3
worden voorkomen dat de Spaanse troepen profijt zouden
hebben van dergelijke gebouwen. Toch waren de Bergenaren
blijkbaar in staat om binnen redelijke tijd herstellingen aan
kerk en toren te verrichten. Er was in elk geval weer sprake
van een toren, zoals uit een oud Alkmaars electieboek blijkt,
dat in het Noord-Hollands archief te Haarlem aanwezig
is. Daarin staat dat in 1582 de kerktoren is ingestort met de
navolgende beschrijving: 'Item den XXVIII Februari] anno
XVCLXXXII savents thuusken negen ende thien uuer soo
is die toren van bergen met stil weder neederworpen dat een
groot verwonderinge is voer die menschen, want die een seijde
daer was een groot rumoer van volck ende die ander seggen
datter een groot geluijt was of daer een deel catten bij een
hadde geweest.'
Verschillende bronnen melden dat het koor in 1597 werd
herbouwd en van een achtkantig torentje (dakruiter) voor
zien. Dat is dan wel in tegenspraak met het aangebrachte
muuranker dat het jaartal 1595 aangeeft. Hoe dat ook zij, in
elk geval was duidelijk, dat de 'gereformeerde' gemeente van
Bergen geen behoefte meer had aan een kerk en toren met een
omvang zoals die vroeger had bestaan.
De klok van Bergen komt vervolgens ter sprake bij de 'Ordre
op de Inhalinge van den Hoogh Edelen Heere ende Vrouwe
van Bergen op den XXVIIen October des jaers XVIc ende
tsestich.' Toen werd Anthonis Studler van Surck met zijn
vrouw Susanna Thibaut feestelijk ingehaald en gehuldigd als
Heer en Vrouwe van Bergen. In deze 'order' werd uitvoerig
beschreven hoe een en ander in zijn werk ging, waarbij ook
de torenklok een functie kreeg toebedeeld....midlertijt sal de
kloeke geluijt ende van den tooren op de trompette gespeeld
werden...'
De klok van Bergen komt opnieuw ter sprake in een manus
cript uit 1740 van Gijsbert Boomkamp, getiteld: 'De stadt
Alkmaer met haare dorpen'. Daarin wordt beschreven dat
de Bergense kerkklok was gegoten te Amsterdam in 1735 en
voorzien van de tekst: 'CIPRIANUS KRANS JANSZOON
AMSTELODAMUM 1735 ME FECIT. WILLEM
ADRIAEN GRAEF VAN NASSAU HEER VAN
BERGEN' (Ciprianus Krans Janszoon heeft me in 1735 in
Amsterdam gegoten). Dit rechtvaardigt het vermoeden dat
deze klok is gegoten in opdracht van Willem Adriaan van Z
Nassau (1704-1759) die toen Heer van Bergen was.
Vervolgens heeft hij de klok toen geschonken aan de kerk
van Bergen.
Helaas was deze klok geen lang leven beschoren. De klok
was namelijk in 1749 gebarsten, zodat schout en schepenen
besloten een nieuwe klok te laten gieten. Dit gebeurde in 1750
door J.N. Derck te Hoorn. De nieuwe klok werd voorzien
van navolgende teksten; aan de voorzijde:
'JOAN NICOLAUS DERCK ME FECIT HORNAE
ANNO DOMINI 1750' (Joan Nicolaus Derck heeft me in
Hoorn gegoten in het jaar onzes Heren 1750). Daaronder het
wapen van Van Nassau Bergen met hieronder:
'WILLEM ADRIAAN GRAVE VAN NASSAU
VRIHEERE VAN BERGEN'. Op de achterzijde las men:
'GERRIT SUMERY, SCHOUT, ADRIAAN VLAMING,
SECRETARIS VAN DE HEERLIJKHEID BERGEN.'
Geen lang leven beschoren
Helaas trof deze klok in 1869 hetzelfde lot als zijn voorgan
ger, ook al heeft de burgerij van Bergen dan langer van deze
klok mogen genieten. Toch duurde het nog tot 1888 voordat
de gebarsten klok kon worden vervangen. Waarom bijna 20
jaar zijn verlopen voordat de gebarsten klok werd vervangen,
blijft vooralsnog een raadsel. Maar in de gemeenteraadsverga
dering van 6 juni 1888 worden er in elk geval weinig woorden
aan besteed. Voorzitter Jacob van Reenen licht toe dat 'de
klok gebarsten is en dat het ieder bekend zal zijn dat het
geluid daardoor geheel bedorven is'. Uit het voorstel blijkt
dat de oude klok van 668 kilo voor 90 cent per kilo wordt
ingeruild en de nieuwe klok met hetzelfde gewicht 1,80 per
kilo gaat kosten. De klok krijgt een hoogte van 82 cm, met
een diameter van 102 cm van onder gemeten. Met enkele
bijkomende kosten zoals een ijzeren stoel, een klokbalk en
het laten stellen van de klok is een totale uitgaaf van
1.017,20 gemoeid. De eervolle opdracht voor het gieten van
de nieuwe klok wordt gegund aan de Gebr. Van Bergen te
Midwolda.
En zoals ook het geval was met voorgaande klokken, wordt
ook deze nieuwe klok voorzien van een opschrift:
'JULI 1888. JACOB VAN REENEN. BURGEMEESTER
EN SECRETARIS. J. HELDER EN J. LEYEN. WETHOU
DERS DER GEMEENTE BERGEN. GEGOTEN DOOR
GEBR. VAN BERGEN TE MIDWOLDA.'
Toch gaat niet alles op rolletjes, omdat in de raadsvergadering
van 28 januari 1889 het onderwerp 'klok' nog een keer aan de
orde komt. Burgemeester Van Reenen doet het voorstel de
kosten van de klok te betalen uit de post 'onvoorziene uitga
ven', omdat op de aanvullende begroting van 1888 de inkom
sten onvoldoende waren om deze uitgaaf geheel te bekosti
gen. Ook vraagt hij de gemeenteraad hem te machtigen om
de afbraak van de toren in het openbaar te mogen verkopen.
Met algemene stemmen wordt aldus besloten.
De grote luidklok van het carillon (foto: Fred Jostmeijer).