niet meer de enige in Bergen
zijn, getuige de stichting van de Ursulaschool (1904), de
Bosschool (1919) e.a. Salarissen en andere zaken worden van
bovenaf geregeld. Bergen breekt open van een kleine, geslo
ten gemeenschap naar een dorp dat groeit en veel invloeden
van buitenaf op zich ziet inwerken. Het dorp verandert, het
schoolleven verandert mee.
26
BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2014
Bronnen
- Frits David Zeiler, Verscholen in het groen, Bergen in de 19 eeuw, 1798
1906, 2002
- Frits David Zeiler, Kerken in de Heerlijkheid Bergen, 1999
- H.C. Prinsen Geerligs, Twaalf eeuwen Kennemer Historiën
- Bergense Kroniek, themanr. 3, Bergen rond 1900, F. Klok, Het onderwijs
in Bergen ten tijde van Juffrouw Van der Oord (1886 -1926)
- Bergense Kroniek, themanr. 4, Bergen in de Bataafs- Franse tijd
1795-1813, april 1998
Ada Gravina, Niet langer als kleine beesten, vernieuwingen in het
schoolwezen te Bergen
- Bergense Kroniek, 17e jrg. nr. 1, april 2010, Mieke Botman, Bernard
Nuyens, Theo Veer, Het onderwijs in Bergen in de 18s eeuw
- Gemeentearchief Bergen 1811-1921 Inv.nrs.143, 145-147, 149, 150, 483,
484, 565, 933-936, 938-947, 949-954, 956, 957, 959
- Depot van Het Sterkenhuis
- Jubileumboek, 150 jaar uitgaven voor onderwijs, Wolters- Noordhoff
- Archief van de Hervormde gemeente Bergen inv. nrs 1, 3, 4, 10, 74, 109,
110, 115
- Archief RK Petrus en Paulusparochie te Bergen 1850-1970, inv. nr. 48
- L.W.de Bree, Het platteland leert lezen en schrijven, het lager onderwijs
op het platteland in de eerste helft der 19s eeuw, Van Kampen,
Amsterdam 1947