bekend als het Rondeel op de kruising van Kijklaan en Eeuwi gelaan, en is voor de bouwgeschiedenis niet van direct belang. De tweede is een overzicht van ''t Huijs van Bergen', waarop het gehele complex op het middeneiland staat afgebeeld. Het toont de noordelijke gracht (later Karpervijver genoemd), de brug en ingangspoort met halfronde muren, de westelijke en oostelijke bouwhuizen en het als een paleis ogende hoofd huis. Dat stond ten tijde van de opname (1652) nog wel vast op het program. De op de tekening aangegeven maten, met 9 Rijnlandse voeten (2,826 m) als basismaat, stemmen wat de bouwhuizen betreft overeen met de werkelijkheid. Deze bestaan uit drie in elkaars verlengde liggende delen, waarvan het middelste iets breder en vooral ook wat hoger is. Alle delen zijn gedekt met een zadeldak. Op enkele latere afbeeldingen zien we eenzelfde bouwkundige structuur. We kunnen er dus wel vanuit gaan, dat zij op dat moment al waren gerealiseerd. Een extra argument daarvoor vormt de ingetekende aanbouw aan het oostelijke bouwhuis. Deze bestaat uit een kelder, een verdieping van normale hoogte plus een halve verdieping met een klein, bijna plat zadeldak. De aanbouw staat haaks op het middendeel van het bouwhuis en het dak steekt in het hogere dak van dit middendeel. Delen van deze aanbouw zijn zelfs nog altijd aanwezig, ingekapseld binnen de oostvleugel van het huidige pand, en verklaren de afwijkende vloerniveaus die we er aantreffen, De oudste gedeelten van de nog bestaande kelder lopen onder deze oude aanbouw door. Ook het westelijke bouwhuis is na 1652 uitgebouwd, maar wanneer dat is gebeurd is niet bekend. Toen na het overlijden van Anthonis jr. in 1692 de boedel tussen zijn zuster Susanna en zijn broer Adriaen werd verdeeld, werd een globale beschrijving van de vertrekken van Het Hof gemaakt. Er was sprake van een groot salet (grote ontvangkamer), een saletcamer (kleine ont vangkamer), een eetsalet, een comptoir (kantoor), een geweerca- mer, een bibliotheecqcamer, een slaepcamer, een keucken en een uijtsteck (een serre of aanbouw). Gesteld dat al deze vertrekken zich, met uitzondering van de keuken, bevonden in het rechter bouwhuis, toen waarschijnlijk al tot hoofdverblijf ingericht, dan zal de oorspronkelijke sobere opzet inmiddels toch wel wat zijn uitgebreid. In de 18de eeuw wordt het aantal afbeeldingen van Het Hof wat ruimer, maar ook deze zijn niet allemaal betrouwbaar. Dat euvel kleeft in het algemeen aan topograhca uit die tijd, met name wanneer ze anoniem zijn. Veel 'kasteeltjes' werden op bestel ling geleverd door een atelier, waarbij de exacte toeschrijving er weinig toe deed. De in Bergen langstrekkende tekenaars die wel 'naar het leven' werkten zijn onder meer Hendrik Pola, Cornelis Pronk en J.A. Crescent. Van alle drie zijn afbeeldingen van Het Hof bekend die regelmatig in de literatuur zijn weerge geven. Alvorens de bekende tekeningen te behandelen moet iets worden gezegd over de eerste plattegrond die er na Van Breen van het complex is gemaakt. Dit betreft de kadastrale minuut DE 'STUDLER' VAN ANTHONIS VAN SURCK, HEER VAN BERGEN EN ZIJN VOORGESLACHT 't Huijs te Bergen aende oostzijde in 't Bergerbos'. Tekening toegeschreven aan Hendrik Pola, 1718 (ca. 1680). Collectie Noord-Hollands Archief Haarlem

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 27