Duitse officieren gevlucht
Ontsnapping uit het interneringskamp in 1915
Het kan niemand zijn ontgaan dat
op allerlei manieren aandacht wordt
besteed aan het begin van de Eerste
Wereldoorlog, nu 100 jaar geleden.
Ook ons Bergens Museum doet dat
met de zomertentoonstelling 'De
Groote Oorlog en het kleine dorp'.
Ook in de Bergense Kroniek wordt
met onderstaand artikel aandacht
gegeven aan deze ingrijpende
gebeurtenis. Als gevolg van deze
oorlog had ons kleine dorp zelfs
twee interneringsdepots, die uitvoe
rig staan beschreven in de Bergense
Kroniek, 6e jrg. nr. 1 van mei 1999.
'Duitsche officieren gevlucht', dit is de kop van een artikel
uit de Eerste Wereldoorlog in de 'Alkmaarsche Courant'
van 7 december 1915.
Melding werd er van gemaakt dat de kapitein en een officier
van de Duitse onderzeeër UC8 ontbraken op het avondappèl
in het interneringskamp Bergen aan de Breelaan, en dat alles in
het werk werd gesteld om hen weer in handen te krijgen. Op
14 december berichtte bovengenoemde krant dat beide voort
vluchtige Duitse officieren, Schmidt en Müller, in een pension
aan de Spaansche Kade te Rotterdam rond middernacht van
hun bed zijn gelicht en terug naar Bergen zijn gebracht.
De ontvluchting geschiedde onder de volgende omstandighe
den: officieren konden het interneringskamp voor een uur, een
halve of hele dag op erewoord verlaten. Zo gingen vijf officie
ren 's middags aan de wandel en kwamen tegen zessen weer
netjes terug. Zij vroegen kort daarna opnieuw verlof, doch één
bleef achter. In zijn plaats ging Müller mee, gebruik makend
van de schemering, zonder dat hij zijn erewoord had gegeven.
Kapitein Schmidt - die eerder reeds uit een Deens interne
ringskamp wist te vluchten - maakte gebruik van een geplande
elektriciteitsstoring om met een van tevoren aangeschafte ge
schikte schaar een gat in de prikkeldraadomheining te knippen,
om vervolgens in het donker te verdwijnen. Ook blijkt dat met
medewerking van buiten het kamp, de militairen over burger
kleding konden beschikken om verder te vluchten.Uit andere
berichten blijkt dat Müller een luitenant-vlieger was, die op
Schiermonnikoog gevangen was genomen, doch dit terzijde.
Eerder meldde op 4 november een krantenkop vanuit Londen
met vette letters: 'Duitsche duikboot gevangen'. Het blijkt
dat één van de nieuwste Duitse opperduikboten, die 14 dagen
daarvoor te Stettin van stapel was gelopen, voor de kust van
Terschelling binnen de Nederlandse territoriale wateren was
vastgelopen. Na assistentie van de Terschellingse reddingboot
is de duikboot daarna door de Nederlandse marine in beslag
genomen. Terschelling was toen een Noord-Hollands eiland.
Waarom de Duitse bemanning in Bergen terecht is gekomen, is
te lezen in het krantenbericht van 3 december 1915. Het blijkt
dat de UC8 die nacht in Alkmaar werd verwacht, alwaar deze
in het Afgesneden Kanaalvak, met medewerking van enkele
Duitse bemanningsleden, gedemonteerd zou worden. Aan een
oude kanonneerboot de Geep' was de bewaking opgedragen,
terwijl een groot botenhuis was gebouwd om de demontage
werkzaamheden aan de ogen van ramptoeristen te onttrekken.
Dat in die dagen het erewoord uiterst serieus werd genomen,
blijkt uit een situatie elders. Het ging hier om twee Duitse
officieren die hun erewoord gegeven hadden, maar toch naar
Duitsland waren gevlucht. Na overleg tussen de Nederlandse
minister en zijn Duitse collega werden de twee netjes naar hun
interneringsdepöt in Nederland terug gezonden.
In januari 1919 bevonden zich in het depot Bergen nog zeven
Duitse geïnterneerden, die in Alkmaar belast waren met het
onderhoud van twee in beslaggenomen Duitse oorlogsschepen.
De tweede duikboot was in 1917 in Domburg in beslagge
nomen.
11
RU WAALEWIJN
De UC8 aan de ketting in het Afgesneden Kanaalvlak te Alkmaar. Foto: Regionaal Archief Alkmaar
Bronnen
Digitaal krantenarchief Alkmaarsche- en Helderse Courant,
Regionaal Archief Alkmaar