Om de hier geformuleerde vragen te kunnen beantwoorden
moeten we terug naar de jeugd van Anthony van Zurck, zijn
familie, zijn activiteiten op de beurs in Amsterdam en zijn
netwerken in Leiden, Den Haag en Alkmaar. Waarbij de
vraag zich direct opdringt hoe het kan dat iemand in korte
tijd zo'n vermogen vergaarde, dat hij naast de aankoop van
de Heerlijkheid Bergen en de bouw van Het Hof, onroerend
goed bezat in Amsterdam, Alkmaar, Leiden, de Beemster en
land in de Egmonden. Een indicatie voor het vermogen van
het echtpaar Studler van Zurck geven hun recent terugge
vonden testamenten in het archief van Zwolle (HCO). Deze
maakten deel uit van de zogenoemde 'Bergense Boedel' die
in 2010 bij het Haarlemse veilinghuis Kuyper werd ver
kocht. In die testamenten worden bedragen ter grootte van
honderdduizend gulden vermeld, die na overlijden aan hun
kinderen zouden moeten worden betaald. Ter vergelijking:
honderdduizend gulden anno 1656 staat gelijk aan ruim
een miljoen euro in 2014. Het is dus niet verwonderlijk dat
Anthony Studler van Zurck ooit werd vermeld in de lijst van
250 rijkste mensen in de zeventiende eeuw in Nederland.
Een trieste start
Anthony van Zurck maakte al vroeg kennis met de dood.
Op jonge leeftijd verloor hij zijn beide ouders. Hij was de
oudste van vier broers die na het overlijden van hun ouders
onder voogdij opgroeiden. Zijn moeder Maria Thibaut
overleed toen hij 12 was en zijn vader Anthonie van Zurck
Jaspers stierf in 1619, twee jaar later na een kort huwelijk
met zijn tweede echtgenote Jacqueline Boudewijns van Ber-
licum. Anthony van Zurck was toen 14 jaar. Omdat men in
die tijd pas met 25 jaar voor de wet volwassen was, werden
Anthony van Zurck en zijn jongere broers Jasper, Ferdinant
en Eduart als wees aangemeld bij de weeskamer in Amster
dam. De weeskamer beheerde onder andere het vermogen
van de jonge wezen. Tot twee keer toe wordt in de stuk
ken gewag gemaakt van een een bedrag bij de weeskamer
in Amsterdam. Eén keer wordt vermeld dat door hun oom
Adriaan Thibaut een bedrag van fl.3.600 in de vorm van een
verplichting aan de VOC is ingebracht en in 1629 een bedrag
van fl.9.125 namens hun stiefmoeder Jacqueline Boudewijns
van Berlicum. Gelukkig is het testament van zijn vader
Anthonie van Zurck Jaspers bewaard gebleven, zodat we een
goed beeld hebben van de verhoudingen en omstandigheden
waarin de jonge Anthony van Zurck en zijn broers daarna
zouden opgroeien. Op 15 februari 1620 werd dit geopend
bij de notaris Jan Fransz. Bruiningh in Amsterdam in de
aanwezigheid van zijn familie, waaronder zijn stiefmoeder
Jacqueline Boudewijns.
Opmerkelijk is dat, toen het testament van Anthonie van
Zurck Jaspers bij notaris Bruiningh werd geopend, er vol
gens de beschrijving alleen vrouwen bij aanwezig waren. Dat
waren naast zijn weduwe Jacqueline Boudewijns, zijn zuster
Susanna van Zurck (echtgenote van Aernout Hellemans),
zijn schoonzusters Margaretha Thibaut, (in tweede huwe
lijk getrouwd met bankier Guillielmo Bartolotti (van den
Heuvel)), zijn schoonzus Susanna van Hoove, (echtgenote
van Adriaan Thibaut, de latere schoonouders van Anthony
Studler van Zurck) en zijn schoonzuster Maria Sickinga (die
was getrouwd met Hendrik Thibaut). De inhoud van het
testament en de aanwezigen bij de notaris geven een goed
beeld van de verhoudingen waarin Anthony van Zurck en
zijn drie broers zouden opgroeien, zowel materieel als intel
lectueel. Na het overlijden van hun ouders zijn de kinderen
Van Zurck hoogstwaarschijnlijk bij hun stiefmoeder Jacque
line Boudewijns blijven wonen in het grachtenhuis aan de
Keizersgracht in Amsterdam.
Johannes de Laet als voogd
Bij testament van zijn vader werden twee ooms van An
thony van Zurck als voogd over de weeskinderen Van Zurck
aangesteld: Adriaan Thibaut, broer van zijn moeder en
Johannes de Laet, zwager van zijn stiefmoeder. Johannes de
Laet was getrouwd met Maria Boudewijns van Berlicum, de
zuster van Anthony's stiefmoeder Jacqueline Boudewijns
van Berlicum. Voor de kinderen Van Zurck had hun vader
9
EEN HOF VOOR EEN HEER
Anthony Studler van Zurck en echtgenote Suzanna Thibaut, op grond van
symbolen op de lijst aan hen toegeschreven. Tekening van Johannes Thopas,
1664. Collectie Suermondt-Ludwig Museum, Aken.
I.i>. 'httncksifl ficari
JOAttNtS DE JJW.T ANTWERPIANUS.
Atrno. jïtsüis. ix. cóiscitlii'
Johannes de Laet. Gravure door Jan Gerritsz van Bronckhorst, ca.1640-1661.
Collectie Rijksmuseum Amsterdam.