slechte oogst zorgen voor hoge graanprijzen met hongersnoden tot gevolg. In diverse steden in het zuiden worden de beelden in de kerken gebroken. Ook in Antwerpen (20 augustus 1567) en Utrecht breekt de beeldenstorm los. Willem van Oranje stelt aan Margaretha voor om Hendrick van Brederode als plaatsvervan gend stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht te benoemen. 'Geen sprake van', beslist Margaretha. Als Hendrick van Brederode in september 1566 in Leiden op bezoek is bij Jan Paets en Jacob van Wijngaarden, aanhangers van de nieuwe religie, gaat het gerucht dat Hendrick in zijn gevolg 'veele aenhangers van geusen ende beeldestormers soude hebben'. De Leidse vroedschap besluit Hendrick op kosten van de stad te 'tracteren'. De schout meende later '...dat die selve reyse deur Leyden geen vrede in de stadt bracht.' In januari 1567 staat Willem van Oranje toe dat de Calvinisten in Amsterdam een kerk krijgen. Edelen uit alle streken lopen bij Van Brederode de deur plat. Margaretha van Parma wantrouwt Van Brederode en zij vraagt hem de eed van trouw opnieuw te ondertekenen. Van Brederode weigert. Hij is dan op het Huis ter Kleef bij Haarlem in Kennemerland. Lodewijk van Oranje, Luthers, vraagt Hendrick van Brederode of de Calvinisten wil len overgaan naar het Lutherse geloof dat vooral in de Duitse staten voorkomt, maar Van Brederode en andere Calvinisten weigeren dat te doen. Bij de slag bij het polderdorp Oosterweel (Austruweel), vlakbij Antwerpen, op 13 maart 1567, wordt een klein Geuzenleger onder leiding vanJan van Marnix (1537-1567), heer van Tou louse, verpletterend verslagen door Filips van Lannoy, heer van Beauvoir, kapitein van de lijfwacht van Margaretha van Parma. De Geuzen zijn geen partij voor het getrainde regeringsle ger. Jan van Marnix sneuvelt tijdens de slag. Willem van Oranje, burggraaf van Antwerpen, verbiedt de Antwerpse Protestanten om de Geuzen te hulp te komen. Van Oranje laat een aantal ketters terechtstellen - zo toont hij zijn trouw aan de Spaanse koning. De gevangen Geuzen worden niet als krijgsgevan genen maar als rebellen beschouwd. Zij worden gedood, op het rad of aan de galg. Exacte verliezen zijn niet bekend. Twee dagen na de slag bidt een katholiek prediker dat de geuzen allemaal vernietigd mochten worden, zoals die 7 a 800 die nu te Oosterweel bij Antwerpen waren doodgeslagen of verbrand'. Het na Oosterweel door de Spanjaarden belegerde Valenciennes krijgt van Willem van Oranje het advies zich over te geven. Ter wijl het carillon psalm 22 speelt: 'Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij en redt mij niet terwijl ik zwoeg en strij', wordt de stad op 23 maart 1576 ingenomen. Veel niet-Katholieken worden na de overgave opgehangen. Hendrick strijdt door Hendrick van Brederode vestigt zich in maart 1567 in Am sterdam en hij wil de stad als uitvalsbasis gebruiken voor het gewapende verzet. Ook zijn vrouw Amalia komt naar de stad. Vermomd als boerin wordt zij de stad binnengesmokkeld 'op den dach (18 maart) voirsz quam mijn heer van Bredenroedes huijsvrou oock in Amsterdam in een lantwijfs habijt'. In Amsterdam haalt Van Brederode 8000 gulden op om de strijd tegen de Spanjaarden te financieren, tegen 6 1/t rente en met de bedijkte Berger- en Kleimeer als onderpand voor de lening. Wagenaar bericht: 'Brederode, die, tot nu toe, te Amsterdam, gebleeven was, liet zig ook verluiden, dat hy geneigd was, te vertrekken, zo de Stad hem eene maatelyke som, op zekere Lan den, bedykt in de Berger en Kleimeer, verstrekken wilde. Men bewoog dan den ondank van 't Hof willende ontgaan, Herman Roodenburg den Ouden en Adriaan Pauw om hem agtduizend guldens, op hunnen naam, doch voor rekening der Stad, op te schieten, alzo men verlangde, hem te loozen. Ook deedt men, terstond, vyfentwintighonderdentwee guldens van 't Excyns- Huis haalen, en aan de wooning van Roodenburg brengen, daar het overige, tot agtduizend guldens toe, door Pauw en Rooden burg, uit hunne eigen' beurze, en die hunner goede vrienden, verzorgd werdt. Ook is 't hun, daarna, door de Stad, wederom goedgedaan. Brederode, deeze penningen ontvangen hebbende, vertrok, den zevenentwintigsten van Grasmaand (april), in den nagt, begeleid tot in 't Vlie, door een Waterschip met geschut: vanwaar hy op Embden, en voorts in Duitschland raakte. Hy overleefde zyn ongeluk niet lang.' In april 1567 is een groot Spaans leger in aantocht en het Calvi nistische stadsbestuur van Den Bosch moet de stad ontvluch ten. Willem van Oranje vlucht naar het stamslot Dillenburg in het Duitse graafschap Nassau. Hij meldt aan landvoogdes Margaretha van Parma dat hij wat privézaken moet afhande len, waarna zij Maximiliaan, graaf van Bossu, in juni 1567 als plaatsvervangend stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht aanstelt. Veel Nederlanders gaan nu ook op de vlucht. 'De vette 16 BERGENSE KRONIEK, NOVEMBER 2014 Huis ter Kleef (met op de achtergrond Haarlem) waar Hendrick regelmatig verbleef en waar Lancelot van Brederode (geb. 1532), een halfbroer van Hendrick, woonde. Maker onbekend Margaretha van Parma. Portret van Anthonie Mor

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 18