Aardewerk als souvenir, maar dan ook Bergens aardewerk SOUVENIRS UIT BERGEN Veel souvenirs uit het aanbod aan de toerist werden en worden niet gemaakt in de plaats die erop staat vermeld. Een koekjesschaaltje uit Sommelsdijk of een asbakje uit Laren (Gld.) stammen stee vast uit 'De Porceleyne Fles' in Delft of een aanverwante aardewerkfabriek. Het zelfde geldt bijvoorbeeld voor twee blau we melkbekertjes uit de jaren vijftig met het opschrift 'Bergen aan Zee'. Eén ervan beeldt twee vissersbootjes af in volle zee, en dan van een soort die al door Mesdag werd geschilderd. Het andere bekertje geeft een weggetje door de duinen weer dat we zouden kunnen lokaliseren als het fietspad langs de Zeeweg tussen het Vlagduin en de Elzenlaan. Maar het blijven producten van de 'Adco', van oorsprong Gronings maar na verplaat sing naar Delft in 1976 na faillissement geliquideerd. Het hier afgebeelde kuipje, dat ca. 3.5 cm hoog is en een grootste doorsnede van ca. 5 cm heeft, is ook zo'n voorbeeld van een Delfts product en wel van de aardewerkfabriek Zenith, zoals op de onderzijde van het kuipje is aange geven en die tot 1984 heeft voortbestaan. Het is een voorbeeld van een product dat massaal werd vervaardigd als zogenoemd gietwerk, dat garant stond voor vorm- en maatvastheid. Zelfs de decoratie, die met behulp van een vast patroon (de 'spons') werd aangebracht, was in hoge mate gelijkvormig. Het enige 'eigen' kenmerk van dit souvenir is het opschrift 'Bergen A/Zee' waarbij 'aan' een te lange tekst zou opleveren op het dekseltje. Net als op een van de eerder genoemde bekers is er een scheepje afgebeeld, maar nu is dat een 'Oud-Hollandsch' volgetuigd binnenwaterscheepje met zijzwaarden in een idyllisch rivierlandschap. Naast de vooral Delftse aardewerkbe- drijven, die behalve hun vaak heel fraaie keramische producten ook seriewerk voor de toeristenindustrie maakten, heeft ook Bergen geruime tijd een eigen pro ductiecentrum voor aardewerk gehad. Voorzover we weten, ligt de oorsprong in de kunsthandel en pottenbakkerij die in 1937 door Jacob Ruijter aan het begin van de Hoflaan werd ingericht. Hij gaf het de weinig originele naam 'De Por celeyne Vaes', wat hem prompt op een klacht van de producent van het échte Delfts blauw (De Porceleyne Fles) kwam te staan. Later werd het bedrijfje naar de Molenstraat verplaatst. Daar leidde het een wisselvallig bestaan, gekenmerkt door faillissementen, overnames, her startpogingen en voortdurende verande ring van naam. Toen de pottenbakkerij in 1950 failliet ging, werd dat geweten aan de inferieure kwaliteit van het geleverde product. Daarna ging het een tijdje wat beter, maar halverwege de jaren zestig moeten de werkzaamheden definitief zijn gestaakt. Het hier afgebeelde vaasje is op de pottenbakkersschijf gedraaid, heeft een hoogte van 12,5 cm en is beschilderd met vijf lichtblauwe banden om de hals. Daaronder is een eveneens lichtblauwe kraag ingebakken, terwijl de buik is voorzien van klassieke bloemmotieven die wel doen denken aan een passie bloem. Op de onderzijde staat 'Bergen', daarboven een merk 'JR' en daaronder een signatuur waarin wij 'FHR' lezen. Wie dat is, hebben we niet kunnen achterhalen. Maar de twee initialen staan zeker voor Jacob Ruijter, die niet alleen de oprichter was, maar ook later, na het faillissement van 1950, het bedrijf weer in handen heeft gekregen. Tegeltjes, vaasjes, asbakken en schaaltjes, al dan niet beschilderd met afbeeldingen 'naar de werkelijkheid' uit het oord 'van aangenaam verblijf' en altijd voorzien van de plaatsnaam, zijn lange tijd popu laire souvenirs geweest. Noch dit kuipje noch dit vaasje zijn topstukken, maar als materiële getuigenis van een (hopelijk geslaagde) vakantie in Bergen misschien toch niet zulke heel slechte souvenirs. Bronnen: - F.D. Zeiler. Bergens fabrikaat. Industriële bedrijvigheid in Bergen NH in de 20ste eeuw. Museum Het Sterkenhuis, Bergen 2001,12-14. - www.delftsaardewerk.nl -www.wikipedia.nl/Van der Want - www.odyssee-dell-arte.nl FRITS DAVID ZEILER EN BERT BUIZER foto's: Bert Buizer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2013 | | pagina 28