NIEUW JAARSWEASCH
Aanstekers der Reverbères
ALKMAAR,
Initiatieven van bewoners
Het is heel goed mogelijk dat het raadsbesluit van 1869 is ge
nomen op verzoek van bewoners. Het lijkt erop dat de zorg
voor straatverlichting vaak een particulier initiatief is waarop
de gemeente soms wel, soms niet reageert. Vanaf de jaren 70
van de 19de eeuw komen er bij burgemeester en wethou
ders voortdurend verzoeken binnen van inwoners om een
lantaarn in hun straat te plaatsen. Tot 1900 is de gemeente
Bergen aarzelend met het plaatsen van lantaarns. Verzoeken
worden aangehouden of afgewezen als de gemeenteraad het
niet in het algemeen belang vindt. Raadsleden gaan op on
derzoek uit om te kijken of de aangevraagde straatverlichting
niet 'misplaatst' is, lantaarns worden verplaatst als ze op een
andere plaats beter kunnen functioneren. Zeker is de raad
afhoudend als het gaat om achteraf gelegen straten en buur
ten. Dat is een algemeen, landelijk verschijnsel; de gemeentes
houden zich voornamelijk met de kosten bezig. Ook de ge
meente Bergen is voorzichtig als het om de straatverlichting
gaat.
Verzoeken
In 1872 vraagt Gerrit van de Velde (geneesheer in gemeen
telijke dienst) samen met een aantal bewoners om een
paar lantaarns, waaronder twee lampen aan de Achterweg
(Kleine Dorpsstraat). Van de Velde woont in de Kerkbuurt.
Omdat er geruchten zijn dat de arts van woonplaats wil
veranderen, zijn burgemeester en wethouders nogal afhou
dend. Mocht Van de Velde gaan verhuizen, dan komen er
geen lantaarns. Een verzoek van Gerrit Besje en anderen
van januari 1874 om een lantaarn te plaatsen op de Drie
sprong, bij Cornelis Bruin Jansz.,daar waar de grindweg
van de Kerkedijk zich aansluit bij de Straatweg' (de oude
weg naar Schoorl), wordt aangehouden tot het volgend sei
zoen. Vermoedelijk vindt het gemeentebestuur deze plek te
ver weg van het centrum.
De verzoeken komen ook van raadsleden. Het raadslid
Willem Buis stelt in 1876 voor om bij de brievengaarder
Jan de Zwaan (Kerkbuurt) een lantaarn te plaatsen. De
overige raadsleden zijn niet overtuigd van het nut, omdat
volgens hen het vervoer van brieven meestal overdag plaats
vindt. Buis probeert aan te tonen dat er wel degelijk veel
brieven bij nacht worden verzonden. De meerderheid van
de gemeenteraad stemt echter tegen. Uiteindelijk krijgt Jan
de Zwaan zijn lantaarn in 1879.
Vanaf 1882 zijn er verschillende verzoeken van bewoners van
Oostdorp voor straatverlichting, echter steeds tevergeefs.
Pas in 1886 krijgt Oostdorp een lantaarn. Lange tijd zal de
He 4 Kditeur J. II. Scliaefer, AinMerdau
D,.
En om l,
Voiomfcgt oqj Gods lof, ia
r Hfrru op nieaw h
Eai jiir b tot toot
Gf die ietï cU* bd«ft,
Sb KM c* la la 1 »oorre jur
Well steriiae wordt du niet rcwur
Dat God bet >1 bestaarteg '1 lot des aea
Hi school ms red ter Zsner tad,
1 wrtr »etU-jd
Wat ool it toelotgst baren Boeg*.
SU land- a stadrrswot bet ook
Op God, Diettefrfandsdi >or»t enro&loonahbehaede;
UBerger, ader deter stad
VTj wenscben a tea r^leo schat.
Van waar ca doanaan bedspot echtgenoot en lindVea.
GeW?dSaia
VAN DE
TE
BU DEN A ART ANC TAN HET JAAR 18 10.
Straatverlichting op de hoek Breelaan-Karel de Grotelaan (foto: collectie Piet Mooij). Deel van nieuwjaarswens van lantaarnopstekers in Alkmaar
uit 1840 (collectie: Regionaal Archief Alkmaar, maker onbekend).
Lantaarn bij de Hoflaan met de oude lindenboom (foto: collectie Regionaal
Archief Alkmaar, maker onbekend).