-è- f V Bloemendaal, en Vogelenzang, Haar- lemmerliede met Noordschalkwyk, Schooten, Zuid- en Noord-Akendam, Hof-Ambagt; Velzen, Schoorl en Kamp, benevens de Hargenpolder. Vrye Heerlykheden zyn Bakkum, Wimmenum, Bergen, Petten met den Hondbosche en Callantsoog.' Wapenschild Van Brederode Jacoba van Beieren (1401 -1436), is gravin van Holland, Zeeland en He negouwen in de periode 1417-1433. Zij verheft in 1428 het ambacht Bergen tot Vrije Heerlijkheid Bergen met hoge en lage jurisdictie. Het dorp Bergen, vier buurten met de Kerk in het midden, wordt dan bewoond door een paar honderd mensen die het niet breed hebben. De ouders van Hendrick Vader Reinoud III van Brederode (1492 - 1556) en moeder Philippa van der Marck (ca. 1500 - 1537) liggen in een fraai praalgraf in de Hervormde Kerk in Vianen: 'Reynouldt, here tot Brederode, tot Vyanen, burchgraeff tot Utrecht, heer tot Haveraingcourt, ter Ameyde', heer van de heerlijkheden Heemsro(e)de en Bergen in Kennemerland, Kloetinge, Asten, ridder van der oirdre van den Gulden Vliese'. In 1521 trouwt Reinoud met Philippa van der Marck; zij krijgen 10 kinderen en Hendrick is de oudste zoon. De stad Amsterdam koopt van Reinoud in 1529 een groot deel van de bezittingen onder de rook van de stad, onder meer de vrije ambachten Nieuwer-Am- stel, Sloten en Sloterdijk. Reinoud is lid van de Raad van State en raads- en kamerheer van keizer Karel V. Op grond van zijn afstamming van graaf Dirk van Holland, noemt Reinoud zich graaf van Holland. Dat wordt hem verboden door Keizer Karel V. Na dat verbod schrijft Reinoud: 'oorspronkelijk, door wettige successie geboren van de Graven van HollandDesondanks benoemt Karel hem tot kamerheer, houtvester en opper-jager in Holland en kastelein (slotvoogd) van het Huis van Teylingen. Maarten Luther In 1559 stelt koning Filips II een aantal nieuwe stadhouders aan; de graaf van Egmond wordt stadhouder van Vlaanderen, Willem van Oranje (Nassau) wordt stadhouder van Hol land, Zeeland en Utrecht. Er komt een nieuwe kerkelijke De Reformatie Het begin van de 16e eeuw was een bijzonder roerige tijd, waarin met name politieke en religieuze veranderingen plaatsvonden. In dit verhaal gaat het vooral om het ontstaan van andere religieuze stromingen, die zich niet verdroegen met de bestaande leer van de Rooms katholieke kerk.Toen de gewezen monnik Maarten Luther op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen tegen de Roomse kerk uitvaardigde, ontketende hij daarmee een beweging die als de Reformatie (hervorming) de geschiedenisboeken in ging. Met zijn stellingen tekende hij een vlammend protest aan tegen de vele misstanden die in de kerk heersten. Luther keert zich met name tegen het stelsel van goede werken' en de dubieuze aflaatpraktijken, waarbij gees telijken voor veel geld goedgelovigen een aflaat als 'toegangs bewijs' voor de hemel verstrekten. De beweging won al gauw veel medestanders, en vormde zo een bedreiging voor de macht van de kerk. Dat gold ook voor de wereldlijke macht van keizer Karel V; die beschouwde zijn keizerschap als een goddelijk gegeven en regeerde als een absoluut vorst. Daarom had hij er belang bij in zijn gewesten de katholieke eenheid te bewaren. Daarbij zag hij de aanhangers van deze beweging ook als een bedreiging voor de eenheid van zijn staten. De nieuwe leer' vond een gretig gehoor bij de stedelijke bevolking. De volgelingen van Luther werden aangeduid met Lutheranen; de volgelingen van de latere Frans-Zwitserse kerkhervormer Johannes Calvijn waren de Calvinisten. Juist deze Calvinisten bleken in hun opvattingen strijdbaarder te zijn dan de Lutheranen, bij voorbeeld omdat zij aanvaarding van het wereldlijk gezag ook niet als vanzelfsprekend aan vaardden. Daardoor vormden zij een groter gevaar, al waren alle afvalligen voor kerk en keizer ketters. Een aparte groep vormden de Anabaptisten of Wederdopers, die met name hun aanhang hadden in het noorden van ons land en in Duitsland. Zij streefden niet alleen naar religi euze, maar ook naar sociale hervormingen en koesterden door hun radicale opvattingen een welhaast communistisch ideaal. Ogenschijnlijk hiermee verwant was de sekte van de Doopsgezinden of Mennonieten, volgelingen van de gewezen pastoor Menno Simonsz, al waren zij veel minder revolutio nair in hun opvattingen. Al vanaf 1521 heeft Karel V deze bewegingen letterlijk te vuur en te zwaard bestreden, en vaardigde hij zijn eerste plakkaten uit. Daarin stonden maatregelen tegen het in woord en geschrift verspreiden van de afvallige leer, met de straffen die men daarmee riskeerde. Ondanks dat bleef het gewenste resultaat uit en telde de beweging van de Reformatie steeds meer aanhangers. Gedesillusioneerd deed Karel V in 1555 afstand van zijn regering ten behoeve van zijn zoon Filips II. Meer nog dan zijn vader was Filips door zijn opvoeding over tuigd van zijn goddelijke uitverkiezing, waardoor hij een nog krachtiger impuls gaf aan de vervolging van andersdenken den. Maar dat gaf alleen maar meer voeding aan de weer stand tegen de gevestigde orde. Gaandeweg was er daarom niet langer sprake van een religieus conflict, maar ook van een politieke kwestie die steeds meer gewicht kreeg. Toen op een gegeven moment ook nog de spanning verder was toege nomen door een sterke stijging van de graanprijzen, was dat de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Daarmee stonden de Lage Landen aan de vooravond van hun opstand tegen landsheer Filips II. 1^0 Hendrick van Brederode Amalia van Brederode

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 15