"uittrnn
water van de duinrel moet worden gevoed. Het betreffende
terrein is rood gearceerd, hetgeen betekent dat het op dat mo
ment reeds is verkocht. Hetzelfde geldt twee andere huizen
aan de andere zijde van de Komlaan, 'Pallieter' (Kerkelaan
15) en 'Duinend' (Komlaan 7). Laatstgenoemd huis is boven
op de bedding van de beek gebouwd, het eerste staat ernaast.
Pas later is dat deel van de waterloop, na een tragisch verdrin-
kingsgeval, gedempt, en kreeg het huis zijn huidige naam
'De Holle Vijver'. We moeten er dus vanuit gaan, dat het
ontwerp van De Jongh niet in alle opzichten uitging van de
bestaande situatie.
Zo zijn er wel meer zaken anders gegaan, dan omstreeks 1917
kon worden voorzien. De volgens de kaart in drie perce
len verkochte driehoek tussen Vijverlaan, Prinsesselaan en
Kastanjelaan bevat tegenwoordig acht huizen. Die verklei
ning van de kavels zien we naderhand bijna overal. Achter
"t Hoekje' staan nu tien in plaats van zes huizen, tussen
Boschlaan en Komlaan dertien in plaats van zes huizen, en
langs Kerkelaan en Berkenlaan zijn behalve een rij van twaalf
'kabouterhuisjes' in de jaren 20 ook nog twee flatgebouwen
neergezet, die de afschuw van sommige tijdgenoten opwek
ten. Tussen Prinsesselaan en Smallepad verschenen huizen
blokken, maar het blok dat was voorzien aan de westzijde
van de Prinsesselaan tussen Stationsstraat en Vijverlaan kwam
er niet. Die gehele driehoek werd in 1917 gekocht door mijn
grootvader, hotelhouder C.F. Zeiler. Op de punt die gericht
was op de Hertenkamp liet hij in datzelfde jaar de villa 'De
Stulp' bouwen, naar ontwerp van P.J. Elders. Het achterter
rein verkocht hij naderhand aan dorpsdokter A.H. van Gel
der, die vervolgens de helft doorverkocht voor de bouw van
een derde huis. In dit blokje kwamen dus maar drie in plaats
van de geplande acht huizen. Zoals bekend, is 'De Stulp' in
2006 onder groot protest gesloopt, en lag het er tot voor kort
leeg en ontredderd bij.
In het al meer genoemde jaar 1917 presenteerde de BBMBB
een 'plan tot uitbreiding voor het aanleggen van de wegen in
het Villapark te Bergen (N.H.)'. Dit behelsde aanleg van de
Rand- en Rondelaan in het bosgebied tussen trambaan, Kom
laan, Guurtjeslaan en Sparrenlaan. Het vormde een logisch
vervolg op het al in 1912 gelanceerde idee om het gehele bos
tot aan de Jan Willemlaan te verkavelen ten behoeve van villa-
bouw. De gemeenteraad ging in zijn vergadering van 19 maart
1918 met deze uitbreiding akkoord. De bezorgde burgers,
die vonden dat er teveel natuurschoon werd opgeofferd aan
het particulier woongenot, heten zo nu en dan hun stem wel
horen, maar deze klonk nog te zwak; pas in 1930, toen ook
de Sparrenlaan dreigde te worden verkaveld, stak men de
koppen bij elkaar en werd door de stichting van het
Gemeentelijk Natuurreservaat een halt toegeroepen aan
verdere woningbouw.
De raad had ondertussen andere zorgen; de wegen in het
villapark zouden in handen moeten komen van de gemeente,
maar de vraag was: op welke voorwaarden? Een deel van de
bestrating bleek ondeugdelijk (klinkers van inferieure kwa
liteit, bromde Jacob van Reenen), en wat moest er gebeuren
met de straatverlichting? De huizen waren inmiddels allemaal
aangesloten op het elektrische net, maar waarop moesten de
straatlantaarns nu branden? Moest daarvoor nu een tweede
kabel worden aangelegd, en zo ja... wie zou dat betalen? Na
langdurige deliberatie viel het besluit tot overname van alle
openbare wegen op 25 juni 1920. Het ging om 21 kadastrale
percelen, waaronder ook enkele bouwpercelen en een terrein
achter het 'Huisje van Guurtje', waarover het laatste stukje
van de Kastanjelaan nog moest worden aangelegd.
Besluit
Tijdens de onderhandelingen over de wegovername duikt nu
en dan naast het fungerend lid van de Raad van Beheer van de
BBMBB, P. Smoor, ook de naam op van F. de Heer Kloots.
Deze man met zijn deftig klinkende naam, die zichzelf nu
eens als architect aanprees, dan weer als eenvoudig bouw
kundige, de ene keer directeur was en de andere keer weer
gewoon als zaakwaarnemer fungeerde, was de door de NV
aangewezen contactpersoon in Bergen zelf. Hij bewoonde de
kapitale villa 'Dennenheuvel' en wekte blijkbaar zoveel ver
trouwen, dat het gehele overblijvende deel van het bezit van
de NV tussen 1920 en 1925 aan hem werd overgedaan. Hoe
dat precies is verlopen, is overigens niet bekend. Het vertrou
wen was in ieder geval niet terecht.
De Heer Kloots bleek als projectontwikkelaar een misluk
king, omdat hij weinig ontwikkelde, voornamelijk specu
leerde met andermans geld en het ene gat met het andere
probeerde te vullen. In 1926 werd hij failliet verklaard. De
huizen en terreinen werden in twee gedeelten geveild, waarbij
alleen al de villa een bedrag van
18.200,- opbracht (een bedrag waarachter nu ten minste
twee nullen zouden moeten worden toegevoegd). De winkels
aan de Stationsstraat, waarvan de eerste twee (kapperszaak
Cl mti
"l1**! u'i„||
«W*
Advertentie voor 'De Tuinstad Bergen-Binnen' op de achterzijde
van de Gids voor Bergen en Bergen aan Zee uit 1918 en 1924
(collectie auteur).