Klokkenvordering De Tweede Wereldoorlog woedt in volle omvang en de oor logsindustrie draait op volle toeren. Er is grote behoefte aan allerlei grondstoffen voor wapentuig, zo ook aan brons voor het gieten van geschutstukken. De Duitse bezetter laat voor dat doel zijn begerig oog vallen op de rijke collectie bronzen klokken, die als luidklok of als onderdeel van een carillon overal in ons land hangen. In eerste instantie worden de oude monumentale klokken van deze vordering uitgezonderd, maar daar kan de Bergense klok uit 1888 natuurlijk geen aanspraak op maken. Met de brief van 5 januari 1943 van de commissaris voor de provincie Noord-Holland krijgt burge meester Eriks opdracht de luidklok van Bergen beschikbaar te stellen. In april 1943 wordt de luidklok dan ook uit de toren van de Ruïnekerk verwijderd en afgevoerd naar Duits land om daar te worden versmolten. Voor het verwijderen van de klok rekent aannemer A. Besteman uit Groet 190, terwijl aannemer C. Noort uit Bergen 16,91 in rekening brengt voor het vernieuwen van stijlen en hekwerken. Na de bevrijding in 1945 vraagt het gemeentebestuur aan de Rijksinspectie Kunstbescherming of de Bergense klok moge lijk behouden is gebleven. Dit wordt ingegeven door het feit dat een dappere schipper zijn lading gevorderde klokken op het IJsselmeer bij Urk tot zinken heeft gebracht. Maar met een kort briefje van de Rijksinspectie Kunstbe scherming van 28 november 1945 wordt deze hoop de bodem in geslagen:dat de door u bedoelde klok, volgens mijn gegevens geregistreerd onder No. 7 C 47, naar Duitschland werd vervoerd en daar versmolten is.' Vervolgens wordt de versmolten klok, samen met andere objecten, bij het Rijk aangemeld, om in aanmerking te komen voor vergoeding van geleden oorlogsschade. Een nieuwe klok De in 1955 begonnen restauratie van de Ruïnekerk met toren is in 1960 zover gevorderd, dat wordt nagedacht over een nieuwe luidklok in de toren. Zoals bekend mag worden ver ondersteld, is de burgerlijke gemeente eigenaar van de kerkto ren en klok. Een overblijfsel uit de Bataafs-Franse tijd, waarin kerktorens die als uitkijkpost konden dienen, in eigendom overgingen naar de burgerlijke gemeenten. Dit verklaart de bemoeienis van het gemeentebestuur met de kerkklok, die nu eenmaal onlosmakelijk deel uitmaakt van de toren. Op voorstel van architect C.W. Roy aards te Schoorl wordt in de toren een uurwerk met opwindinrichting geplaatst en wor den de aanwezige wijzerplaten opnieuw verguld en nieuwe wijzers aangebracht. Als sluitstuk daarvan komt een nieuwe luidklok, te leveren door uurwerkfabriek 'De Klok' te Aarle Rixtel (N-Brabant). Het betreft volgens offerte een antieke luidklok met kroon, toon Cis, met een basisdiameter van 69 cm en een gewicht van 200 kilo. Als klokkengieter wordt vermeld Demoi. Dit geheel wordt gecompleteerd door een mangaan bronzen klepel; het totaalbedrag hiervoor komt uit op 1.845,-. Helaas voor de gemeente Bergen past het Rijk een korting toe, waardoor als vergoeding voor de geleden oorlogsschade voor de klok een bedrag van 1.344,75 wordt uitgekeerd. Maar toch, Bergen is dan in elk geval weer tot in lengte van jaren in het bezit van een mooie antieke klok, zoals het zich laat aanzien. Een en ander betekent niet dat Bergen het die afgelopen jaren zonder klok heeft moeten stellen. Kort na de bevrijding heeft Jacob van Reenen de klok van Het Oude Hof tijdelijk aan de gemeente afgestaan, en is deze in de toren van de Ruïnekerk opgehangen. Na de installatie van de nieuwe klok is de van Het Oude Hof geleende klok in juli 1963 aan zijn erfgenaam in de persoon van de heer A.L. van Reenen teruggegeven. Van klok naar carillon Elke zichzelf respecterende stad heeft wel een of meer carillons. Wat dat aan gaat kent ons land een rijke traditie en heeft op dit gebied een naam hoog te houden. Niet voor niets kent Nederland nogal wat klokkengieterijen, die over de hele wereld bekend zijn. Maar dat ook een plaats als Bergen sinds 1970 een volwaardig carillon heeft, mag best als bijzonder worden beschouwd. De aanzet hiervoor heeft alles te maken met de aanwe zigheid van een grote erebegraafplaats voor gesneuvelde geallieerde militairen op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkedijk. Sinds jaar en dag vervulde de plaatselijke stich ting 'Remembrance and Friendship Bergen N.H. 1939-1945' hierin een grote rol. Regelmatig werden manifestaties en bijeenkomsten georganiseerd voor nabestaanden van de gesneuvelde militairen. Vanuit deze kring was een kleine werkgroep een drietal jaren actief, genaamd het 'Carillon Comité Bergen'. Het bestond uit D. Luiting (voorzitter), F. Burmanje, J. Legerstee, D. Smit en wethouder F. Verste gen, met als technisch adviseur directeur Gemeentewerken J. Blauw. Dit comité had zichzelf belast met het inzamelen van geld voor een carillon, op te dragen aan de geallieerde militairen die in Bergen hun laatste rustplaats vonden. Geld werd binnengehaald met het organiseren van een loterij met 'klepelloten', de verkoop van reproducties van de Ruïne- De klok uit Aalst, aangekocht door de gemeente Bergen NH in 1960.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2013 | | pagina 6