Mr. R. P. Herrmann: „Ik wil niets missen" Zeer slechtziende jonge jurist te Bergen probeert wanbegrip a/er gehandicapten weg te nemen directeur bleek voor Rob van grote betekenis. Na een snelle carrière als programmadirecteur bij de nieuwe educatieve TV-zender TELEAC, en daarna adjunct-directeur bij de even eens gloednieuwe School voor de Journalistiek, bracht deze journalist in hart en nieren een vracht aan kennis en ervaring mee op het gebied van publiciteit, media en cultuur. Zijn grote kracht bleek de versterking van de contacten met de overheid in de beleidsadvisering in samenspel met gedeputeerde W. Mensink. Maar Schaafsma was ook een man van de praktijk met oog voor mensen, die Rob kansen bood om zijn vleu gels uit te slaan. Naast sectoren als beeldende kunst, ludische vorming, theater, sociaal-cultureel werk en monumentenzorg kreeg hij een eigen werkveld - eerst nog in de Commissie Muziek, maar sinds 1974 officieel als stafmedewerker bij de Sectie Muziek. Het bleef een bescheiden opzet met één medewerker als vreedzame spin in vele netwerken. Maar het werkterrein omvatte alle geledingen, van opera en operette, symfonische muziek en kamermuziek tot de accordeonisten en de harmonie, fanfare en brassband HaFaBra- met allerlei vormen van organisatie, of een gebrek daaraan. Met de oliecrisis werden oude kwesties weer actueel. De rol van de overheid en van adviesorganen stond ter discussie, maar met Schaafsma aan het roer lag de koers volle kracht vooruit richting helder, modern overheidsbeleid, met ac tivering en coördinatie door de Raad bij de uitvoering van projecten. De secties werkten met leden uit alle richtingen, amateurs, professionals en beleidsfunctionarissen uit het veld, en voor iedere werksoort kwamen er aparte Commissies van Deskundigen. En in al die overlegorganen was de stafmedewerker Rob met zijn trouwe secretaresse de stille kracht die zo vertrouwd was met alle werkgebieden dat het heterogene gezelschap als een team ging functioneren. De Sectie was altijd één van de leukste clubs om aan mee te werken (aldus een van de leden met jarenlange ervaring), ook nog toen in 1976 Henk Schaaf sma plotseling veel te vroeg overleed. Ondertussen begon de politieke wind uit andere hoek te waaien. Beleid en uitvoering moesten uit elkaar, met de Culturele Raad louter als adviesorgaan. Maar bestuur en medewerkers bleven zich inspannen om het beleid zo dicht mogelijk bij de uitvoering te houden, desnoods tegen de stroom in. Dat werd een subtiel spel, waar diplomatieke gaven zeer van pas kwamen. Hoe dat in zijn werk ging, mag blijken uit enige praktijkvoorbeelden uit de herinnering van Rob. Eerst een praktische vraag: hoe kwam hij als nauwelijks-ziende naar zoveel verschillende plaatsen toe? 'O, geen probleem,' zegt Rob, 'ik trad gewoon op als verkeersregelaar. Of het een concert was of een manifestatie, vergadering of bespreking, er ging altijd wel iemand naar toe die ik kende. En de meesten zagen mij graag komen vanwege mijn rol als adviseur voor sub sidiezaken.' Dit alles wel met steun van zijn vrouw Gerrie, zijn veilige achterban en ook hierin altijd zijn steun en toeverlaat. MrMnh Mm Nli in«y 11 JNurnef ïitn Geen me-del. (d<?n HulpvjHfdiq Vage cQfiiouren "l TP r'JFT K'hHi U| .r I uhurLr L**J I.. i-ullr n- r Ui Mni«<in il fif irfl a#11 lar fch Lr I r 1111 |jij |1_|| ilad iB>i. r. .1 I* ppq4i whhiIUimii k IHi rm Lrru SnkpUnJa kimilllUa liU-ulMBr. f^«rt>ll|-| "l"-'1 ti| nil inJ m Lhi «jt» ji ■■ÜU i'M ifcl lil ^lilf 11 u* ji n." J Ui (lil

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 21