Leven voor de muziek
Interview met mr. Rob Herrmann
Het idee voor dit gesprek ontstond na een ontmoeting bij de
apotheek. En ziet: bij mijn eerste bezoek begon Rob Herrmann
meteen over het medische circuit, en over therapie op het Bin
nenhof. 'Tja, je mankeert van alles', zei hij - maar dat heeft deze
bijna 79-jarige Bergenaar zelden belemmerd om zich actief in te
zetten voor al wat hem ter harte gaat. Het kerkbestuur bijvoor
beeld, een inloophuis in Alkmaar waar hij wekelijks te vinden is
en een telefooncirkel met zo'n 35 visueel-gehandicapten die hij
ondersteunt. Juist die wereld kent hij immers als geen ander.
Mag ik u voorstellen: mr. R.P. Herrmann, geboren 9 mei 1935
in Den Haag als zoon van een Lutherse predikant. Hij zat nog
op de middelbare school toen hij, 17 jaar oud, zijn gezichts
vermogen begon te verliezen. Maar daarom niet getreurd!
Braille-tekens lezen leerde hij in een week, hij maakte zijn
school succesvol af, en studeerde vervolgens Rechten aan de
Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam: langzaam maar
zeker, met collegestof op de bandrecorder mee naar huis, die
hij zelf nog in braille moest omzetten.
Maar waar vond een blinde Meester in de Rechten werk?
Strafrecht boeide hem, het liefst zou hij rechter worden of iets
met reclassering doen. Sollicitaties liepen op niets uit. Geen
sprake van begeleiding of trainingen. De oplossing kwam uit
onverwachte hoek.
In Bergen kwam een plek beschikbaar bij de Culturele Raad
Noord-Holland, geen vaste baan maar een verkennend traject
via Sociale Werkvoorziening, om zo zijn krachten te beproe
ven. Deze particuliere stichting was in 1954 opgericht op initi
atief van een groepje prominente Bergenaren, zoals mr. O.V.L.
(Oscar) Guermonprez, hoofdleider van Volkshogeschool
Bergen, mr A.F. (Dolf) Kamp, dijkgraaf van Noord-Hollands
Noorderkwartier en KCB-bestuurder, en mevr. mr E.R (Bep)
Broekman-Vriesman, VVD-raadslid en wethouder. Het was
deze laatste die zorgde dat er een plaats voor Rob kwam.
Zij waren overtuigd van de noodzaak om met de heroverde
vrijheid na de Tweede Wereldoorlog de democratie te be
vorderen door brede lagen van de bevolking te betrekken
bij culturele uitingen en activiteiten. En was Bergen niet bij
uitstek geschikt als uitvalsbasis voor een adviesraad die de hele
provincie zou bestrijken, in samenspel met de subsidiërende
overheid?
Toen de jonge mr. Herrmann zich in 1966 kwam melden, was
de Raad gevestigd in huize Kranenburgh - de oude burge
meesterswoning die een nieuwe bestemming had gekregen.
De Volkshogeschool in het Oude Hof was om de hoek, en
de familie Broekman aan de overkant had aanvankelijk zelfs
ruimte voor de Raad beschikbaar gesteld in hun villa Maes-
dammerhof. Het was een levendig gezelschap dat hij daar
aantrof: mensen als Gerrit in 't Hout, die talloze kunstenaars
met wie hij vaak ook bevriend was, hielp tentoonstellingen te
organiseren en boeken over hen verzorgde. En J. Wout Meijer
met zijn rijke ervaring in de wereld van volksdans en volks
muziek, in de sector 'Ludische Vorming': een ludieke jaren-
zestig-term met een officieel tintje uit de aanlooptijd naar
grote cultureel-maatschappelijke veranderingen, waarin ook
studenten en volwassenen speels konden zijn. Zijn schoon
dochter Riekie - bekend van volksdansgroep Gaida - werkte
er ook, evenals Mieneke Goedhart, die als sociaal-cultureel
werkster de staf was komen versterken.
Wat kon een slechtziende jonge jurist betekenen in dit
'broeinest' van cultureel werk in ruime zin, onder leiding van
mr. Hans van Ree? Vergaderingen notuleren als een soort
directiesecretaris, dat kon hij goed met zijn extra geoefende
gehoor. Maar hij was meer dan een begaafde luisteraar, hij
speelde piano, viool en orgel, en toen er een project 'Kunst in
de kamer' van start ging, kon hij daarin ook zijn organisatori
sche vaardigheden ontwikkelen.
Menige kring van muziekliefhebbers heeft hij in die tijd
helpen oprichten. Ook de Toer-In, een snelgroeiend project
bedoeld om meer mensen bij kunstuitingen te betrekken,
bood ruimte voor muzikale activiteiten. Zo ging Rob met de
Bergense projectleider Mart Groentjes orgeltochten organi
seren, die veel aandacht trokken. In april 1959 stelde de Raad
formeel een Muziekcommissie in - maar daar kwam pas echt
vaart in na twee belangrijke veranderingen.
Eerst verhuisde het bureau in 1969 naar een nieuwe vestiging
bezuiden het Noordzeekanaal. In Landgoed Beeckestijn in
Velsen-Zuid, meer centraal gelegen in de provincie en op kor
tere afstand tot het bestuur, was genoeg ruimte beschikbaar,
terwijl de medewerkers gemakkelijk in Bergen konden blijven
wonen. Maar vooral de komst van Henk Schaafsma als nieuwe
AB KALSHOVEN
filosoof/vertaler en oud-medewerker
van de 'Volkshogeschool Bergen'