Ook wordt gewerkt aan het herstel van het zgn. 'Boschplein'
aan de duinvoet. Geïnspireerd door een afbeelding uit 1865
wordt getracht een 'aangename plek om te verpozen' te reali
seren. Hier zal ook de padenstructuur worden aangepast.
Tot slot wordt ook een deel van de beken hersteld. Na het
schonen van een deel van de Bosbeek, zo'n acht jaar terug,
worden nog enkele delen van de diverse beken gebaggerd.
Ook de kattenbergjes op de kruising Kerkelaan - Jan Wil
lemlaan zijn opgeknapt en weer zichtbaar gemaakt.
Natuurwaarden
Oude (park)bossen, landgoederen en ook buitenplaatsen
hebben heel specifieke natuurwaarden. Het vaak eeuwen
lange onderhoud aan laanbomen, boomgaarden, grachten,
vijvers en vaak ook het hakhoutbeheer, hebben geleid tot
bijzondere leefomstandigheden voor plant en dier. Door de
jarenlange aanwezigheid van bos verandert de bodem van los
zand in bosbodem. Op oude bosgrond groeien heel andere
planten dan op jonge bosgrond. De aanwezigheid van (veel)
oude bomen brengt holten in stammen en takken met zich
mee, waar in holen broedende vogels als bijv. specht een
plek vinden. In de plaatselijk dichte struiklaag vinden tal van
zangvogels een broedplek. Lanen kunnen een mooi jachtter
rein vormen voor vleermuizen en kleine hoogteverschillen in
de vorm van walkantjes en greppelranden bieden plaats aan
bijv. mossen en varens.
Bergerbos
Het Bergerbos bestaat uit doorgeschoten hakhoutbos, open
duin, heideveldjes, smalle 'beken', hoog opgaand bos en
lanen en kent daarmee een grote variatie in biotopen. Alle
biotopen hebben hun eigen soortenrijkdom en -samen
stelling. Deze variatie wordt verder vergroot door de lage
duintjes (nollen) ten westen van de Jan Willemlaan en de
aarden walletjes evenwijdig aan de oude padenstructuur. In
combinatie met het doorgeschoten hakhout draagt dit bij aan
een rijke mossenflora. Het bos geniet hierdoor een landelijke
bekendheid.
De plantengroei is kenmerkend voor oude bossen. Onder
andere hengel (gele paardenbloem), bosbessen en dubbelloof
worden er aangetroffen. Heel anders is de begroeiing van het
open duin. Buntgras, mossen en korstmossen voeren hier de
boventoon.
De al eerder beschreven variatie aan biotopen leidt ook tot
een rijke paddenstoelenflora. Hoewel niet altijd zichtbaar,
is ook hier de soortenrijkdom vrij groot. Van minuscuul
zwammetje op een oud klimopblaadje tot de eetbare bief-
stukzwam op oude eiken, alles is aanwezig.
De vogelbevolking bestaat grotendeels uit soorten die niet of
minder gevoelig zijn voor verstoring. Holenbroeders als gro
te bonte specht en boomkruiper doen het redelijk, net als de
aan hoge oude bomen gebonden boomklever. Voor grond
broeders is het moeilijk een ongestoorde plek te vinden.
Van de zoogdieren worden zowel de eekhoorn als de boom
marter gezien.
De natuurwaarden staan echter onder druk door de hoge
recreatiedruk. Loslopende honden, hondenpoep en de vele
wandelaars hebben onbedoeld effect op de mossenflora, de
plantengroei en de broedvogelstand. De aanlijnplicht (die
loopt van 15 maart tot en met 15 juni) biedt enig soelaas.
De vele hondenpoep in het bos leidt plaatselijk tot verrijking.
Grassen in de heide en bramen in het bos zijn er de zichtbare
sporen van. Ook de duin- en bosbranden van 2009, 2010 en
2011 hebben hun sporen nagelaten.
In september 2009 is een groot deel van het open duin
grenzend aan het Noord-Hollands Duinreservaat verbrand.
Nadien is hier schapenbegrazing ingesteld om te voorkomen
dat de open vegetatie door vrijgekomen voedingsstoffen
versneld dicht zou groeien.
Het Hof
Het Hof heeft heel andere natuurwaarden. Het is rijk aan
vleermuizen, zowel in soorten (acht) als aantallen. Van de
laatvlieger is een kraamkolonie aanwezig in het huis, een
kleine kolonie dwergvleermuizen is aangetroffen in de
boerderij. Watervleermuis, baardvleermuis, franjestaart,
grootoorvleermuis en ruige dwergvleermuis zijn jagend
waargenomen. De aanwezigheid van de rosse vleermuis op
Het Hof is niet helemaal zeker.
De broedvogelbevolking bestaat uit vooral algemene
soorten van loofbossen, met name holenbroeders zijn goed
vertegenwoordigd. Ook hier staat de vogelbevolking onder
druk van recreatie. Maar ook de komst van de havik is van
invloed op de vogelstand. O.a. de bosuil en groene specht
moeten het bij tijd en wijle afleggen tegen deze snelle jager.
Het park heeft in tegenstelling tot veel oude buitenplaat
sen geen rijk voorjaarsaspect. Stinsenplanten als daslook,
bosanemoon, sneeuwklokje, diverse narcissen en de wilde
hyacint komen wel voor, maar zijn, met uitzondering van
daslook, niet rijk aanwezig in het vroege groeiseizoen.
De plantengroei wordt verder gekenmerkt door soorten
van oude bossen, zonder dat er aanwijzingen zijn voor de
vermestende werking van zure regen.
Net als het Bergerbos heeft ook Het Hof een rijke en gevari
eerde paddenstoelenflora, bestaande uit algemene en minder
algemene soorten. Met name de Mosselenbuurt is rijk aan
bijzondere soorten.
23
EEN HOF VOOR EEN HEER
Literatuur:
- Anoniem, Hof te Bergen, Beheersplan. Stichting tot Behoud van Particuliere Historische
Buitenplaatsen, z.pl., 1989.
- Anoniem, Het Hof te Bergen, Inrichtingsplan en Beheerplan. Copijn Utrecht tuin- en
landschapsarchitecten bv, Arcadis Heidemij Advies, z.pl., 2000.
- B. Joustra, Het Huis te Manpad. Huis park en bewoners door de eeuwen heen,
Alphen aan den Rijn, 2003.
- PJ.H. van der Linden, Chr. Achterberg, Inventarisatie Oude Hof te Bergen NH, Els Linde,
Ingen, 2005.
- J. Nobbe, T Borst, Heerlijk Bergen!?, Bergen, Bergen aan Zee, Bergermeer en binnen-
duinrand - terugblik en toekomst. Bergen, 1995.
- S.J. Schaper, Het hof te Bergen. Tuinkunst. Nederlands Jaarboek voor de geschiedenis van
Tuin- en Landschapsarchitectuur 1 (1995), 23-45, Herdrukt in: De Woonstede door de eeuwen
heen 120 (december 1998, 32-47).
- Drs. H. Tromp, drs. T. Henry-Buitenhuis, Historische Buitenplaatsen in particulier bezit,
Utrecht, 1991.
- F.D. Zeiler, Canon van Bergen. 25 vensters op de geschiedenis van Bergen en Bergen aan Zee.
Bergen, 2013.