over aansluiting van de tramlijn naar Bergen op het gasfabrieksterrein. Burgemeester Van Reenen krijgt regelmatig offertes voor partijen steenkool waarbij hij wordt aange schreven met 'directeur van de gasfabriek' in Bergen. Tegelijkertijd is er een snelle uitbreiding gaande van het elektriciteitsnet van de Kennemer Electriciteits Maatschappij (KEM) voor het gebied ten noorden van het Noordzeekanaal. Elektriciteit is steeds meer concurrerend met gas. Ook zijn er plannen voor de oprichting van een elek triciteitscentrale voor West-Friesland en eventueel ook voor de Kop van Noord-Elolland. Was het gemeentebestuur aan vankelijk 'eenparig' van mening dat Bergen een gasfabriek zou moeten oprichten, enige tijd later verandert dit standpunt. Het college gaat zelf ook op onderzoek uit en bezoekt o.a. de elektriciteitscentrale in Raamsdonk. Zowel burgemeester als de wethouders zijn van oordeel dat nu er een rapport is over een eventuele gasfabriek, het ook gewenst is dat er een apart rapport komt over elektriciteit. Beslissingen over een eigen Bergense lichtfabriek worden, tot ongenoegen van Cool, aan gehouden en uitgesteld. Stroomversnelling De ontwikkeling van het elektriciteitsnet voor de Kop van Noord-Holland gaat snel. Nadat Alkmaar op 5 mei 1912 het ontwerp stroomleveringscontract met de KEM heeft goedge keurd en Bergen zich daarbij aansluit, neemt de gemeenteraad op 31 juli 1912 met 5 stemmen voor en 1 tegen (Maschmeijer is afwezig) het besluit om in principe van de KEM te Bloemendaal elektrische stroom te betrekken. Zo verdwijnt het plan voor een gasfabriek uit het zicht. Alleen raadslid Warner Veenhuijsen is tegen omdat volgens hem gas de voor keur verdient voor koken en verwarming. In een latere vergadering van de gemeenteraad zegt Van Reenen dat hij lang heeft geaarzeld wat in het belang van de gemeente het beste was. Oorspronkelijk was hij voor gas, maar de gemeente is voor een eigen gasfabriek te klein en een eigen elektriciteitscentrale is evenmin levensvatbaar. De ge legenheid bestaat nu om op zeer aantrekkelijke voorwaarden elektriciteit te betrekken. Ook de Waterleiding Maatschappij is van plan over te gaan op elektriciteit voor haar pompstation in de duinen. Van Reenen aarzelt niet om de raad toe te roepen: 'Sluit aan' en stelt dat 'voor eene voortgaande en bloeiende gemeente als Bergen electriciteit als het meest moderne licht, de voorkeur verdient.' Tot slot In Bergen komt er geen gasfabriek, maar de vraag naar gas blijft: elektrisch koken is eigenlijk pas goed mogelijk in de jaren 30 van de 20ste eeuw. De wens van de Bergenaren om op gas over te gaan zal door diverse omstandigheden nog jaren op een laag pitje blijven staan. Pas in 1924 krijgt Bergen gas van de gasfabriek aan de Helderse weg in Alkmaar. In de keuken zal het stookfornuis en het petroleumstel nog lang dienst moeten doen. De centrale in IJmuiden wordt uitgebreid voor de levering van stroom aan de Kop van Noord-Holland (gereed 1 juli 1913). Ook de aanleg van het hoogspanningskabelnet in noordelijke richting gaat enorm snel. De KEM deelt mee dat de stroom 'vanaf 15 juli 1913 's middags om 12 uur op regel matige wijze geleverd zal worden.' Alle aandacht is nu gericht op het moment dat de Bergenaren met één handomdraai de lampen kunnen laten branden, om de duisternis met behulp van elektriciteit uit te bannen. Dat dit nog veel voeten in de aarde heeft gehad, is in het volgende artikel te lezen. Belangrijke rol van burgemeester Van Reenen Opvallend in het verlichtingsdossier is de rol, of beter gezegd zijn de rollen, die Jacob van Reenen in ons dorp speelde. De burgemeester opereerde met verschil lende petten op. Allereerst was hij Heer van Bergen, welke titel hij als manne lijke erfgenaam van zijn vader Jan Jacobus Henricus had overgenomen. Daarbij trad hij tevens op als rentmeester voor zijn moeder Wilhelmina Jacoba Rendorp van Marquette, die in 1908 stierf. In 1903 werd hij eigenaar van al haar bezit tingen en daarmee ook grootgrondbezitter. Sinds 1885 was hij burgemeester en dus voorzitter van zowel het dagelijks bestuur als van de gemeenteraad en ook nog gemeentesecretaris. Als grootgrondbezitter hield hij zich bezig met de ex ploitatie van grond. Hierdoor was hij financieel zeer gebaat bij de ontwikkeling van ons dorp met kleinschalige agrarische bedrijfjes op goedkope schrale zand grond. Bergen moest een vooraanstaande, toeristische trekpleister worden, wat in de grondprijzen tot uitdrukking zou komen. Een renbaan werd ingericht, de komst van een openluchttheater gestimuleerd en een stoomtramverbinding met aansluiting op het spoorlijnnet in Alkmaar bevorderd. In dit kader valt ook de ontwikkeling van de nieuwe badplaats Bergen aan Zee. Eind 1919 zal het raadslid Hoksbergen tijdens een vergadering van de gemeenteraad voor het eerst stellen dat het particulier belang van Van Reenen te groot is en dat hij daarom geen bur gemeester meer kan zijn. BERGEN ONDER STROOM: 100 JAAR ELEKTRICITEIT Foto: Bert van der Miesen Burgemeester Van Reenen meteen wind molen (foto: collectie Het Sterkenhuis).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2013 | | pagina 17