2222;
dak van Kranenburgh bleek zo lek als een mandje. Ans Wortel
bracht haar schilderijen in veiligheid en waarschuwde snel me
vrouw Van Reenen-Rahusen die verantwoordelijk was voor de
antieke kostuums en voorwerpen uit museum Het Sterkenhuis
die in een afgesloten kamer in Kranenburgh waren opgesla
gen. Mevrouw Van Reenen-Rahusen snelde met de inderhaast
opgetrommelde vrijwilliger Ben Min naar Kranenburgh om de
boedel naar een droge plek te verplaatsen.
Paul Pesie, aan wie dat jaar tijdelijk een kamer op de eerste ver
dieping van Kranenburgh was toegewezen:
'Ik heb tijdens het noodweer Ans moeten assisteren om in allerijl
haar schilderijen van de wand te halen omdat het regenwater
langs de muren stroomde. 2e was toen zo kwaad op de gemeen
te, dat ze de volgende dag met haar spaargeld vanf. 6000,- ver
ontwaardigd naar de wethouder is gelopen en zei: 'Hier is geld,
ik wil dat de gemeente het dak repareert!'
De gemeente heeft toen uiteindelijk toch maar voor eigen reke
ning de noodzakelijke reparaties aan het dak laten verrichten.
Ans mocht haar spaargeld weer mee naar huis nemen waarop ze
er prompt een sportautootje van kocht'.
Hart op de tong
Ans nam geen blad voor de mond en vooral in haar dagboeken
kon zij haar frustraties over haar onzekere verblijf in het mooie,
maar bouwvallige Kranenburgh de vrije loop laten.
Vooral toen er concrete plannen waren om van Kranenburgh
een museum te maken, werd Ans onrustiger en vertrouwde haar
dagboek toe: 'Nu begint dat zootje weer te zeiken, ze willen van
Kranenburgh nou weer een museum van de Bergense School
maken'.
Pieter de Weerd: 'Destijds was Kranenburgh eigenlijk al een
museum, het hing vol met schilderijen van mijn moeder, boven
dien was ze heel gastvrij. Iedereen die belangstelling had mocht
binnenkomen en kreeg koffie'.
Op 1 oktober 1990 werd de bruikleenovereenkomst met Ans
opgezegd en werden haar alternatieve woningen aangeboden.
Voor de opslag van haar 3000 schilderijen en tekeningen zou ze
gebruik mogen maken van een depot aan de Berkenlaan. Ans
weigerde te vertrekken, ook omdat ze, in haar ogen, in het depot
te weinig ruimte toegewezen kreeg.
Het kwam zelfs tot een rechtszaak. De rechter gaf haar in kort
geding gelijk, maar het Gerechtshof bepaalde in hoger beroep
anders. Ans moest Kranenburgh binnen drie maanden verlaten,
anders zou uitzetting volgen.
Pieter de Weerd: 'Het deed mijn moeder veel pijn dat de ge
meente Bergen haar zo behandelde terwijl ze zoveel geld en
energie in het huis had gestoken en er zoveel publiek op haar
kunst af kwam'.
Ans verzuchtte ten einde raad in een interview in een lande
lijke krant: 'Wie redt mij uit dit onheilsoord, is er misschien in
Nederland nog een kunstminnende gemeente die een pand ter
beschikking stelt waar ik kan wonen en werken desnoods in ruil
voor mijn kunstcollectieOp 28 mei 1991 verhuisde Ans naar
een appartement in het voormalige klooster 'De Grens' nabij
Baarle-Nassau.
Ans schreef diverse dichtbundels en vijf autobiografische boe
ken. Het laatste boek met de werktitel 'Twintig jaar wachten
op weggaan' waarin ze haar periode in Huize Kranenburgh
beschreef, was volgens de uitgever door de verbitterde toon
ongeschikt voor publicatie.
In 1996 is Ans Wortel in Hilvarenbeek overleden.
Realisering museum Kranenburgh 1990-1993
Kranenburgh stond eindelijk leeg. Het idee om Kranenburgh te
bestemmen tot museum werd vooral door de Bergense kun
stenaars David Kouwenaar, Kees den Tex en Karei Colnot al
jaren breed uitgedragen. De opgebouwde kunstcollecties van de
gemeente Bergen en van het Noord-Hollands Kunst Centrum
(NHKC) waren immers de moeite waard om aan een groot
publiek te worden getoond. Deze gezamenlijke collectie bevatte
al ruim 400 kunstwerken, afkomstig van aankopen, langdurige
bruikleen, legaten en schenkingen (van o.a. de familie Plomper
en van mevrouw Cornelisse-Boendermaker).
In een ambiance als Huize Kranenburgh zou deze collectie
goed tot zijn recht komen. Ook zou de villa zich goed lenen
als expositieruimte voor kunstuitingen die representatief waren
voor de ontwikkelingen die zich in Bergen sinds 1900 hadden
voorgedaan, maar ook voor wissel- en thema-tentoonstellingen,
lezingen en voordrachtsavonden.
De overtuigende argumenten van de drie kunstenaars hadden
uiteindelijk succes.
Burgemeester Ritsema maakte zich sterk voor het idee en de
gemeenteraad ging in principe akkoord om Kranenburgh te
verbouwen tot museum, onder voorwaarde dat er voor de eerste
vijf jaar een sluitende exploitatiebegroting op tafel zou liggen.
Dit bleek haalbaar mits de gemeente geen huur voor Kranen
burgh zou vragen.
De Stichting 'Museum Kranenburgh Bergen' werd opgericht.
Wim de Jong, ook een hartstochtelijk voorvechter van het mu
seum, werd benoemd tot bestuursvoorzitter en toen hij vanwege
zijn gezondheid moest terugtreden, werd hij opgevolgd door
Ton Dissen. Het bestuur werd in zijn taak ondersteund door vijf
commissies met ieder hun eigen taak.
Om financieel een gezonde basis te leggen werd door de ge
meente een gedeelte van de tuin opgeofferd. Drie kavels,
grenzend aan de Komlaan, met een totale opppervlakte van
5040 m2 werden door de gemeente verkocht voor een bedrag van
f. 1.460.000,-. Dit bedrag, aangevuld met sponsorgelden en een
subsidie van de Provincie, was voldoende om de villa te restau
reren en een nieuwe vleugel te bouwen.
Op 29 april 1993 zagen velen hun droom uiteindelijk verwe
zenlijkt. Op die zonnige dag werd het Museum Kranenburgh
officieel door de Commissaris van de Koningin, prof. dr. Jos van
11
HUIZE KRANENBURGH: VAN BURGEMEESTERSWONING TOT MUSEUM KRANENBURGH
l^n.' n«Ur* LK
—J ^.J.fi^ It
-it-
t»-**- r -i -J^L. 3%-iMt
4»^Uk-L
n£>v
*4& Vk^L-v. «i-H-
r 14
4ur,.b' Huv. P i-- ilc.
«1 r-uU-.
f" .1
JLJ+ (.ift-t-1
1 ■**- "^1 U I I |1
"tl' '"-L
Dagboekfragment
r - i.