Pieter Snijders, geboren te Hillegom in 1805, volgde
Dirk Nierop op. Hij kwam uit een onderwijzersgezin.
Mr. Henricus Wijnbeek, die in 1832 werd benoemd tot
opper-inspecteur van het gehele Nederlandse niet-univer-
sitaire onderwijs, bezocht de school in Bergen in 1839, en
schreef het volgende in zijn inspectieverslag: 'De school ging
juist uit, toen ik kwam, doch uit eenige proeven met de nog
overgeblevene leerlingen kon ik opmaken, dat hij onder de
uitgelezene onderwijzers dient gesteld te worden.' Dit mocht
als een enorm compliment beschouwd worden.
Vanaf 1858 werd het leerlingenaantal dusdanig dat er hulp
onderwijzers werden benoemd in Bergen. Pieter Snijders
kreeg achtereenvolgens hulp van o.a. Hendrik Martinus
Scheepers, Rijkman Schuite, Johannes Nicolaas Wan, Gerrit
Jan ter Plegt en Willem Buis. In een tijdsbestek van acht jaar
zijn er vijf hulponderwijzers geweest die gemiddeld binnen
twee jaar weer elders aan de slag gingen. Reden kan zijn
geweest dat zij ergens anders beter betaald werden. Voor de
hoofdonderwijzer was het ook geen vetpot. Vanaf 1863 had
de school in Bergen regelmatig kwekelingen, die praktijker
varing opdeden en daarmee f 25, - per jaar verdienden. Toen
Pieter Snijders 15 november 1866 overleed, volgde Willem
Buis hem tijdelijk op als waarnemend hoofd met A. Peijs als
tijdelijke hulponderwijzer.
In 1867 deed hoofdonderwijzer Jacobus Francken zijn
intrede in Bergen. Hij was in 1840 geboren te Westzaan en
hij zou tot 1909 als hoofd der school in Bergen werkzaam
zijn. Tevens maakte hij zich verdienstelijk als organist van
de Ruïnekerk van 1872 tot 1888. Meester Francken was een
geduldig en beheerst man. Deze eigenschappen kwamen
hem voortreffelijk van pas tijdens het lesgeven, maar niet in
zijn contacten met de gemeente. Hij schreef brief na brief
naar het gemeentebestuur in verband met de slechte staat
van zijn huis op de Kerkbuurt: 'het lekte aan alle kanten'.
Ten slotte kwam hij met het voorstel om een huis te kopen;
hij wist een geschikte woning. Zijn beheerste gedrag leverde
hem niets op. Hij kreeg de woning niet.
Meester Francken heeft de eerste jaren steun gekregen van
de gedreven hulponderwijzer Willem Buis, die in 1871 het
onderwijs verliet en zich in Bergen vestigde als makelaar.
In 1875 kwam hij in de gemeenteraad waar hij zich ontpopte
als beijveraar voor de verbetering van het onderwijs. Zo
lanceerde hij o.a. een plan voor het herhalingsonderwijs.
Na Willem Buis kwamen als hulponderwijzers Jan Swart,
Simon Verloop, Pieter van Hoorn en Sjoerd Bonga. Aan
Pieter van Hoorn schenken wij speciale aandacht, omdat
deze veelzijdige, talentvolle man veel heeft betekend voor
de Bergense gemeenschap.
In de Wet tot Regeling van het Lager Onderwijs van 1878
verscheen het vak Nuttige Handwerken voor meisjes op
het rooster. Mede daardoor deden de onderwijzeressen in
groteren getale hun intrede in de school. Zo ook in Bergen:
we zien vanaf 1875 Jo Waleson als eerste onderwijzeres
in Bergen verschijnen, in 1876 kwam vervolgens Susanna
Eleonora Géraud, die tevens handwerken gaf. In 1879 kwam
Maria Annegina Jacoba Sluijsken, in 1883 kwamen Maria
Margeretha Cloeck en Maria Honig en in 1886 Bregtje van
der Oord. Omdat het nu mogelijk was het handwerkonder-
wijs gestalte te geven, zag Willem Buis nieuwe kansen voor
deze vorm van onderwijs. Hij onderzocht de mogelijkheid
tot oprichting van een naai- en breischool. Dit onderwijs
voor alle meisjes van zes tot veertien jaar was kosteloos
en het werd zo'n groot succes dat er na enkele jaren twee
hulpkrachten werden aangesteld. Handwerkonderwijs viel
evenals Franse les buiten het vaste rooster.
Nog aan het begin van de twintigste eeuw werd vastgelegd
dat er per jaar f 100,- jaarsalaris werd betaald voor bijv.
een uur 'Fransche les' in de week, maar f 50,- voor 'Nut
tige handwerken'. 'Want', adviseerde de schoolopziener uit
Alkmaar: 'eene onderwijzeres der lagere klassen kan ge
makkelijk een paar uur per week meer lessen geven dan een
onderwijzer der hoogen klassen, omdat zij geen of weinig
tijd noodig heeft voor correctie.'
Vakken
Werden aan het begin van de 19e eeuw de vakken Rekenen,
Nederlandse Taal en Schrijven gegeven, later kwamen ook
de vakken Aardrijkskunde, Vaderlandse Geschiedenis,
Kennis der Natuur (vanaf de derde klas), Zang, Nuttige
en Fraaie Handwerken en 'Vrije en Orde Oefeningen des
Gymnastieks' aan bod. Met gymnastiek had de gemeente
Bergen niet veel op. Het gemeentebestuur vroeg herhaal
delijk om te worden ontheven van de plicht tot het geven
van gymnastiekles, omdat de schoolbanken 'bezwaarlijk
telkenmale verwijderd kunnen worden'. De ware reden was,
zo lezen we uit de notulen, dat de raad het voor een school
in Amsterdam wenselijker achtte dan voor een school in
Bergen, 'waar de jeugd gelegenheid genoeg vindt om licha
melijke beweging te nemen in de vrije natuur'.
Pieter van Hoorn (1852 - 1918)
Een van de onderwijzers die veel hebben betekend voor het
maatschappelijk leven in Bergen was Pieter van Hoorn.
Hij zag het levenslicht op 14 februari 1852 te Wormer.
Hij koos voor het onderwijs en stond reeds vóór 1870 als
21