Bilderdijk, Tollens en Van Lennep schreef Evert zijn eerste
ballade waarin een Jonkvrouw geroofd, een tweekamp ge
streden, en een burcht in brand gestoken werd - alles plaats
vindende binnen de grenzen der heerlykheid Bergen.
Zijn interesse ging echter niet uit naar het bakkersvak maar
naar de weinige boeken van zijn vader en op aanraden van zijn
onderwijzer werd besloten dat hij schoolmeester zou worden.
Aan zijn gelukkige jeugd kwam op 18-jarige leeftijd een einde
toen zijn vader in 1836 overleed en 'in het belang van weduwe
en kinderen werd geoordeeld, dat hij de broodbakkerij voort
zette, echter met afnemend succes,want zijn hart lag meer bij
de literatuur, mede door zijn vriendschap met stadgenoot en
kunstcollega Willem Hofdijk (1816-1888).
In 1866 stopte Evert met de bakkerij. 'Toen zijne zusters ge
trouwd, zijne broeders tot zelfhulp in staat waren, en zijne moe
der verzorgd genoeg was om in stillen eenvoud te kunnen leven,
terwijl hy-zelf nu berekenen kon dat zijne pen in staat was om
in zijne zeer weinig eischende behoefte te voorzien, ontdeed
hy zich van de bakkerij, die hem geen behoorlyk bestaan meer
verschafte.Hij had het 30 jaar volgehouden terwijl hij zich
daarnaast bezig had gehouden met het schrijven van novellen,
toneelwerk, historische verhalen, dit alles onder het pseudoniem
M.P. Rosmade, een naam samengesteld uit de letters van zijn
naam en de M van Max, zoals zijn kunstvrienden hem noemden.
Het weerhield de mensen in de provinciestad er niet van om
hem achter zijn rug om 'de geleerde broodbakker' te noemen.
Een anoniem aan hem gericht pamflet met de titel 'Schoenmaker
houdt u bij uwe leest' geeft de geest van die tijd weer.
In 1870 werd hij benoemd tot lid van de Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde. Vele boeken en novellen ver
schenen van zijn hand: 'Gedenkdagen van het beleg der stede
Alkmaar in 1573', 'Vader en Zoon. Het volk der West-Friezen
in 1256-1296.' Het eerste kinderboek dat uitgeverij Kluitman
(opgericht in 1864, nu 150 jaar geleden) in 1876 uitgaf was
'Een klein klein jokkentje' van M.P. Rosmade, een moralistisch
boekje, met vier gekleurde steendrukplaatjes, dat paste in de op
voedkundige traditie van die tijd. Vanaf 1885 richtte Kluitman
zich geheel op het uitgeven van kinderboeken, zoals Pietje Bell
en Dik Trom.
In 1871 overleed hij op 53-jarige leeftijd en werd begraven 'op
het lommerrijk kerkhof by Alkmaar, te midden der schoone
natuur die hem zoo lief was, onder de zerk die ook het gebeen
te zijner ouderen dekt. Een hartelyke vriend, De Bouwmeester
en Steenhou wer Stoel, richtte er een klein, smaakvol gedenk-
teeken op, den eenvoud des edelen ontslapenen waardig.
In 1873 kocht W.F. Stoel, eigenaar van een firma in bouwmate
rialen, grond aan het Kennemerbolwerk in Alkmaar. De eerste
villa die hij daar in 1874 bouwde volgens een nieuw ontwik
keld procédé met gietbeton was Rosmade, Parkstraat 3, hoek
Kennemerpark, vernoemd naar zijn vriend de schrijver M.P.
Rosmade. De andere villa's werden vernoemd naar de dichter/
schrijver W.J. Hofdijk en naar het boek 'Het huis Lauernesse'
van de schrijfster A.L.G. Bosboom-Toussaint (Truitje). In het
eerste Alkmaarse adresboek van 1876 staat dat huize Rosmade
werd bewoond door de hervormde predikant J. Kraijenbelt.
Hij was ook directeur van de Vereniging 'Laat de Kinderkens
tot mij komen' wat 70 jaar later dus letterlijk zou gebeuren.
Het pand Rosmade aan het Kennemerpark werd later be
woond door advocaat Pot en in de Tweede Wereldoorlog
gevorderd en totaal uitgewoond. In 1946 werd het verhuurd
en na een grondige opknapbeurt begon Marie Stam hier samen
met haar zussen een particuliere kraamkliniek.
De vier zussen Marie, Agaath, Gertrude en Nellie kwamen uit
een katholiek gezin van 11 kinderen en waren de dochters van
een rijke boer uit Berkhout. Moeder Stam overleed in 1947
toen Nellie 4 jaar oud was. Vader overleed in 1951. Marie was
wijk- en kraamverpleegster, Gertrude deed de huishouding
en verzorgde Nellie, die was geboren met het Syndroom van
Down. Agaath was wijk- en kraamverpleegster en werkte in
het hele land maar hielp bij drukte mee. Voor de huishouding
werkten er nog dienstmeisjes.
In het huis waren 11 bedden voor de kraamvrouwen: 1 kamer
le klas met 1 bed, 2 kamers 2e klas met 2 bedden en 1 kamer 3e
klas met 6 bedden. De baby's van de le en 2e klas mochten bij
de moeders op de kamer verblijven, de 3e klas baby's sliepen
in een aparte kamer en werden vervoerd in een 'grote' kinder
wagen. Het huis werd verwarmd met een CV ketel op kolen
gestookt, later op gas.
Hoe kwam zuster Jans Mulder uit Workum in Friesland in 1949 in
Alkmaar terecht?
De vrouw van fotograaf Bos uit Alkmaar was in Rosmade
bevallen en de baby werd gedoopt door haar broer die ka
pelaan was in Workum. Zuster Marie zocht nog een kraam
verzorgster. De kapelaan kende nog wel iemand: de 23 jarige
BERGENSE KRONIEK, APRIL 2014
Villa Rosmade in het Kennemerpark in Alkmaar