•Jdlj Ctxcf^ x i v
/I'-tf ,wVX--&C -&,C*WeOVltc ^.-CvyXAAs.
Bij de gemeente is een lijst,
ondertekend door 170 inge
zetenen, ingekomen met het
verzoek om gas en niet elek
tra te verschaffen, omdat gas
ook voor koken gebruikt
kan worden.
In zijn rapport gaat Cool
uit van 1500 inwoners, wat
volgens hem op de grens
ligt van 'bestaanbaarheid'
voor zowel de productie
van elektriciteit als van gas.
Opvallend is het, dat de
provincie Noord-Holland
eind juli 1910 aan het ge
meentebestuur meldde dat
op 31 december 1909 het aantal inwoners 2250 bedroeg
(waarschijnlijk zijn de kloosterzusters Ursulinen niet
meegerekend). Cool wijst op een mogelijke aansluiting
op de gasfabriek in Alkmaar of Egmond aan Zee en geeft
daarnaast in overweging samenwerking te zoeken met een
naburige gemeente voor de stichting van een 'lichtcentrale'.
Als van zelf daartoe aangewezen is de gemeente Koedijk
schrijft hij. Waarom hij niet aan Schoorl gedacht heeft, is
niet helemaal duidelijk. Misschien vond hij een pijpleiding
naar Schoorl te kostbaar (Schoorl zou later gas betrekken
van de gasfabriek Warmenhuizen).
Omdat de opdracht aan Cool uitsluitend bedoeld was om
de economische haalbaarheid van een lichtfabriek voor
Bergen te onderzoeken, beperkt zijn rapport zich hiertoe.
Elektriciteitscentrale
De eerste vraag die opgeworpen wordt met betrekking tot
elektriciteit is, of uitgegaan moet worden van gelijkstroom
of draaistroom (wisselstroom). Als het alleen om verlich
ting gaat, is gelijkstroom voldoende, maar voor aandrij
ving van machines is draaistroom noodzakelijk. Cool kiest
voor wisselstroom. Voor de capaciteitsberekening van een
elektriciteitscentrale baseert Cool zich op het gebruik van
de toen nieuwste uitvinding, de metaaldraadgloeilamp met
EEB
een lichtopbrengst van 50 Normaalkaarsen. Gerekend naar
de huidige normen is dit een lichtsterkte van 60 watt.
Uit de door Cool geraadpleegde statistieken blijkt, dat de
helft van de 1500 inwoners tot aansluiting zal overgaan.
Tweevijfde van de lampen zullen tegelijk branden, zo
dat wanneer men alles heel voorspoedig aanneemt'dit
neerkomt op 300 lampen x 60 watt. Als 'niet te versmade
bate' moet hierbij worden opgeteld het gebruik van 80
straatlantaarns van sierlijk model'Onbegrijpelijk is het,
dat aangenomen wordt dat per aansluiting slechts één lamp
tegelijk zal branden en dat de helft van de inwoners als
rekeneenheid wordt gesteld en niet de huisgezinnen.
Zijn berekeningen van het verbruik zijn gebaseerd op de
donkere winteravonden. Uit het bewust ontbreken van
een toekomstvisie van Cool, die verwacht dat de andere
helft van de Bergenaren petroleum blijft stoken, blijkt
dat hij iets tegen elektriciteit heeft. De snel opbloeiende
badplaats Bergen aan Zee en vooral haar restauratie's of
Kurhaus' zullen in het zomerseizoen veel stroom nodig
hebben, zodat dit tot een meer evenwichtig jaarverbruik
zou kunnen leiden, zo schrijft hij. De kosten voor de aan
leg van een kabel naar zee wegen echter niet op tegen de
voordelen daarvan en Cool raadt de aanleg dan ook af.
Hij adviseert in Bergen geen elektriciteitscentrale te
Ontwerp gasfabriek in Bergen
(Archief gemeente Bergen
1811-1921, inv.nr. 488).