zodat het burgerlijk leven ondanks de bezetting weer vrij rustig werd. Wel werden wij vrij regelmatig opgeschrikt door aanvallen en bombardementen op het vliegveld. Hierbij was een dodelijk slachtoffer te betreuren, een burger uit ons dorp die hier tewerkgesteld was. Er was veel luchtafweer geschut opgesteld, de z.g. FLAK om deze aanvallen af te slaan en het gebeurde dan ook regelmatig dat er een geallieerd vliegtuig werd neergeschoten. Bij deze Luchtbeschermingsdienst kreeg ik al gauw een leidinggevende functie, en hier begon eigenlijk al op bescheiden wijze het eerste verzet tegen de moffen. Het stelde nog niet zo veel voor en was ook nog niet georganiseerd, maar het was in ieder geval een begin. De heer Boerrigter, een kantonrechter uit Alkmaar die eerst de leiding had van de LBD, werd medio 1941 als commandant vervangen door de heer Tengbergen, een gepensioneerd officier van het Neder landse leger. Deze commandant was ook fel anti-Duits, het gebeurde nu meermaals dat er onverklaarbare ongelukken ge beurden. Het trammetje 'Bello' kreeg zomaar storingen, vooral als er nieuwe soldaten aangevoerd werden, moffenauto's kon den plotseling niet meer starten, auto's met levensmiddelen en kolen werden op de verkeerde plaatsen gelost en meer van die kleine dingen die ontstonden uit verzet van een relatief kleine groep. Ook neergeschoten geallieerde vliegtuigen moesten door ons bewaakt worden, waardoor wij een 'Ausweis' had den om ook 's nachts op straat te zijn. Zo kwam ook de hulp aan geallieerde piloten op gang, voor zover mogelijk werden zij verstopt en op transport geholpen. Dit alles gebeurde onder het oog van de moffen, in goed overleg binnen onze groep. Want als de Duitsers in de gaten zouden krijgen dat de hele groep anti-Duits was, zouden zij hier wel snel maatregelen tegen nemen. Doordat onze tweede zoon Gerrit inmiddels was geboren, begin 1942, en wij de kans kregen om naar een groter huis te gaan, verhuisden wij naar de Notweg nr. 11, waar vele zaken zich zouden gaan afspelen. (Tot zover een citaat uit m'n vaders verhaal; ik zal verder proberen een goede samenvatting te geven van het vervolg, en waar mijn vader voor alle betrokkenen alleen initialen gebruik te, meen ik dat de namen die ik wel ken, hier nu wel genoemd mogen worden.) 'Ons huis', toentertijd nummer 11, was vanaf 1942 een plek van veel activiteit. Het was dorpsdokter Blok, bij wie mijn moeder voor de oorlog dienstmeisje was, die de eerste aanzet gaf voor het in huis nemen van een 'nichtje', dat was Hanny van Amerongen. Later kwamen haar moeder en ook een tante er bij. Vervolgens kwam David Waterman, die tot 2006 als m'n oudste broer gefungeerd heeft. Anita Citroen kwam in september 1943 om mijn moeder te helpen na de geboorte van mijn broer Henk, en haar broer Bob werd ingeschakeld als luisteraar van Radio Oranje en de BBC om de kopij te verzorgen voor het illegale blad 'De Waarheid'. Dat werd bij ons in de kelder op een oude stencilmachine gedrukt, samen met de aangeleverde teksten die door 'Ome Gerrit'van Dok, de conducteur van 'Bello', uit Amsterdam verzorgd werden. Ook werd deze kopij aan Dirk Smit geleverd die de illegale Duinstreek drukte. 'De Waarheid' werd in een oplage van 1600 14 BERGENSE KRONIEK, APRIL 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2014 | | pagina 16