Tarieven- en overnameperikelen
dergrondse strijdkrachten om informatie te verzamelen over
het doen en laten van de Duitsers.
In 1943 moest driekwart van de Bergense bevolking het dorp
verlaten, maar een deel bleef er clandestien wonen. Er werd
natuurlijk geknoeid met meters en inwoners tapten clandes
tien stroom af. Cor Sijpheer en ook het ander GEB-personeel
hadden hier wat op gevonden. Bij Duitse afnemers draaiden
ze de meter 'over de kop'. Was er bijvoorbeeld 600 Kwh ver
bruikt, dan maakten zij er 1600 Kwh van. Het clandestiene
verbruik in het dorp viel dan bij de afrekening met het PEN
minder op.
In de laatste oorlogswinter was er, als gevolg van brandstof
tekort ook bij de elektriciteitscentrale, een verbruiksverbod
voor particuliere afnemers ingesteld. Voor speciale gevallen
zoals voor onderduikers, werd door het GEB onopvallend een
uitzondering gemaakt.
Na de bevrijding dook het spook van de overname van het
GEB door het PEN al snel weer op. De trend van de provin
ciale bedrijven ook de distributie aan huis voor hun rekening
te nemen, zette na de oorlog door. Daarover gaat het volgende
hoofdstuk.
Stroomdistributie
Stroomproducent Kennemer Electriciteits Maatschappij
(KEM) kon in 1913 beschouwd worden als Noord-Hollands
groothandelaar in elektriciteit. De levering aan kleinverbrui
kers werd grotendeels toevertrouwd aan distributiebedrijven.
Deze bedrijven waren meestal gemeenten, hoewel zich ook
particuliere ondernemers met de stroomdistributie bezig
hielden. De KEM leverde stroom tot aan de gemeentegrens,
waarna een distributiebedrijf voor stroomvoorziening aan
consumenten binnen de gemeentegrenzen zorgde. Ook in
Bergen verzorgde een gemeentelijk distributiebedrijf de plaat
selijke stroomvoorziening. Gemeenten wilden graag zo'n
eigen distributiebedrijf. Door de overdracht van taken van de
Rijksoverheid en het afschaffen van gemeentelijke accijnzen
was de financiële positie van gemeenten verslechterd. Winsten
van nutsbedrijven konden de financiële situatie dus aanzienlijk
verbeteren.
Het afnamecontract dat de gemeente Bergen met de KEM had
gesloten, werd aangegaan voor een periode van 25 jaar met een
opzegtermijn van vijf jaar. De KEM zou de stroom gaan leve
ren voor dezelfde prijs als die aan Alkmaar in rekening werd
gebracht; hierbij werd onder andere ook bepaald dat Bergen
geen hoger tarief mocht bedingen dan 25 cent per kilowattuur.
Invloed provinciale overheid
Niet alleen particuliere ondernemingen, maar ook het Rijk en
de provincies hielden zich met het elektriciteitsvraagstuk
bezig. De provincie moest ervoor zorgen, zo luidde de
opvatting, dat elektriciteit over een zo groot mogelijk gebied
Ook het fietslicht moest beperkt worden
(foto: Ru Waalewijn).
VLXSGrP^xRK .B2RGE2J,.
Offljaf. ndant
Hierbij w0rdt i.LChtiging verleent eau den turgor J.L„ It i n f 8
de we^en om - en leidende near het VLJEG-VELD BERGSIT en QOVLI irGVSLB -zelv«
te Betreden.
Geldig tot /Ij- V-t»
Cp., 13 lïei 1940.
ajoor CociiiRndent 3
-to
B A0W,Sciilinsiier
Vrij snel na het bombardement mocht het GEB het terrein van het vliegveld betreden (eigendom Corrie Min).
De Kennemer Electriciteits Maatschappij in IJmuiden (bron foto:
De ontwikkeling onzer electriciteitsvoorziening 1880-1938. Arnhem 1948).