een eventueel op te richten gasfabriek. Cool schrijft 'dat in dien zo iemand de menschen als 't ware bepraten moet om gas te nemen, dan zal hij veel tijd noodig hebben en kunnen m.i. de kosten stijgen tot een kleine 100,- voor verblijf en loon gedurende 3 weken. Kunnen de bezoeken meer vluchtig we zen, dan zou een geringer bedrag voldoende zijn.' Voor zijn eigen advies brengt Cool 780,- in rekening, maar, schrijft hij: 'Ik vermoed dat deze som U tegenvalt, en ik wil niet gaarne Uwe Gemeentebegrooting bezwaren met een bedrag dat wellicht zeer drukkend zou wezen, doch aan den anderen kant moet ik natuurlijk mijn eigen uitgaven voor teeken- en schrijfloon, inwinnen van electrische adviezen en andere onkosten terug verkrijgen. Ik meen deze op f 230,- te moeten stellen.' Met dit bedrag wil hij wel genoegen nemen en hij vraagt hoe hij dit laatste bedrag kan declareren en voegt er subtiel aan toe 'terwijl ik U tevens verzoek niet verder dan noodig is hiervan melding te maken, omdat ik tegenover particuliere technische Bureaux en andere Ingenieurs niet den naam zou willen verkrijgen, van onder de markt te werken.' Uit de vele correspondentie blijkt dat burgemeester Van Reenen zich steeds persoonlijk met het verlichtingsproject bezighoudt. Alle brieven en aanbiedingen (er zijn verschil lende particulieren die aanbieden een gasfabriek te bouwen, onder wie personen die Cool als oplichters bestempelt) zijn niet aan het college van burgemeester en wethouders gericht, maar aan hem persoonlijk. Rapport-Groeneveld, Van der Poll &c C° Burgemeester Van Reenen laat zich niet alleen adviseren door gasexpert Wouter Cool. Begin 1909 heeft hij ook een bespre king met het elektrotechnisch bureau Groeneveld, Van der Poll C°. Het bureau krijgt de opdracht plannen te ontwik kelen voor elektrische verlichting in Bergen. Op 17 mei 1909 biedt het bureau zijn offerte voor een elektrische centrale aan. Het plan oogt tamelijk revolutionair. Het bureau stelt de bouw van een windmolen voor: 'Naar aanleiding van onze uitvoerige berekeningen zijn wij tot de conclusie gekomen dat voor een eerste uitbouw van een electrisch centraal station te Bergen een dergelijke, door middel van windkracht aange dreven centrale aanbeveling verdient en met het oog op de gunstige bedrijfs- en bedieningskosten alleen in aanmerking kan komen wanneer in de eerste jaren te verwachten inkom sten de noodwendige uitgaven zullen dekken.' Het gaat om een 'windmotoreninstallatie' van 30 meter hoog met dynamo en accumulatorenbatterij en een raddiameter van 12 meter. Het leidingnet is geprojecteerd voor gelijk stroom met een lampenspanning van 220 volt. Voor reserve is er een benzineaggregaat gepland. Het leidingnet is berekend op 500 gelijkbrandende metaaldraadlampen. De windmolen heeft een hoogte van 30 meter 'zoodat ondanks de nabijheid van duinen en hooge bomen de volle windsterkte in werking gebracht kan worden.' Onder de 500 lampen vallen ook 29 lampen voor straatverlichting. De plaats waar de windmo len moet komen is dezelfde als de geprojecteerde gasfabriek (Dreef-Natteweg). De kosten bedragen ƒ49.155,-. De offerte verdwijnt in een la op het gemeentehuis. Gemeente Bergen op twee sporen Uit de notulen van burgemeester en wethouders van 1911 blijkt dat er allerlei voorbereidingen plaatsvinden voor de bouw van een eigen gasfabriek. Onderhandelingen met de gemeente Alkmaar voor de levering van gas aan Bergen gaan, mede op advies van ir. Cool, niet door. De plaats voor de gas fabriek ligt nu tussen het Jichtpad en de trambaan, te traceren tussen de Filarskiweg en de Van Blaaderenweg. Er wordt met diverse grondeigenaren onderhandeld om de voor de fabriek benodigde grond te verwerven. Ook met de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij vindt positief overleg plaats Deel van het plan voor een elektrische centrale door middel van een windmolen (Archief gemeente Bergen 1811-1921, inv.nr, 490). Archief gemeente Bergen 1811-1921, inv.nr. 488.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 2013 | | pagina 16