Krijgt Bergen een lichtfabriek?
11
Experimenten
In Bergen wordt er in het eerste decennium van de 20ste
eeuw geëxperimenteerd met verschillende vormen van ver
lichting en sterkere olielampen. Burgemeester Van Reenen
informeert bijvoorbeeld bij zijn collega, de burgemeester
van Schoten, naar het gebruik van gasolinelampen voor
verlichting. Hierbij maakt men gebruik van zeer vluchtige
benzine. Volgens de burgemeester van Schoten voldoet het
licht goed, maar het aansteken vereischt oefening vooral
met wind'
In een hinderwetdossier bevindt zich het verzoek van de
congregatie van de zusters Ursulinen te Monnickendam
voor de oprichting van een oliegasfabriekje achter het pen
sionaat Sint Joseph aan de Loudelsweg. Oliegas had als
voordeel boven steenkoolgas dat het rustiger en helderder
brandde en een minder sterke geur verspreidde.
Door de grotere mobiliteit en de komst van toeristen willen
ook de hotels en pensions betere verlichting. Verschillende
hotels en pensions laten acetyleengasinstallaties (hierbij
wordt water aan calciumcarbid toegevoegd, waardoor zich
gas ontwikkelt) installeren, onder andere De Rustende
Jager, lunchroom Kreb aan de Breelaan en hotel Nassau-
Bergen in Bergen aan Zee.
De roep om meer en beter licht wordt in 1905 eindelijk
gehonoreerd met een besluit van de gemeenteraad een on
derzoek in te stellen naar de haalbaarheid en betaalbaarheid
van een 'lichtfabriek'. In de daaropvolgende jaren laat het
gemeentebestuur zich uitvoerig informeren door diverse
kleine gemeenten, zoals Broek op Langedijk, De Rijp en
Egmond aan Zee, waar zo'n fabriek al in werking is en
vraagt het de begrotingen van de lichtfabrieken op. De fa
brieken waar het om gaat zijn alle gasfabrieken. Burgemees
ter Van Reenen gaat op bezoek bij de fabriek in Broek op
Langedijk en neemt ook in Egmond aan Zee poolshoogte,
waar directeur Hes hem waarschuwt voor de enorme
kosten.
Rapport-Cool
Uit het raadsverslag van 30 juli 1908 blijkt dat alle raads
leden van mening zijn dat een gasfabriek wenselijk is. Aan
Wouter Cool, een bekend ingenieur uit Rotterdam, wordt
opdracht gegeven een studie te verrichten naar de moge
lijkheid van een 'lichtfabriek' waarbij zowel de voor- als
nadelen van de opwekking van gas en elektriciteit worden
behandeld.
Eind augustus 1908 ver
schijnt het verslag van ir.
Cool: een studie van 21
bladzijden en 18 bijlagen
die Met de verschuldigde
gevoelens van hoogach
ting' aan burgemeester
Van Reenen wordt aan
geboden. Het feit dat
Friedrich (Fritje) Völter,
een neef van mevrouw
Van Reenen-Völter, elek
trotechniek studeerde,
zal mogelijk aanleiding
zijn geweest voor de
toevoeging van elektri
citeit, hoewel de raad en
Gasverlichting in het Pensionaat (foto: collectie Ed Duin).
'Gasfabriekje' op het terrein van het Pensionaat. Het fabriekje bestond uit een
waterbassin met daarin een gashouder met een diameter van ca. 2 m. en
een machinegebouwtje van ca. 3,25 x 4,00 m. Vanuit een reservoir met gas
oline werd in het gebouwtje de gasoline omgezet in het gas dat waarschijnlijk
hoofdzakelijk voor verlichting in het Pensionaat werd gebruikt (foto: collectie
Ed Duin).
de bevolking zich voor Het rapPort Co()l uit 1908 (Archief
gas hadden uitgesproken. 9emeente Ber9en 1811"1921' inv-nr 48E