Spruijt 9 guldens en 5 stuivers uitbetaald als kostgeld voor haar jongste broer Jan. Ook blijkt dat Jan in oktober 1768 in nieuwe kleren is gestoken. Vincent Stategaart levert serge, baaij en hilversom voor de prijs van 5 guldens en 11 stuivers voor een hemdrok, en Harmen Schrar voor 1 gulden en 10 stuivers bombazijn voor een broek. Deze wordt door Geertje genaaid voor 1 gulden en 10 stuivers. Over de kist met de bijzondere boekencollectie is echter niets beschreven. Uit de weeskamerannalen blijkt verder dat de toen minderjarige zoon Jacob inmiddels is gehuwd (waarschijnlijk te Ursem) en dus niet meer onder de voogdij van de Weeskamer valt. Hij schijnt watermolenaar in de Schermer te zijn geworden. Broer Jan is voor de Weeskamer een probleemkind, zoals later zal blijken. De uiteindelijke afrekening ter grootte van 275 guldens en 7 stuivers is gedateerd op de 6e december 1769. Echter, in een toevoeging van 31 maart 1770 aan de eindafrekening is nog te lezen dat de secretaris van Alkmaar, Pieter de Lang, vermeldt dat Jan Spruijt was gestraft en veroordeeld in de kosten van justitie tot een bedrag van 18 guldens, 7 stuivers en 12 pennin gen. Voorts blijkt nog dat Jan in de gepasseerde jaren bij Evert Leevert te Alkmaar 'lijfsbehoeften heeft opgedaan' ter waarde van 13 guldens en 18 stuivers. Een en ander geeft zo een inzicht in het doen en laten in die dagen. Omdat er geen gegevens over de ouders van de over ledenen in Bergen waren te vinden, is het artikel beperkt tot het merkwaardige boekenbezit. Het blijft intrigerend hoe zo'n landman aan een boekenbezit van dit gehalte komt. Wat is zijn achtergrond die tot dit bezit heeft geleid? Uit onverwachte bron Maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit... In het afde lingsblad Hollands Noorderkwartier (HNK) afl. 67, jrg. 20 nr. 3, sept. 2006 van de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) verscheen een artikel van de redactie van dat blad (deel 1, zoals het inhoudsoverzicht vermeldt) naar aanleiding van een brief van een Belg om genealogische informatie over een familie Spruijt. In de inleiding van dat artikel staat te lezen: 'Dit leidde tot de verrassende ontdekking dat het oudst bekende echtpaar van deze genealogie zeer waarschijnlijk een tijd in Sijbekarspel heeft gewoond, maar later naar de Bergermeer is verhuisd, waar beide zijn overleden'. Kijk aan, dus 'meer over de belezen heer' Cornells Spruijt. Omdat in een enkel stuk Mr. Cornells Spruijt wordt genoemd, gaat het HNK ervan uit dat Cornells wel eens schoolmeester zou kunnen zijn geweest. Echter, de zoon Jacob ondertekent de eindafrekening van de Weeskamer met een kruisje, zodat deze veronderstelling in twijfel mag worden getrokken. Het artikel beperkt zich verder tot de tweede helft van de genealogie en begint met een Jan, boerenknecht en geboren in Oterleek in 1833, vier generaties na het overlijden van Cornells. Zodoende doet het artikel er verder voor ons niet toe, dus op naar deel 2. Die aflevering (nr. 68, jrg. 20 nr. 4, dec. 2006) opent met een reactie op het vorige artikel en gaat vervolgens over een in 1873 geboren nazaat, dus voor onze 'belezen heer' wederom onbe langrijk. In het vervolgartikel 'De verdwenen kinderen van Cornells Spruijt' (afl. 69, jrg. 21 nr. 1, maart 2007) wordt door de auteur Pieter Schagen uit Alkmaar uitvoerig uit de doeken gedaan hoe het met de kinderen van onze Cornells is vergaan. Het blijkt allereerst dat de geboortedatum van Cornells nog steeds niet is gevonden, maar wel dat hij twee keer gehuwd is geweest. Eerst waarschijnlijk te Scharwoude vóór 1719, gezien de doopdatum van het eerste kind Cornells te Sijbekarspel op 19 maart 1719 uit het huwelijk met Aagje Jans Waterdrinker, die op 29 september 1729 te Schellinkhout overlijdt. De familie Waterdrinker, die ook de naam Ligterman gebruikt heeft, is vanuit Amsterdam in Scharwoude terecht gekomen. Dan blijkt onze Cornells daar door erfgenaam te zijn van de te Amsterdam overleden Sijmon Jans Ligterman. Mogelijk is dit de bron voor het boekenbezit. Dus op naar het stadsarchief van Amsterdam om de origi nele akten van 27 en 30 december 1743 van notaris Frederik Klinkhamer te raadplegen. Daaruit blijkt dat Cornells een huis in Amsterdam erft, maar of daarin een kist met boeken heeft gestaan, blijft onvermeld, zodat ook dit spoor is doodgelopen. Na de dood van zijn eerste vrouw trouwt Cornells Spruijt op 19 september 1733 te Schellinkhout met Aagje Cornelisdr. Kramer, die dus uiteindelijk in 1765 te Bergen is overleden. Ook worden in de genealogie Zwaag en Zijpe als woonplaats van Cornells genoemd, maar zonder dat dit met nadere bewijzen wordt ge staafd. Totaal 11 kinderen zijn uit deze twee huwelijken gere gistreerd, drie uit het eerste en dus acht uit het tweede huwelijk. Van deze acht kinderen hebben uiteindelijk vier hun ouders overleefd. Daarover gaat het artikel uit afl. 69 van het HNK. Een crimineel eind Jan Spruijt, inwonend bij zijn zus Geertje, heeft zich met haar en met zijn broer Maerten uit de Waard op het dievenpad begeven. Jan was eerst boerenknecht en later tuindersknecht, maar leefde in armelijke omstandigheden. Dat was de reden waarom hij met zijn zus en broer uit stelen ging. De eis voor de jeugdige Jan was niet mis: onder de galg met een strop om de hals te worden gegeseld en gebrandmerkt, gevolgd door 30 jaar tuchthuis en daarna voor altijd verbannen uit Holland en West- Friesland. De uitspraak was iets milder: de 30 jaar tuchthuis werd teruggebracht tot 15 jaar. Ook Geertje en Maerten vulden een dossier. Zij bleken verdwenen en werden daarom bij verstek veroordeeld. Geertje werd eeuwigdurend en Maerten voor twee jaar verbannen uit Holland en West-Friesland. Waar de drie kinderen uit het eerste huwelijk van Cornelis zijn terechtgekomen, blijft dus net zo duister als de vraag waar zijn boekenbezit is gebleven. De genoemde nummers van het blad Hollands Noorderkwartier van de NGV zijn in te zien bij het Regionaal Archief Alkmaar. Bergens brandijzer voor het brandmerken van veroordeelden Bronnen: - Oud notarieel archief Bergen, (notaris W.L. Ivangh) inv. nr. 220, akte nr. 82. - Oud-rechterlijk- en Weeskamerarchief Bergen, inv. nr. 2190.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 19